Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de keuze van sommige OVM's om het bouwheerschap voor renovatieprojecten van sociale woningen aan de BGHM te delegeren

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 511)

 
Datum ontvangst: 26/02/2021 Datum publicatie: 23/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/03/2021 Ontvankelijk p.m.
20/04/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    In principe zijn de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM's) de bouwheren voor de renovatieprojecten van hun woningen in het kader van hun vierjarige investeringsprogramma's. In de beheersovereenkomst van niveau 2 die tussen de OVM's en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) is gesloten voor de periode 2017-2022 wordt echter bepaald dat de OVM's het bouwheerschap voor bepaalde renovatieprojecten aan de BGHM kunnen delegeren. Daartoe heeft de BGHM de Cel Operationele Assistentie (COA) opgericht, die tot taak heeft bij te dragen tot de uitvoering van de investeringsplannen van de OVM's.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Kunt u ons een volledige lijst bezorgen van de renovatieprojecten voor sociale woningen die aan de BGHM werden gedelegeerd? Kunt u ons, voor elk van deze projecten, zeggen hoeveel woningen er gerenoveerd worden? Kunt u ook de aard van de renovatiewerkzaamheden beschrijven?
2. Kunt u een stand van zaken geven over de voortgang van de verschillende renovatieprojecten voor sociale woningen waarvoor de BGHM gedelegeerd bouwheer is?
3. Kunt u ons een schatting geven van de totale kosten van elk van de renovatieprojecten waarvoor de BGHM het bouwheerschap heeft gekregen?
4. Kunt u voor elk van de bovenbedoelde renovatieprojecten uitleggen waarom de bevoegde OVM het bouwheerschap aan de BGHM heeft gedelegeerd?
 
 
Antwoord    In elk van de bijgevoegde tabellen staat een project vermeld waarvan het bouwheerschap werd overgedragen aan de BGHM. Het gaat in totaal om 16 projecten. De antwoorden op uw eerste drie vragen kan u terugvinden in deze tabellen.

Ter herinnering: de opdracht van de Cel Operationele Assistentie (COA) bestaat erin een deel van de rol van de bouwheer te vervullen en de OVM technische en administratieve bijstand te verlenen, zowel bij het beheer als bij de uitvoering van het project, met inachtneming van de wettelijke en gewestelijke regels.

Concreet betekent dat:

1. De OVM helpen bij het formaliseren van haar projectdefinitie en het vastleggen ervan in de OVM/BGHM-overeenkomst;
2. Het uitvoeren van de dossiers met betrekking tot dienstenopdrachten;
3. Het analyseren van de resultaten van de verschillende opdrachten;
4. Op basis van gedetailleerde verslagen de geselecteerde inschrijvers aan de bouwheer voorstellen om de goedkeuring van de RvB van de OVM en vervolgens van de BGHM te verkrijgen;
5. Het bijeenbrengen van en de coördinatie verzekeren tussen de verschillende actoren die betrokken zijn bij het ontwerp en de uitvoering van het project, d.w.z. de verwezenlijking van volgende zaken:
a. De schetsen;
b. Het voorontwerp;
c. De stedenbouwkundige vergunning;
d. Het basisaanbestedingsdossier;
e. Het analysedossier van het aanbestedingsresultaat;
f. De aanstelling van de opdrachtnemer;
g. Het bestellen van de werken
h. En het uitvoeren van de werken.

Er moet worden opgemerkt dat de CAO de bouwheer concreet helpt bij de uitvoering van zijn project, maar in geen geval diens verantwoordelijkheid overneemt, evenmin als die van de verschillende andere actoren die bij het hele proces betrokken zijn.

Het bouwheerschap wordt gedelegeerd aan de BGHM zodat voorrang kan worden gegeven aan grondige renovatieprojecten en aan projecten waarbij de gebouwschil wordt vernieuwd, evenals aan beschermde sites (procedurele moeilijkheden en aanzienlijke vertraging bij bouwwerven op deze sites).

De selectiecriteria voor de geselecteerde projecten (zie bijlage) waren de volgende:

-
A/ selectiecriteria voor de OVM’s: De vorderingsgraad van de vierjarenplannen; het aantal technische personen in verhouding tot het aantal woningen;
-
B/ criteria voor de selectie van de projecten:

o Leegstaande woningen, "onbewoonbare” woningen, gezondheid en veiligheid, energie-efficiëntie;
o het aantal betrokken woningen; de mate van urgentie en de kostprijs van de werken.


Bovendien werd, in functie van de criteria en het aantal personeelsleden bij de BGHM, bij de selectie gekozen voor maatschappijen die nog niet met hun projecten waren begonnen, en voor projecten waarvoor de OVM's niet over personeel beschikten.


De projecten van de OVM's Logis en Comensia hadden bijvoorbeeld vertraging opgelopen. Afgezien van het feit dat deze projecten ingewikkeld en tijdrovend zijn, moesten de OVM's namelijk groen licht krijgen van de dienst Monumenten en Landschappen. Daarom gaven de OVM's er de voorkeur aan de BGHM te vragen deze projecten te beheren.

Alle aanvragen waarbij de OVM's op schema zaten en van start waren gegaan met hun projecten, zijn niet geselecteerd door de BGHM.


Zo wilde Le Logement Molenbeekois bijvoorbeeld dat de BGHM al haar projecten zou overnemen, maar dat is niet de bedoeling van de CAO.

Samengevat kan worden gesteld dat de redenen voor de verzoeken tot overdracht van het bouwmeesterschap meestal verband houden met een gebrek aan personeel (zieken, problemen om personeel aan te werven, nieuw aangeworven persoon die de procedures nog niet kent), maar ook van strategische aard zijn: start van de opdracht omdat de projecten achterlopen op schema, de impact voor leegstaande woningen beperken, een planning opstellen, het verkrijgen van premies, enz.



Hoogachtend,