Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende “Zone 30 km redt levens”. Hoeveel dan?

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 762)

 
Datum ontvangst: 11/01/2021 Datum publicatie: 10/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 03/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/02/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Een van de belangrijkste argumenten die in uw communicatie rond de invoering van de zone 30 in heel Brussel werd aangevoerd, is dat de maatregel levens zal redden.
Iedereen kan dat alleen maar toejuichen, vooral degenen die dankzij het nieuwe beleid in leven zullen blijven en zich daar per definitie nooit van bewust zullen zijn.
Hoeveel levens zullen volgens de ramingen van uw diensten op deze manier jaarlijks gered worden?
Hoeveel doden kunnen volgens uw statistieken op jaarbasis worden toegeschreven aan overdreven snelheid? Hoeveel minder doden zullen er vallen dankzij de veralgemening van de zone 30?

 
 
Antwoord    Wat betreft de veralgemeende invoering van de Stad 30, dient opgemerkt te worden dat dit geen klassieke "zone 30" betreft. Beide concepten worden immers op een verschillende manier aangegeven (namelijk met zone 30-borden voor een zone 30 ─ F4a om het begin van de zone te markeren en F4b om het einde ervan aan te geven ─ terwijl de Stad 30 aangegeven wordt met het verkeersbord F1a dat het begin van een bebouwde kom markeert).
De invoering van de nieuwe snelheidsregel is één onderdeel van de ‘stad 30’. Andere onderdelen zijn bewustwording (via preventie en controle) en infrastructuuraanpassingen. Dit gaat bovendien hand in hand met een aantal andere plannen van het Gewest, zoals het wegwerken van de zwarte kruispunten en het invoeren van 5 autoluwe wijken per jaar. Als dit alles op kruissnelheid zit, dan wordt het aantal dodelijke en zwaargewonde slachtoffers dat jaarlijks vermeden wordt, op 47 geschat. Voor deze raming werd uitgegaan van een gemiddelde snelheidsverlaging met 5 km/u naar aanleiding van de veralgemeende snelheidslimiet van 30 km/u. Die cijfers zijn gebaseerd op een model van de onderzoekers Nilson en Elvik voor het berekenen van het aantal jaarlijks vermeden slachtoffers. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen de ramingen uit op
+/- 47 doden en zwaargewonden/jaar
+/- 615 slachtoffers/jaar
De diensten van Brussel Mobiliteit zullen de ongevallenstatistieken regelmatig monitoren om de daadwerkelijke resultaten te toetsen aan de theoretische verwachtingen.