Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de fiscale impact van het telewerken voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Carla Dejonghe
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 286)

 
Datum ontvangst: 23/02/2021 Datum publicatie: 26/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 26/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Telewerk wordt een blijver. De trend was al ingezet, en de lockdown heeft die trend (die zeer langzaam terrein won) in een stroomversnelling geplaatst. Dat is een understatement. Meer telewerk betekent uiteraard minder kantooraanwezigheid. En dus op termijn minder kantooroppervlakte…

We weten nu reeds dat dit toegenomen telewerk een impact zal hebben op de mobiliteit, maar ook op de handel en horeca in de stad. Het zal verschuivingen teweegbrengen. Er hangen ook rechtstreekse en onrechtstreekse jobs van af. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de kuisploegen in kantoren. Ons economisch weefsel zal zich moeten aanpassen. Wellicht sneller dan verwacht. 

Minder kantoorruimte heeft uiteraard een veel directere impact op de Brusselse begroting omwille van de belasting op niet-residentiële bebouwde oppervlakten van meer dan 300 m². Lege kantoren betalen de taks ook. Indien ten gevolge van het toegenomen telewerk een overtollig aanbod aan kantoren tot woning wordt omgevormd (een trend die reeds bestond voor de corona-uitbraak) zal er wellicht wel een impact meetbaar zijn.

Daarom stel ik de volgende vragen:

· Is er nu reeds een fiscaal effect meetbaar?
· Heeft BIZA of Perspective modellen/ramingen over de mogelijke impact van een krimpende kantoormarkt die met het parlement gedeeld kunnen worden?
 
 
Antwoord    Vooreerst, wat het fiscaal effect betreft. De belasting op de niet-residentiële oppervlakten wordt berekend op de situatie zoals vastgesteld op 1 januari van het aanslagjaar.

De huidige gezondheidscrisis ving pas aan in februari-maart 2020 en bijgevolg kan in theorie een mogelijk effect van de toename van telewerken op de gewestbelasting op de niet-residentiële oppervlakten slechts ten vroegste worden vastgesteld na de inkohiering van het aanslagjaar 2021.

De verbouwing van een kantoorruimte naar een wooneenheid neemt echter tijd. Zo vereist een dergelijke bestemmingsverandering immers een stedenbouwkundige bouwvergunning alvorens de werkzaamheden kunnen worden aangevat.

Het nagaan van een eventuele fiscale impact op de gewestbelasting op de niet-residentiële oppervlakten ingevolge de toename van telewerk door de gezondheidscrisis Covid-19 is op zich niet voor de hand liggend, maar vooral is het dus veel te vroeg om enig effect te kunnen vaststellen.

Vervolgens wat het effect op de kantoormarkt betreft. Perspective.brussels heeft momenteel geen modellen/ramingen die de impact van veranderde normen van telewerk op de kantoorvastgoedmarkt analyseren.



Het BISA van perspective.brussels bereidt een studie, in opdracht van de Minister van Openbaar Ambt, voor om de impact/gevolgen van verhoogd telewerk te analyseren. In deze studie zal ook de impact op de kantoormarkt onderzocht worden. De resultaten van deze studie worden verwacht in de herfst van 2021.

Het Overzicht van het Kantorenparkvan perspective.brussels analyseert en publiceert elk jaar de evolutie van de beschikbare en leegstaande kantoorruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het volgende Overzicht van het Kantorenpark zal verschijnen in de lente van 2021. Dit overzicht zal bijgewerkte cijfers, o.b.v. gegevens van Citydev (Inventimmo), over de leegstand van kantoren bevatten. Het meest recente Overzicht van het Kantorenpark analyseert de jaren 2016 en 2017
1. Volgens het Overzicht daalt de leegstand in die jaren tot 7,5 %. Dit ligt in de lijn van de voortdurende daling van de leegstand in de voorgaande jaren. De leegstand in de centrale wijken is beperkt (minder dan 7 %), terwijl de leegstand in de wijken buiten het centrum soms meer dan 10 % bedraagt.

In afwachting van deze nieuwe studies, kunnen een aantal inzichten van vastgoedspecialisten wel een eerste idee geven.
Verschillende grote vastgoedspecialisten geven mee dat de leegstand de afgelopen jaren beperkt blijft. Zo tonen de cijfers van Cushman & Wakefield dat de leegstand ook na 2018 nog verder afneemt in de centrale wijken van het Brussels Gewest, maar ook in de wijken buiten het centrum neemt de leegstand lichtjes af ( cfr. grafiek ). Ook volgens JLL, eveneens gespecialiseerd in commercieel vastgoed, schommelt de leegstandsratio in het Brussels Gewest in 2018 en 2019 rond 8 %
2.

(1) https://perspective.brussels/sites/default/files/documents/perspective_brussels-observatoire-bureaux-38-lr.pdf
(2)https://www.jll.be/content/dam/jll-com/documents/pdf/research/emea/belgium/en/research-/office/JLL-OFFICE-Brussels%20Q3_2020_digital_DEF.pdf