Schriftelijke vraag betreffende het gevaar van het kruispunt Brabançonne-Notelaar
- Indiener(s)
- David Weytsman
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 761)
| Datum ontvangst: 11/01/2021 | Datum publicatie: 19/03/2021 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 08/03/2021 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 02/02/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Op het kruispunt tussen de Brabançonnelaan & Notelaarsstraat heeft zich onlangs een ernstig ongeval voorgedaan. Er is mij verteld dat op dit kruispunt vaak ongevallen gebeuren. - Hebt u hier een analyse van? - Hoeveel ongevallen hebben er de afgelopen jaren op dit kruispunt plaatsgevonden en om wat voor soort ongevallen gaat het? Welke evolutie wordt opgemerkt? - Welke maatregelen hebt u genomen om de ongevallen op deze locatie te voorkomen? Ik ben mij ervan bewust dat de Brabançonnelaan gemeentelijk is, terwijl de Notelaarsstraat gewestelijk is. |
| Antwoord | Naar aanleiding van de recente ongevallen vond er een analyse van de ongevalsstatistieken en een inspectie van de verkeersveiligheid plaats. Dit opvolgingsverslag werd op 2 februari aan de wegbeheerders bezorgd. Het Notelaar-Brabançonnekruispunt is een ongevalsgevoelig punt (ZACA) van niveau 3, waar in de vier onderzochte jaren 9 ongevallen met gewonden plaatsvonden. In de statistische analyse voor het opvolgingsverslag werd teruggegaan tot 2009. Het ongeval van eind 2020 is het eerste ernstige ongeval sinds 2009. De betrokken weggebruikers vertegenwoordigen alle vervoerswijzen. De ongevalsstatistieken voor de periode van 2009 tot 2013 geven 10 ongevallen (met lichtgewonden) te zien. Voor de zes jaar van 2014 tot 2019 wijzen de statistieken op 30 ongevallen, met één zwaargewonde. Dit betekent gemiddeld één ongeval per jaar meer. We stellen ook meer ongevallen met fietsers vast en minder ongevallen met motorrijders/bromfietsers. De cijfers liggen evenwel zo laag dat er moeilijk conclusies uit getrokken kunnen worden. Ook valt op te merken dat van 2009 tot de recentste gegevens de "tegenpartijen" (die niet per definitie schuldig of aansprakelijk zijn) systematisch bestuurders van autovoertuigen (in één geval een vrachtwagen) zijn. Wat het soort aanrijdingen betreft, stellen we een evolutie vast: minder frontale aanrijdingen tussen twee bestuurders, maar meer zijdelingse aanrijdingen (in de flank vooraan / achteraan), die toenemen van +/- 1 per jaar vóór 2014 tot +/- 3 per jaar vanaf 2014). Dit gegeven kan erop wijzen dat de voorrangsregels regelmatig genegeerd worden. Midden februari is er een vergadering gepland om het verslag en de aanbevelingen door te nemen. De drie wegbeheerders werden uitgenodigd, evenals de vertegenwoordigers van de politiezones en de MIVB. De vergadering heeft tot doel precies na te gaan welke acties de betrokken spelers zullen ondernemen. Hij bereikte overeenstemming over de volgende punten: De gemeente zal verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van bomen en verwijdering van parkeerplaatsen op gemeenschappelijke wegen om de zichtbaarheid te verbeteren. Het regionale deel is opgenomen in de planning van microprojecten die door Brussels Mobility worden beheerd en in de komende 6 maanden zullen worden uitgevoerd: - Inrichting van de in de nota voorgestelde stoeptegels en verplaatsing van de bewegwijzering naar een beter zichtbare plaats. - Vermindering van de Brabançonne ingang tot twee stroken, door de busstrook na de kruising te laten beginnen en rekening te houden - Aanleg van een voetgangerseiland voor een oversteekplaats met twee etappes |