Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Impact van gedeelde fietsen, steps en scooters op de voetpaden

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 842)

 
Datum ontvangst: 11/02/2021 Datum publicatie: 06/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 05/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het succes van gedeelde fietsen, steps en scooters met free-floating is weliswaar een positieve evolutie op het vlak van mobiliteit en leefmilieu, maar heeft tevens een grote impact op de openbare ruimte. We stellen vast dat veel deelvoertuigen de openbare weg versperren, waarbij het kan gaan om nalatigheid door de gebruikers of om onburgerlijk gedrag van een derde.
Er is al herhaaldelijk gewezen op de problemen die worden veroorzaakt door het wildparkeren van gedeelde steps en fietsen. Tijdens de vergadering van de commissie voor de mobiliteit van 9 februari 2020 hebt u erop gewezen dat Brussel Mobiliteit regelmatig contacten onderhoudt met de operatoren van gedeelde mobiliteit en deelvoertuigen.

Er zij op gewezen dat de ordonnantie van 29 november 2018 betreffende het delen van vrije vloot vervoersmodi die een alternatief zijn voor de auto, de exploitatievoorwaarden vastlegt om de negatieve impact van de deelvoertuigen met free-floating op de openbare ruimte zo veel mogelijk te beperken. De ordonnantie legt de exploitanten op om ervoor te zorgen dat de voertuigen niet worden gestald in zones waar dat verboden is of in een zone waar er een te grote concentratie van deelvoertuigen is.

Er zal een forfaitaire vergoeding voor de ophaling worden aangerekend aan de exploitant die de deelvoertuigen ter beschikking stelt. De regering stelt het bedrag vast tussen 20 en 400 euro per deelvoertuig. In dat opzicht kan een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende categorieën deelvoertuigen.

Kunt u, gelet op het voorgaande, de volgende vragen beantwoorden:
1. Hoeveel deelvoertuigen werden sinds de inwerkingtreding van de ordonnantie opgehaald door de gewestelijke overheden? Voor hoeveel daarvan moest de erkende operator een vergoeding betalen? Wat is het bedrag van de vergoeding volgens het type deelvoertuig dat wordt opgehaald?
2. Hoeveel meldingen werden gedaan van deelvoertuigen die de trottoirs versperren?
3. Wat is de gemiddelde reactietijd van de operatoren op de meldingen?
4. Hebben sommige exploitanten een andere straf dan de vergoeding gekregen, omdat ze voorwaarden van de ordonnantie niet in acht hebben genomen?
 
 
Antwoord    Micromobiliteit is een geschikt antwoord op de zgn. “last mile”, d.w.z. een eenvoudige en snelle verbinding tussen woon- of werkplaats en de dichtstbijzijnde OV-halte of –station. Een goed georganiseerde micromobiliteit is een hefboom om de modal shift te bevorderen. Maar het is van essentieel belang dat deze voertuigen de openbare ruimte op een ordentelijke manier delen, en in het bijzonder met mensen met een beperkte mobiliteit. Micro-mobiliteit mag zich in geen geval ontwikkelen ten nadele van voetgangers.
1. De ordonnantie van 29 november 2018 betreffende het delen van vrije vloot vervoersmodi die een alternatief zijn voor de auto stelt dat de onregelmatig gestalde fietsdeelvoertuigen slechts mogen worden weggehaald na een periode van 24 uur volgend op de kennisgeving van de overtreding aan de operator. De operator of een gebruiker kan het voertuig dus verplaatsen binnen 24 uur volgend op de kennisgeving. Dit gold voor alle kennisgevingen, waardoor de overheid geen fietsdeelvoertuigen heeft moeten weghalen.
2. Geen enkele operator moest daardoor een retributie voor het weghalen betalen.
3. De bedragen voor deze retributies worden bepaald in artikel 10 van het besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende uitvoering van de ordonnantie van 29 november 2018, namelijk:
- 50 euro voor een fiets in de zin van artikel 2.15.1, eerste lid van de Wegcode;
- 50 euro voor een fiets zonder elektrische bijstand;
- 50 euro voor een elektrische fiets;
- 100 euro voor een bromfiets;
- 300 euro voor een motorfiets;
- 50 euro voor de overige fietsdeelvoertuigen.
De retributie wordt vermeerderd met 15 euro indien het fietsdeelvoertuig met een ketting is vastgemaakt aan een ander object.
4. Sinds 1 januari 2021 heeft mijn administratie dertien meldingen geregistreerd.
5. Na de kennisgeving aan de operator wordt het voertuig – als het kan worden geïdentificeerd – of de locatie ervan gemeld aan het technische patrouilleteam dat ervoor verantwoordelijk is de fietsdeelvoertuigen te dispatchen, te onderhouden en op te laden en dat het voertuig verplaatst tijdens de volgende patrouille. De onregelmatig gestalde voertuigen worden verplaatst binnen 24 uur. De voertuigen die zijn gestald in een zone waar niet mag worden geparkeerd blijven gemiddeld 4 à 5 uur in overtreding.
6. Er werd geen enkele administratieve sanctie genomen ten aanzien van de fietsdeeloperatoren.
N.a.v. deze parlementaire vraag informeren wij u dat de update van de ordonnantie “micro-mobiliteit” gepland wordt. De huidige wetgeving botst tegen haar beperkingen, zeker in het licht van de dagelijkse praktijken die wij tegenkomen. Zo zullen de regels omtrent het ordentelijk parkeren van voertuigen aangepast worden.