Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de actualisering van de leegstandcijfers binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 516)

 
Datum ontvangst: 23/02/2021 Datum publicatie: 29/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Er zijn verschillende hypotheses omtrent het aantal leegstaande woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarbij de cijfers sterk verschillen. Het gebrek aan betrouwbare gegevens over deze problematiek wordt door alle actoren erkend en nogmaals benadrukt in het Brussels Noodplan Huisvesting 2020-2024 dat recent werd voorgesteld door de Regering.

In het Noodplan Huisvesting wordt daartoe onder actie 12 de ambitie uitgesproken om een nieuw gewestelijk instrument op poten te zetten voor de bestrijding van leegstand.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Beschikt u over indicatoren of studies die de mate van leegstand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de evolutie daaromtrent tijdens de afgelopen jaren enigszins kunnen duiden, ondanks het gebrek aan een uniforme centralisatie van deze gegevens? Zijn er, op basis van de gegevens die beschikbaar zijn op gemeentelijk niveau, gemeenten waar deze problematiek de afgelopen jaren significant gegroeid is of teruggedrongen werd? Zo ja, kan u dit nader toelichten?
- Hebt u hieromtrent meer specifieke informatie omtrent de leegstand binnen (a) de kantorenmarkt, (b) de sociale woningen en (c) de private huisvestingsmarkt? Zo ja, kan u deze cijfers en hun evoluties nader toelichten?
- Hebt u reeds overleg gepleegd met de Brusselse gemeenten die nog geen overeenkomst met het Gewest hebben ondertekend waarin voorzien wordt in technische en financiële hulp op gebied van de gemeentelijke observatoria voor leegstaande woningen? Heeft u reeds afspraken met hen gemaakt opdat zij zouden overgaan tot de oprichting van een dergelijk observatorium? Kan u toelichten om welke gemeenten het hier exact gaat en welke gesprekken er reeds met hen gevoerd werden?
- Kan u een stand van zaken geven wat betreft de analyse-opdracht die in actie 12 van het Noodplan Huisvesting werd aangehaald? Wanneer is deze opdracht gelanceerd en wie voert deze uit? Welk tijdspad en welke middelen voorziet u voor deze analyse?
- Kan u een stand van zaken geven wat betreft de wetswijzigingen die in actie 12 van het Noodplan Huisvesting worden beoogd? Wanneer plant u deze teksten te kunnen voorleggen aan het Parlement?
 
 
Antwoord    Uw vragen sluiten meer aan bij de bevoegdheden van mijn collega Nawal Ben Hamou, de Brusselse staatssecretaris voor Huisvesting, die mij overigens laat weten dezelfde vraag van u te hebben gekregen.

Over datgene waarvoor ik rechtstreeks bevoegd ben, namelijk de informatie over de leegstand van kantoorgebouwen, kan ik u het volgende zeggen.


Het volgende Overzicht van het Kantorenpark, dat eind dit voorjaar verschijnt, zal actuele cijfers over de kantorenleegstand gebaseerd op gegevens van Citydev (Inventimmo) bevatten. Die cijfers geven echter maar een gedeeltelijk beeld van de kantorenleegstand, want zij houden enkel rekening met de kantoorruimte die te koop of te huur staat. Het kan dus zijn dat die ruimte nog in gebruik is. Het is niet mogelijk om een onderscheid te maken tussen wat meteen beschikbaar is en wat niet.


De “verborgen” leegstand, dat zijn de lege ruimtes die niet te huur of te koop staan, zit dus niet vervat in de gegevens van Inventimmo en wordt momenteel niet bijgehouden.

Kantoorgebouwen die volledig leegstaan (en dus meteen in aanmerking komen voor een eventuele herbestemming tot woningen) zijn zeldzaam. Op de website van Inventimmo zult u zien dat het delen (verdiepingen) van gebouwen zijn die te koop of te huur worden aangeboden. Daarbij gaat het ofwel om gebouwen van meerdere eigenaars, waarbij iedere eigenaar zijn eigendom door middel van een huurovereenkomst beheert, ofwel om gebouwen van één eigenaar maar met meerdere gebruikers, die vaak voor uiteenlopende termijnen huren.

Uit het voorgaande kunnen we concluderen dat het slechts onder vrij restrictieve voorwaarden mogelijk is om leegstaande kantoorruimte om te vormen tot woningen. Niet alle kantoorgebouwen lenen zich voor een kwantitatieve reconversie (lichtinval, transversaliteit, verhouding bruto-/netto-oppervlakte, enz.). Ik wil er overigens op wijzen dat er om kantoren te verbouwen tot woningen eerst en vooral een stedenbouwkundige vergunning nodig is en dat aan een dergelijke herbestemming vaak een bepaald kostenplaatje vasthangt.