Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het geweld tegen overheidspersoneel

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 518)

 
Datum ontvangst: 01/03/2021 Datum publicatie: 29/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het beroep van politieman en brandweerman is uiterst stresserend en moeilijk. De laatste jaren zijn politieagenten inderdaad niet gespaard gebleven: terrorisme, rechtstreekse aanvallen, zinloos geweld bij interventie, beledigingen, bedreigingen,... Zij oefenen dit beroep uit met gevaar voor eigen leven. Deze mensen vertegenwoordigen het gezag en verdienen al ons respect.
Graag een antwoord op de volgende vragen:
- Wat wordt door de Brusselse regering en binnen BPV concreet gedaan om de veiligheid van politieagenten en eerstehulpverleners tijdens hun dagelijkse interventies te garanderen?
- Wat is het standpunt van de Brusselse regering ten aanzien van de invoering van taakstraffen binnen de verschillende korpsinstanties in ons land (politie, ambulanciers, enz. ...) als straf na een geweldpleging tegen een politieagent of ambulancier?
- Wie verzamelt en volgt de informatie die wordt doorgegeven op de internetsite die ter beschikking staat van alle leden van de politie die kunnen getuigen van gewelddaden tegen hen?
- Welke maatregelen heeft de Brusselse regering genomen om meer steun te verlenen aan agenten die aarzelen om een klacht in te dienen na een gewelddaad?
- Welke steunmaatregelen heeft de Brusselse regering genomen om de betrokken agenten te helpen? Wordt gezorgd voor coaching, psychologische ondersteuning, sportsessies, enz. ?
 
 
Antwoord    Binnen de coördinerende rol voor het preventie- en Veiligheidsbeleid die het Brussels Gewest sinds de zesde staatshervorming toevalt, heeft Brussel reeds meerdere projecten uitgewerkt om de dagelijkse veiligheid van het politie- en hulpverleningspersoneel bij hun interventies te versterken.

Het eerste instrument van die orde is het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP), waarvan punt 2.6 bepaalt dat (in het kader van radicalisering - polarisering) specifieke aandacht besteed wordt aan geweld tegen de preventie-, veiligheids- en hulpdiensten. Tot dit hoofdstuk behoort ook het actieplan tegen agressie op hulpverleners van het DBDMH.

In het plan zijn tevens de resoluties van het Brussels Parlement verwerkt die gestemd zijn om de relatie tussen de burger en de politie te verbeteren. Om de hulpverleners te beschermen moet immers ook gekeken worden naar de invoering van maatregelen die het wederzijds vertrouwen en respect bevorderen. Zo krijgen de politiezones onder meer steun via de veralgemening van de buurtpolitie, brigades te voet, op de fiets of te paard want op straat zijn de politiemensen vlotter toegankelijk en aanspreekbaar. Daarbij wordt ook sterk ingezet op de uitbouw van de LISA-steunpunten (Local Integrated Security Antenna). Deze projecten die Brussel Preventie en Veiligheid (BPV) financieel en conceptueel ondersteunt, brengen de burgers, het gemeentebestuur en de politie in de wijken zelf dichter bij elkaar door een plaats te creëren waar de bevolking terechtkan voor basisdienstverlening zoals de mogelijkheid tot het indienen van klachten of voor verzoeken om sluikstorten weg te halen.

Het plan voorziet tevens in een analyse van het geweld tegen politie- en hulpdiensten. De beschikbare gegevens, voor zover deze aan BPV worden meegedeeld, moeten meer dan vroeger het geval was de reële toestand op het terrein tot uiting brengen dank zij MISI (Melding Incidenten – Signalement Incidents), een instrument dat aan het personeel van de politiezones, van de federale administratieve politie en sinds kort ook aan de gerechtelijke politie ter beschikking wordt gesteld. Het is een gebruiksvriendelijke registratietool waarvan men zich bedient bij het opstellen van processen-verbaal. Daarbij worden de gegevens ingevoerd aan de hand van drie in te vullen rubrieken: geweld tegenover de politie, (legitiem) geweld door de politie en diefstal /verlies van politieuitrusting. Op grond van de hiermee geregistreerde gegevens kunnen algemene statistieken gepubliceerd worden (de MISI rapporten) die maandelijks aan een update worden onderworpen. Zo kan elke politiedienst zijn eigen statistieken bijhouden en hierop zelf kwantitatieve en kwalitatieve analyses uitvoeren. Ook zijn deze statistieken bijzonder nuttig om feiten van geweld tegen politiemensen of door de politie te onderzoeken en antwoorden te formuleren op parlementaire vragen over de werking van de politiediensten.

Bovenop de melding van geweldfeiten met behulp van MISI stelt het “register van feiten van derden” een personeelslid van de politie in staat zijn of haar werkgever al dan niet anoniem te informeren over feiten waarvan het slachtoffer is geworden. Het register wordt bijgehouden door de preventieadviseur/ vertrouwenspersoon, wat voortvloeit uit de wet op het welzijn.

Het “register van feiten van derden” helpt de werkgever om aangepaste preventiemaatregelen te treffen tegen alle vormen van geweld door personen die niet tot de organisatie behoren.

Naast het GVPP investeerde het Gewest ook aanzienlijke middelen in een grotere effectiviteit van de politie-interventies. De oprichting van het crisis- en communicatiecentrum en van het cybercentrum zijn hiervan duidelijke voorbeelden. Een goede bescherming vereist goede informatie. De maatregelen tijdens de nieuwjaarsnacht, waarbij brandweer en politie samen werden ingezet, konden ten volle profiteren van deze infrastructuur. De lovende commentaren van de gebruikers zijn hiervan het beste bewijs.

Wat het standpunt van de Brusselse Regering betreft over de invoering van taakstraffen die volbracht worden binnen de politiekorpsen of ambulancediensten kan ik alleen maar zeggen dat het beleid van het Parket niet valt onder de gewestelijke bevoegdheden en dat het de executieve ingevolge de scheiding van machten niet geoorloofd is een uitspraak te doen over de uitvoering van gerechtelijke straffen.

Ook beschikt de Brusselse Regering niet over de bevoegdheden om personeelsleden beter te steunen als deze aarzelen om klacht in te dienen na een daad van geweld. Het personeelsbeheer en het welzijn op het werk van de politiemensen valt onder de gemeenten en het federaal niveau.

Het personeel van de veiligheidsdiensten beschikt over bijstand die georganiseerd wordt binnen hun respectieve diensten, met ondersteuning van interne of externe diensten zoals het Stressteam van de federale politie.

Ook kan ik u ter informatie nog meegeven dat de federale politie en de Vaste Commissie van de Lokale Politie in juli 2020 een reeks aanbevelingen heeft geformuleerd tijdens een gemeenschappelijke commissie Justitie/ Binnenlandse Veiligheid, waarbij onder meer de volgende voorstellen:

· Investeren in kwalitatieve oefensites voor Belgische politiediensten als essentiële voorwaarde om de medewerkers in staat te stellen samen te trainen en zich daarbij ook voor te bereiden op gewelddadige situaties, onder meer door gebruik te maken van aangepaste beschermingsmiddelen;
· Een brede bewustmakingscampagne organiseren rond respect voor gezagsdragers en hulpverleners;

· Een onmiddellijk repressiebeleid toepassen, wat inhoudt dat geweldplegers ook werkelijk worden berecht en een effectieve sanctie krijgen, zonder voorwaardelijke straf.