Schriftelijke vraag betreffende de gevolgen gegeven aan het advies van de Overlegcommissie over het project Lebeau-Sablon
- Indiener(s)
- David Weytsman
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 378)
Datum ontvangst: 12/02/2021 | Datum publicatie: 23/04/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 20/04/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
16/03/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Op 27 januari heeft de Overlegcommissie van de Stad Brussel Immobel verzocht zijn aanvraag in te trekken en een nieuwe aanvraag in te dienen voor een stedenbouwkundige en milieuvergunning voor het slopen en heropbouwen van het voormalige Belgacom-gebouw aan de Zavel. Het is de bedoeling dat de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning kan worden onderworpen aan een effectenstudie. - Wat zijn de volgende fasen in het project? Wat is uw rol daarin? Welke termijnen kunnen we verwachten? - Behoudt de huidige Bouwmeester de leiding over het project? Is hij van mening veranderd over het inmiddels afgewezen project? - Wie voert de effectenstudie uit? - Volgens sommige bronnen zou Immobel bijna 2 jaar nodig hebben om een nieuw project uit te werken. Bent u van plan de thans leegstaande lokalen tijdelijk te laten betrekken? Voor welke doeleinden? - Het wijkcomité stelt voor de lokalen tijdelijk te laten gebruiken door kunstenaars. Wat vindt u daarvan? - Hoe zorgt u voor een echte burgerdialoog in het kader van het nieuwe project? Hoe zorgt u concreet voor een constructieve dialoog tussen alle stakeholders? |
Antwoord | De aanvrager heeft zijn intentie bekendgemaakt om een nieuwe stedenbouwkundige vergunningsaanvraag in te dienen. Zolang ze nog niet werd ingediend, kan ik me dus niet uitspreken over de aard van deze toekomstige aanvraag. Tot nog toe vonden werkvergaderingen plaats met mijn administratie, zoals voor alle projecten waarvoor de aanvrager dat verzoekt, in aanwezigheid van de bMa en de Stad Brussel, om het project aan te passen in functie van de opmerkingen uit het onderzoek. Als voor het project dat uiteindelijk voor de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag wordt ingediend een effectenstudie nodig is, zal de aanvrager een voorstel van opdrachthouder van de studie ter goedkeuring voorleggen aan het begeleidingscomité van de effectenstudie. Een effectenstudie is een fase in de behandeling van een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. De vergunningsaanvraag moet dus voor al het andere gebeuren. Wat de betrokkenheid van de bouwmeester betreft, heeft die niet “de leiding” over het project, maar begeleidt hij vandaag de uitwerking ervan door deel te nemen aan de vergaderingen met de administraties. We hebben al de betrokkenheid van de bouwmeester in het project al besproken ter gelegenheid van de mondelinge vraag van mevr. Nagy tijdens de territoriale commissie van 01/03/2021 en ik verwijs u daarnaar. De nieuwe aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning (onderworpen aan het nieuwe BWRO) zal gepaard moeten gaan van het voorafgaand advies van de bouwmeester. Net als voor de uitwerking van de toekomst van de site sta ik erop - en ik herhaal het opnieuw - dat ik de partijen uitnodig om in dialoog te gaan. Ik nodig de projectontwikkelaars uit om met de wijk van gedachten te wisselen over hun project, net zoals ik het comité uitnodig om contact op te nemen met de projectontwikkelaar als het om een tijdelijk gebruik wil verzoeken (welk gebruik, in welke termijn, voor hoe lang, en de verenigbaarheid van dit gebruik met de veiligheids- en bestemmingsregels, enz.). |