Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de subsidies voor het project CAIRGO BIKE

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 831)

 
Datum ontvangst: 26/01/2021 Datum publicatie: 06/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 05/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens de ministerraad van 21 januari heeft de Brusselse regering ontwerpen van besluiten goedgekeurd houdende toekenning van subsidies aan Leefmilieu Brussel, Parking.brussels, BePark, Optimobil Bruxelles SA, Pro Velo, Remorquable, Urbike en de VUB “om hun missies in het project CAIRGO BIKE uit te voeren van 2020 tot 2023, voor een totaal van € 3.704.371,40”.

Allereerst wil ik duidelijk maken dat verwarring tussen de projecten CARGO BIKE FOR BRUSSELS en CAIRGO BIKE moet worden vermeden, hoewel iets andere benamingen ongetwijfeld gemakkelijk misverstanden en risico's op vergissingen hadden kunnen wegnemen.

Bijgevolg zou ik u de volgende vragen willen stellen:

1. Zou het mogelijk zijn een uitsplitsing te krijgen van de subsidies die aan de verschillende instanties en verenigingen werden toegekend? Is het mogelijk om, in functie van de subsidies voor elk van hen, de verplichtingen en verbintenissen die in het kader van het CAIRGO BIKE-project zijn aangegaan te specificeren?

2. In oktober jongstleden noemde u een budget van meer dan 5 miljoen euro dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest had uitgetrokken om bakfietsen in de hoofdstad aan te moedigen. Betekent dit dat in het kader van dit project reeds andere bedragen werden toegekend, of dat dit naar verwachting in de nabije toekomst zal gebeuren? Zo ja, mogen wij dan de details daarvan weten? Zo niet, gaat het om een vermindering van de geraamde kosten van het project?

3. U had het ook over een subsidie van 80% uit het EFRO via het initiatief "stedelijke innovatieve acties". Hoe zit het daarmee vandaag de dag? Is het aandeel van het Gewest nog steeds 900.000 euro?

4. Is de toekenning van dit budget gebaseerd op een degelijke studie of een degelijk businessplan om ervoor te zorgen dat deze middelen aan het eind van de termijn in 2023 niet verspild of verloren zijn? Welke garanties heeft het Gewest voor het welslagen van een dergelijk project?

5. In oktober jongstleden noemde u drie belangrijke soorten ondernomen acties, namelijk: de onbeslisten overhalen, de toegang tot en het gebruik van de fietsen mogelijk maken en het parkeren ervan vergemakkelijken. Welke concrete acties zijn er ondernomen om het parkeren van bakfietsen te bevorderen, gezien de enorme kloof die er in een jaar tijd is ontstaan tussen het aanbod van en de vraag naar fietsenstallingen?
6. In oktober jongstleden kondigde u de actieve deelname van Brussel Economie en Werkgelegenheid aan het project aan, maar zij worden niet meer genoemd bij de begunstigden van de subsidies. Hoe zit dat vandaag de dag? Hebben zij het project afgewezen? Of doen zij mee zonder de hulp van subsidies?

7. De ontwikkeling van een project als CAIRGO BIKE impliceert een logistieke strategie op gewestelijke schaal om groei in alle 19 gemeenten mogelijk te maken, en waarom de gemeenten die aan het Gewest grenzen, kunnen wij de contouren kennen?

8. Hoe zit het met het beroep bij de Raad van State betreffende de toelating van bredere fietskarren in het kader van het proefproject in het Brussels Gewest? Wat zijn de huidige vorderingen?

9. Tenslotte, hoe zit het met het project voor één dienstloket voor interne competenties binnen het Gewest om het homologatieproces af te handelen? Zijn er besprekingen of projecten gepland over dit punt? Hoever staan we hiermee?

10. Hoe zit het met het project voor één loket, in het kader van het transitieprogramma voor Brussel Mobiliteit? Hebt u een overheidsopdracht uitgeschreven hieromtrent?

11. En wat met het gewenste technologische competentiecentrum binnen de dienst exploitatie en vervoer van Brussel Mobiliteit? Hebt u een overheidsopdracht uitgeschreven hieromtrent?
 
 
Antwoord    Cairgo Bike werkt met tien partners. Twee bij de GOB (Brussel Mobiliteit en Brussel Economie en Werkgelegenheid) en acht buiten de GOB. De partners bij de GOB hebben rechtstreeks toegang tot de globale budgettaire enveloppe die de GOB ontvangen heeft als voornaamste gewestelijke overheidsbeheerder van het project. Het is dus niet noodzakelijk subsidies toe te kennen aan Brussel Mobiliteit en Brussel Economie en Werkgelegenheid om de Europese subsidie te herverdelen. Dit verklaart het verschil tussen het globale budget van het project en het gecumuleerde bedrag van de subsidies. Het budget en de opdrachten van elke partner werden vastgelegd bij de inschrijving van het project in het kader van het Urban Innovative Actions-initiatief (UIA).

Ik heb deze antwoorden trouwens ook al gegeven aan meneer Uyttendaele tijdens de Commissie Mobiliteit van 27 oktober 2020.

Hieronder de gedetailleerde gegevens per partner:
- Brussel Mobiliteit: 962.430,00 euro, waarvan 769.944,00 euro gefinancierd door UIA en 192.486,00 euro gefinancierd door het Gewest. Brussel Mobiliteit verzorgt de coördinatie en algemene communicatie van het project.
- Brussel Economie en Werkgelegenheid: 687.425,00 euro, waarvan 549.940,00 euro gefinancierd door UIA en 137.485,00 euro gefinancierd door het Gewest. De rol van Brussel Economie en Werkgelegenheid is het faciliteren van de aankoop van bakfietsen en aanhangwagens voor de Brusselse kmo's.
- Leefmilieu Brussel: 534.849,80 euro, waarvan 427.879,84 gefinancierd door UIA via een subsidie van Brussel Mobiliteit en 106.969,96 euro ten laste van Leefmilieu Brussel. Leefmilieu Brussel ondersteunt Brussel Mobiliteit bij de coördinatie van het project om te zorgen voor een samenhang tussen het project en het gewestelijke beleid inzake luchtkwaliteit, en het werkt aan de evaluatie van het project. Dit omvat twee zaken. Ten eerste een evaluatie van de blootstelling aan black carbon van personen begeleid door Pro Velo en Urbike met de bedoeling de vervoers- en trajectkeuzes van de deelnemers te beïnvloeden, en ten tweede het opstellen van een model van de uitstoot verkregen via de personen die aan het project deelnemen.
- Parking.brussels: 583.470,00 euro, waarvan 466.776,00 gefinancierd door UIA via een subsidie van Brussel Mobiliteit en 116.694,00 euro ten laste van Parking.brussels. De opdracht van Parking.brussels bestaat uit het aanleggen en beheren van parkeergelegenheid voor bakfietsen. Dit sluit aan bij de uitvoering van het Masterplan Fietsparkeren.
- BePark: 1.012.192,90 euro, waarvan 809.754,32 euro gefinancierd door UIA via een subsidie van Brussel Mobiliteit en 202.438,58 euro ten laste van BePark. BePark zal beveiligde parkeergelegenheid ontwikkelen voor bakfietsen bovenop zijn parkeeraanbod voor auto's.
- Cambio: 395.091,55 euro, waarvan 316.073,24 euro gefinancierd door UIA via een subsidie van Brussel Mobiliteit en 79.018,31 euro ten laste van Cambio. Cambio gaat voorzien in deelbakfietsen die complementair zijn aan hun wagenaanbod. Cambio zal in het kader van het project 15 bakfietsen aanbieden, verdeeld over 5 stations. Het is de bedoeling om dat aanbod vervolgens uit te breiden.
- Pro Velo: 466.279,00 euro, waarvan 373.023,20 euro gefinancierd door UIA en 93.255,80 euro gefinancierd door het Gewest via een subsidie, wat neerkomt op een combinatie van de twee financieringsbronnen (20% van het Gewest en 80% van de EU). Pro Velo moet particulieren begeleiden die een bakfiets willen uitproberen. De begeleiding gebeurt aan de hand van een theoretische en praktische opleiding, en vervolgens door het uitlenen van een bakfiets gedurende twee weken. Er zullen twee testsessies met telkens acht deelnemers worden georganiseerd in elke Brusselse gemeente.
- Remorquable: 395.150,00 euro, waarvan 316.120,00 euro gefinancierd door UIA en 79.030,00 euro gefinancierd door het Gewest via een subsidie, wat neerkomt op een combinatie van de twee financieringsbronnen (20% van het Gewest en 80% van de EU). Remorquable ontwikkelt een uitleendienst voor fietsaanhangwagens. Het is immers niet altijd noodzakelijk zelf een bakfiets of aanhangwagen te bezitten. Remorquable leent zijn leden bakfietsen vanuit de product-dienstcombinatie-filosofie. Het aantal beschikbare aanhangwagens alsook het aantal locaties zal dankzij het project sterk worden uitgebreid.
- Urbike: 524.075,65 euro, waarvan 419.260,52 euro gefinancierd door UIA en 104.815,13 euro gefinancierd door het Gewest via een subsidie, wat neerkomt op een combinatie van de twee financieringsbronnen (20% van het Gewest en 80% van de EU). Urbike begeleidt professionals bij de transitie van bestelwagen naar bakfiets. In 2021 bood Urbike een doorgedreven begeleiding aan een veertigtal ondernemingen van verschillende omvang en uit allerlei economische sectoren. Deze begeleiding omvat drie dagen theoretische en praktische opleiding over de keuze en het gebruik van een bakfiets voor kleine organisaties of een begeleiding aangepast aan grotere organisaties, zodat aan ieders behoeften kan worden voldaan. Na deze opleiding ontvangen de ondernemingen een geschikte bakfiets die ze twee weken kunnen lenen. Vanaf 2022 zal Urbike op basis van de in 2021 opgedane ervaring op grotere schaal beginnen werken om een veel groter aantal ondernemingen te bereiken.
- VUB-MOBI: 298.383,35 euro, waarvan 238.706,68 euro gefinancierd door UIA en 59.676,67 euro gefinancierd door het Gewest via een subsidie, wat neerkomt op een combinatie van de twee financieringsbronnen (20% van het Gewest en 80% van de EU). MOBI analyseert de impact van het project vanuit het standpunt van de vermeden externe kosten dankzij een andere vervoerswijze, namelijk het gebruik van de bakfiets. De ambitie van het project bestaat er immers in een bakfietscultuur te creëren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het project is geïnspireerd op goede praktijken uit Europa en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De gebruikerservaring stond centraal bij de ontwikkeling van het project, waarbij gebruik werd gemaakt van de zogenaamde killer-fixer-benadering (alle elementen aanduiden die potentiële gebruikers ervan weerhouden hun vervoerswijze te veranderen en er zeer concrete oplossingen voor bedenken). Bovendien doorliep het project een zeer strikt selectieproces. Het gaat immers om een van de 222 voor UIA ingediende projecten. Het doorstond eerst met succes de selectie op basis van het innoverende en relevante karakter m.b.t de beoogde problematiek, vervolgens de selectie op grond van de degelijkheid van het partnerschap en de voorgestelde interne werkmethode. Cairgo Bike is een van de 11 projecten die voor deze twee selectiefases slaagde (ofwel een slaagpercentage van 5%).

Parkeergelegenheid vormt de voornaamste budgettaire post in het project, via BePark en Parking.brussels, de twee projectpartners die specifiek rond deze kwestie actief zijn. Parking.brussels wil 150 plaatsen voor bakfietsen creëren en BePark beoogt hetzelfde. Het gaat echter niet enkel om het voorzien in parkeergelegenheid, maar het komt er eveneens op aan de grondslagen te leggen voor een uitbreiding na afloop van het project. Parking.brussels leidt immers een studie naar de ideale bakfietsparkeerplaats en -locatie. BePark ontwikkelt een nieuw businessmodel.

Cairgo Bike beoogt zowel personen- als goederenvervoer. Voor het goederenvervoer sluit het project perfect aan bij de gewestelijke logistieke strategie zoals bepaald in het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move. Op pagina 107 staat daarin het volgende: "In het Strategisch plan voor het goederenvervoer komen drie kernpunten voor een intelligentere en schonere bevoorrading aan bod. Ze vormen nog altijd de basis van het voor de stadsdistributie ontwikkelde beleid:
- Een vermindering en een optimalisering van de bewegingen van voertuigen die goederen vervoeren in en naar de stad;
- Een modal shift van de weg naar de waterweg, het spoor en de overblijvende trajecten (last mile) d.m.v. milieuvriendelijker voertuigen; en
- Het leven van de leveranciers vergemakkelijken."

Sommige actiefiches van Good Move hebben het meer specifiek over het goederenvervoer, maar het is duidelijk dat het hele mobiliteitsbeleid een impact heeft op het goederenvervoer Dat is de reden waarom het goederenvervoer in Good Move perfect aansluit bij het gewestelijke mobiliteitsbeleid 

Voor uw laatste vragen verwijs ik u graag door naar het antwoord dat reeds werd gegeven aan meneer Uyttendaele tijdens Commissie Mobiliteit van 23 maart 2021.