Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken wat omtrent de analyse rond een mogelijke invoering van een systeem van statiegeld op blikjes en plastic flessen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 702)

 
Datum ontvangst: 23/02/2021 Datum publicatie: 23/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het debat omtrent een mogelijke invoering van een systeem van statiegeld op blikjes en plastic flessen werd reeds verschillende keren gevoerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hoewel deze ambitie ook opgenomen werd in de algemene beleidsverklaring van de Brusselse Regering, gaf u in de commissie Leefmilieu in oktober 2020 nog aan dat de nodige analyses nog gevoerd werden en dat het statiegeldsysteem mogelijk een ‘fausse bonne idée’ zou kunnen vormen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u een stand van zaken geven wat betreft de voorgenoemde analyses die gevoerd werden omtrent het statiegeldsysteem? Welke vaststellingen en conclusies zijn hier reeds uit voortgekomen? Welke hinderpalen werden hierbij geïdentificeerd die een mogelijke implementatie van een dergelijk systeem nog verhinderen?
- Kan u duiden of bij deze analyses rekening werd gehouden met de uitrol van de p+md-ophaling die begin dit jaar gelanceerd werd in ons Gewest? Op welke manier zouden beide systemen complementair aan elkaar zijn?
- Kan u duiden in welke mate de mogelijke uitrol van een statiegeldsysteem besproken wordt binnen de Brusselse Regering? Bestaat hieromtrent eensgezindheid om door te zetten met deze ambitie?
- Hebt u reeds besloten om nieuwe proefprojecten uit te rollen of te ondersteunen omtrent het statiegeldsysteem voor blikjes en plastic flessen? Zo ja, kan u dit nader toelichten?
- Welk overleg heeft u reeds gepleegd met andere (buitenlandse) overheden of actoren die een dergelijk systeem ingevoerd hebben (of besloten hebben om een dergelijk systeem in te voeren) om zo tips en best practices uit te wisselen? Met welke overheden of actoren heeft u hiertoe samengezeten? Welke bevindingen en conclusies zijn hieruit voortgekomen?
 
 
Antwoord    1) Kan u een stand van zaken geven wat betreft de voorgenoemde analyses die gevoerd werden omtrent het statiegeldsysteem? Welke vaststellingen en conclusies zijn hier reeds uit voortgekomen? Welke hinderpalen werden hierbij geïdentificeerd die een mogelijke implementatie van een dergelijk systeem nog verhinderen?

Bij het begin van de legislatuur heb ik mij ertoe verbonden het statiegeldsysteem grondig te analyseren alvorens een beslissing te nemen. Die analyse is aan de gang.
Het is nu al duidelijk dat een algemeen statiegeldsysteem voor wegwerpverpakkingen voor dranken niet doeltreffend kan worden ingevoerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest alleen. Een dergelijk systeem zou op nationaal niveau moeten worden ingevoerd, via een samenwerkingsakkoord met de twee andere gewesten. Intergewestelijk overleg is dan ook van cruciaal belang.
Voorts konden bepaalde conclusies worden getrokken uit het proefproject rond de terugbrengpremie voor blikjes. Leefmilieu Brussel heeft kunnen aantonen dat dit systeem geen significante impact heeft gehad op de openbare netheid, maar het heeft wel, in de marge, de inzameling van ‘vergeten’ blikjes (blikjes die ‘on the go’ worden geconsumeerd - ingezameld op straat) doen toenemen.
Deze conclusies moeten worden genuanceerd. Technische en logistieke problemen met de gebruikte machines lieten niet toe dat het systeem optimaal werd gebruikt en de exacte impact op de netheid kan daarom slechts gedeeltelijk worden geëxtrapoleerd.
Naast dit proefexperiment is het van belang te herhalen hoe belangrijk het is de verschillende denkbare instrumenten als één geheel te analyseren en niet als parallelle regelingen zonder onderlinge wisselwerking. In dit verband moet ook rekening worden gehouden met het Fost Plus-systeem dat momenteel van kracht is.
Volgens de analyses van de Interregionale Verpakkingscommissie is het onwaarschijnlijk dat de recyclageresultaten zullen verbeteren na de invoering van statiegeld. Voor de best presterende statiegeldsystemen zou een terugbreng- en recyclagepercentage van 85% kunnen worden gehaald. Over het algemeen genomen haalt Fost Plus op dit ogenblik die percentages voor blikjes en plastic flessen in België.
Wat de gedragsverandering betreft waartoe door de invoering van een statiegeldsysteem op wegwerpverpakkingen voor dranken zou worden aangezet, heeft Leefmilieu Brussel nog geen studie kunnen vinden die een dergelijke verandering zou aantonen. Er zijn enkele studies over dit onderwerp uitgevoerd, maar die hebben geen empirische gegevens opgeleverd om de hypothese van een gedragsverandering te staven.


2) Kan u duiden of bij deze analyses rekening werd gehouden met de uitrol van de p+md-ophaling die begin dit jaar gelanceerd werd in ons Gewest? Op welke manier zouden beide systemen complementair aan elkaar zijn?

De nieuwe blauwe zak is sinds februari 2021 van kracht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een evaluatie van het systeem is gepland, maar minder dan twee maanden na de lancering van dit nieuwe systeem is het daarvoor nog te vroeg. De burgers moeten de tijd krijgen om aan het nieuwe systeem te wennen. Een evaluatie is nauwelijks denkbaar voor het einde van het jaar.

Het is namelijk de bedoeling om in onze analyses rekening te houden met de impact op de nieuwe blauwe zak. Ook willen we de toezeggingen van bedrijven opvolgen, om de hoeveelheid drankverpakkingen in het zwerfafval te verminderen.
De sortering van de uitgebreide pmd-fractie gebeurt automatisch in nieuwe, performante sorteercentra die speciaal voor deze afvalstroom zijn ontworpen. In de huidige vorm zou de invoering van statiegeld op wegwerpverpakkingen voor dranken dus geen directe aanvulling vormen op de nieuwe blauwe zak.

De invoering van statiegeld zou de samenstelling van de reststromen en de omvang van de noodzakelijke logistieke middelen wijzigen. Ook grote supermarkten zouden zich moeten aanpassen, met het risico dat de logistieke stromen worden vermenigvuldigd. Verderop in het proces zou ook moeten worden voorzien in extra sorteercapaciteit, die momenteel niet is gepland.

Ten slotte kunnen we niet uitsluiten dat het statiegeld voor burgers ook als een extra complexiteit ten opzichte van een gevestigd systeem zou kunnen worden ervaren.


3) Kan u duiden in welke mate de mogelijke uitrol van een statiegeldsysteem besproken wordt binnen de Brusselse Regering? Bestaat hieromtrent eensgezindheid om door te zetten met deze ambitie?

Op 30 maart 2021 hebben in de Commissie Leefmilieu hoorzittingen over de invoering van statiegeld plaatsgevonden. Verschillende actoren zijn uitgenodigd om daaraan deel te nemen en hun standpunt te delen.

Op basis van de conclusies van de hoorzitting en de lopende analysewerkzaamheden zal de Brusselse regering een standpunt kunnen innemen.

4) Hebt u reeds besloten om nieuwe proefprojecten uit te rollen of te ondersteunen omtrent het statiegeldsysteem voor blikjes en plastic flessen? Zo ja, kan u dit nader toelichten?

De herhaling van een proefproject van het type dat reeds is uitgevoerd, zal worden besproken in het kader van de werkgroepen die zich momenteel over de Strategie voor Stedelijke Netheid buigen.

5) Welk overleg heeft u reeds gepleegd met andere (buitenlandse) overheden of actoren die een dergelijk systeem ingevoerd hebben (of besloten hebben om een dergelijk systeem in te voeren) om zo tips en best practices uit te wisselen? Met welke overheden of actoren heeft u hiertoe samengezeten? Welke bevindingen en conclusies zijn hieruit voortgekomen?

Momenteel wordt hierover overleg gepleegd met de twee andere gewesten. In dit stadium hebben nog geen besprekingen plaatsgevonden met buitenlandse overheden.