Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ontwikkeling van de sector van de circulaire economie in de Haven van Brussel

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 696)

 
Datum ontvangst: 10/02/2021 Datum publicatie: 02/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 31/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/02/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De circulaire economie zal groeien en de hoeveelheden afval van allerlei aard en de daarmee gepaard gaande vervuiling helpen verminderen.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met zijn één miljoen inwoners, verdient de herstelling van materieel dat een tweede leven kan krijgen, het om aangemoedigd te worden.

De Haven van Brussel is niet alleen een plaats waar goederen worden geladen en gelost, maar kan ook een gebied worden waar operaties in het kader van de circulaire economie kunnen worden ontplooid.

Is het onrealistisch te denken dat een deel van de TIR-gebouwen kan worden heringericht om onderdak te bieden aan bedrijven die activiteiten op het gebied van de circulaire economie ontwikkelen?
Voor grotere projecten zou de haven de mogelijkheden onderzoeken om binnen het domein ruimte te vinden die aan dergelijke vraag kan voldoen.

Het zou interessant zijn de volgende opheldering van u te krijgen:

- Heeft de Haven, afgezien van het recyclen van bouwafval, projecten op het gebied van circulaire economie?
- Is het idee om voorrang te geven aan de TIR-gebouwen door de haven bestudeerd?
- Zijn er concessieaanvragen waaraan de haven niet kan voldoen?
- Zo ja, waarom is een positief antwoord uitgebleven?
 
 
Antwoord    1)
Het klopt dat de recyclagesector sterk is vertegenwoordigt op het havendomein. De Haven van Brussel, als knooppunt van goederenstromen van en naar de stad, is dan ook één van de belangrijkste Brusselse partners om de transitie te realiseren naar meer circulariteit. Naast recyclageactiviteiten op het vlak van bouwafval zijn er ook bedrijven actief in de recuperatie van gesorteerde afvalstromen, schroothandel, AEEA apparaten, of de fabrikatie van nieuwe bouwmaterialen uit afgegraven grond van stadswerven. Deze activiteiten worden ook genoemd ‘urban mining’.

Naast recyling activiteiten is de Haven van Brussel ook een actieve speler op het vlak van hernieuwbare energie en op het vlak van de organisatie van duurzame supply chains. De Haven speelt namelijk een actieve rol in het regisseren van de goederenstromen van en naar de stad, met name voor de belevering van bouwwerven binnen het gewest (via het BCCC).

Volgens een studie uitgevoerd door de VUB heeft de Haven van Brussel in vergelijking met de Vlaamse zeehavens een hoge mate van maturiteit op het val van circulaire economie.

2)
Momenteel is een studieopdracht bezig in opdracht van de Haven van Brussel voor de opmaak van een ontwikkelingsvisie voor het TIR centrum. Op termijn wil de Haven het TIR centrum heroriërenteren als een
centrum voor duurzame stadslogistiek. Ook werkplaatsen voor circulaire economie kunnen hierin een plaats vinden. Hiervoor dienen de gebouwen te worden aangepast onder meer naar nuttige hoogte van de gebouwen en draagkracht van de vloeren (bvb om machine uitrusting te plaatsen).

De studieopdracht zal worden afgerond tegen de zomer 2021 en de resultaten zullen worden voorgelegd aan de Brusselse regering.

3)
Ja. Er zijn verschillende aanvragen voor terreinen en/of gebouwen waaraan de Haven niet kan beantwoorden wegens de beperkte oppervlakte aan beschikbare haventerreinen.

In 2020 waren er 12 aanvragen rond circulaire economie waaraan de Haven niet kon beantwoorden. In 2021 (tot heden) waren er 4 aanvragen.

4)
De belangrijkste reden is het niet beschikbaar zijn van haventerreinen. Voor grotere terreinoppervlaktes (> 5.000 m²) stelt de Haven aan de geïnteresseerde voor om deel te nemen aan projectoproepen. Bij watergebonden terreinen komt hier wel de verplichting bij om een minimum tonnage over het water te vervoeren.