Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de maatregelen ter versterking van de mechanismen om samen met de burgers en de economische en sociale sector projecten op het gebied van mobiliteit en openbare ruimte op te zetten

Indiener(s)
Anne-Charlotte d'Ursel
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 848)

 
Datum ontvangst: 05/03/2021 Datum publicatie: 12/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 12/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In een tijd waarin de politiek steeds meer onbegrip, desinteresse en zelfs afkeer oproept, is het belangrijker dan ooit om de medeburger weer belangstelling te doen krijgen voor de publieke zaak, voor het leven in zijn Gewest en vooral voor de manier waarop het hem in staat stelt zich te verplaatsen. In dit verband bevat het gewestelijk mobiliteitsplan een reeks maatregelen in het kader van de strategische acties E.4 en E.5, die gericht zijn op het gezamenlijk opzetten van mobiliteitsprojecten. Hoe staat het met dit door Good Move beoogde proces?

- Waren er in 2020 twee projecten met burgerparticipatie gepland? Waaruit bestonden ze? Werden ze ondanks de gezondheidssituatie uitgevoerd? Zo ja, hoe? Werden ze uitgesteld? Hoe zal de participatie van de burgers worden georganiseerd? Hoe werden deze projecten gekozen?
- 5 projecten moeten in 2025 aan burgerparticipatie worden onderworpen en 10 in 2030. Met welke maatregelen zal een dergelijke toename tegen 2030 mogelijk zijn? Werd de werking van de GMC en de gespecialiseerde afdelingen geëvalueerd? Is de formalisering in het HR gebeurd? Hoe wordt de keuze van het ene project boven het andere gemaakt?
- Volgens Good Move moeten de teams in de gemeenten worden versterkt. Kan u mij uitleggen op basis van welke bevindingen deze uitspraak is gedaan? Voor welke taken zullen de nieuwe aanwervingen in de gemeenten worden ingezet? Kan u me meer details geven? Wat is het tijdschema voor de versterking van deze diensten? Wat zijn de personeelsvereisten? In welke vorm zal de gewestelijke steun worden verleend? Hoeveel geld zal door het Gewest worden vastgelegd? Welke gemeenten zullen hiervan gebruik kunnen maken? Op basis van welke criteria?
- Hoe verloopt het proces voor de opstelling van het Charter voor burgerparticipatie, dat mobiliteitsprojecten moet ondersteunen? Wie doet er mee? Wie leidt het proces? Wat zijn de basisprincipes? Wat zijn de deadlines? Om wat voor soort mobiliteitsprojecten gaat het?
- Good Move spreekt over het opzetten van tools om burgerparticipatie veilig te stellen. Wat is dit IT-platform voor burgerparticipatie? Hoe werkt het? Voor wie is het bedoeld? In het kader van welk project precies? Of is het in voorbereiding? Wanneer wordt het gelanceerd? Om welke soorten mobiliteitsprojecten gaat het?
- Welke panels worden aangekondigd? In welk kader doet u een beroep op panels? Kan u drie voorbeelden geven?
De Living Labs zijn ook een tool. In welke context gebruikt u ze, behalve bij Good Move?
 
 
Antwoord    1)
Overleg is een enorm belangrijk element in het proces van een project. Brussel Mobiliteit en de MIVB zijn actief aan het nadenken met het oog op een ambitieuzer aanpak wat betreft de reeds bestaande acties gericht op de participatie van de burger. Op die manier zullen de momenteel gebruikte tools stap voor stap verbeterd en geüniformiseerd worden. Daarenboven zou de dienst participatie van Perspective ook moeten kunnen helpen bij het ontwikkelen van toekomstige acties.

In afwachting maakt Brussel Mobiliteit al werk van participatie. En burgers en verenigingen worden al dagelijks betrokken, namelijk in het kader van:
- Projectoproep "Brussel op vakantie"  en de integratie van een mobiliteitsluik in de oproep ‘Vooruit met de wijk’ van Leefmilieu Brussel die beide bottom-up initiatieven ondersteunen.
- De projectoproep ‘Toe-eigening van de publieke ruimte’ laat gemeentes toe om testfases op te zetten door de plaatselijke verenigingen én burgers te mobiliseren rond het project.
- Burgers werden betrokken bij het Sainctelette-project, dat verderop beter wordt uitgelegd.
- Vergaderingen waarop aan het publiek mobiliteitstesten worden voorgesteld – bv. (virtuele) openbare vergadering over de Broustin/Sermon-test. 
- Participatie in het kader van de LMC's (Lokale Mobiliteitscontracten) om de mazen verkeersluwer te maken. Het grote publiek werd betrokken bij de diagnose van de mobiliteitsstudie, en dat zal ook zo zijn bij de uitwerking van een nieuw verkeersschema voor de maas in kwestie.
- Brussel Mobiliteit informeert (minstens) de burgers voor elk project waarbij een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt; voor de meest symbolische daarvan heeft Brussel Mobiliteit participatieve workshops georganiseerd. Dat zal ook in de toekomst gebeuren. In 2020 konden die wegens de COVID-19-crisis niet doorgaan.

Brussel Mobiliteit organiseert trouwens het overleg tussen vertegenwoordigers van de gebruikers dmv Gewestelijke Mobiliteitscommissie en haar afdelingen (cf. Acties E4 en E5 van Good Move). Binnenkort zal Brussel Mobiliteit een aanpassing van het besluit aangaande de oprichting van de GMC indienen opdat haar samenstelling kan geactualiseerd worden. In dezelfde beweging zullen de leden hernieuwd worden. Belangrijker aanpassingen van de GMC en van de afdelingen zullen hun plaats vinden in de aanpassingen van de ordonnantie Mobiliteit.

2)
Ten gevolge van de gezondheidscrisis heeft Brussel Mobiliteit in 2020 geen burgerparticipatieprocessen kunnen opzetten. De burgerparticipatie in het kader van het Sainctelette-project werd evenwel uitgesteld naar dit jaar, 2021. We hebben ons immers aangepast aan de gezondheidsuitdagingen: het project zal zowel ter plaatse als online kunnen worden gevolgd, o.a. via interactieve wandelingen, presentaties of boodschappen via de sociale media. Er worden bovendien workshops georganiseerd (we werken eveneens samen met wijkverenigingen). Dezelfde werkwijze geldt voor het Keizer Karel-project.
Daarenboven zullen de stadsvernieuwingscontracten ook een belangrijk luik burgerparticipatie hebben, met bijvoorbeeld:
- Herinrichting van het Koninginneplein in Schaarbeek (SVC2): de procedure is gepland tussen mei en oktober 2021; het onderzoek van de offertes is aan de gang.
- Herinrichting van de Parklaan in Sint- Gillis/Vorst (SVC4): de procedure is gepland tussen juni en november 2021; de openbare aanbesteding moet nog opgestart worden.
- Als de raming van de werken meer dan de helft van de Europese drempel is, moet de begunstigde van de subsidies (in dit geval Brussel Mobiliteit) volgens de ordonnantie van de stadsvernieuwingscontracten een burgerparticipatieprocedure organiseren.
Het programma voorziet in:
- Een informatie- en consultatiefase van de burgers om een diagnostiek te kunnen bepalen.
- Een overleg- en co-ontwerpfase in de vorm van participatieve workshops.
- Een feedbackfase voor de bewoners met een samenvatting van de procedure en de vordering van de studie.

3)
Zoals reeds vermeld in het antwoord op de eerste vraag zullen belangrijkere wijzigingen van de GMC en haar secties deel uitmaken van de wijziging van de ordonnantie mobiliteit van 2013.

4)

De gemeenten houden ons immers regelmatig op de hoogte van hun personeelszorgen om het gewestelijk mobiliteitsplan op lokaal niveau te kunnen implementeren.
In verband hiermee werd nog geen initiatief genomen.
Er wordt trouwens bekeken hoe een raamovereenkomst opgericht kan worden die gewijd is aan mobiliteitsstudies en aan de inrichting van publieke ruimtes om de gemeentes te ontlasten in de administratieve rompslomp van overheidsopdrachten.
5)

Zoals hierboven aangeduid heeft Brussel Mobiliteit, door een gebrek aan middelen, nog niet echt kunnen werken aan het handvest burgerparticipatie. 


6)

Brussel Mobiliteit heeft deze tool voor burgerschapsrealisatie nog niet kunnen ontwikkelen.
7)
Brussel Mobiliteit heeft de panels voor burgerschapsrealisatie nog niet kunnen ontwikkelen.
Brussel Mobiliteit herinnert eraan dat de Living Labs interessante projecten zijn in termen van het uitwisselingspotentieel met burgers op het terrein. De reeds vermelde projectoproep ‘Toe-eigening van de publieke ruimte’ heeft juist als doel de gemeentes aan te zetten om dergelijke uitwisselingen te ontwikkelen door burgerparticipatie te integreren.
In het verlengde hiervan worden voor mobiliteitsprojecten steeds meer testfases opgezet vooraleer werk te maken van de definitieve inrichting om op die manier het definitieve project te verbeteren.