Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de meerjarige investeringsprogramma's van de Brusselse gemeenten en de impact van de coronacrisis ter zake.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 652)

 
Datum ontvangst: 15/03/2021 Datum publicatie: 10/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de notificaties van de Brusselse Ministerraad van donderdag 11 februari laatstleden viel te lezen dat de Brusselse Regering het driejarig investeringsprogramma van de gemeenten Sint-Joost-ten-Node, Watermaal-Bosvoorde, Koekelberg en Sint-Gillis voor de periode 2019-2021 heeft goedgekeurd. Daarnaast werd ook een goedkeuring aan het investeringsprogramma van de gemeente Jette voor dezelfde periode goedgekeurd (cf. punten 19 t.e.m. 23 uit de desbetreffende Ministerraad).

Uit een grote rondvraag van de UGent bleek intussen dat het overgrote deel (85%) van de Vlaamse steden en gemeenten een duidelijke impact heeft ondervonden van de coronacrisis. Maar liefst een kwart van de steden en gemeenten heeft daarom besloten om geplande investeringen uit te stellen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u meedelen hoeveel en welke van de 19 gemeenten intussen hun meerjarig investeringsprogramma voor de periode 2019-2021 hebben ingediend? Welke wijzigingen stelt het Gewest vast in hun keuze van projecten in deze periode, al dan niet in de vorm van een algemene daling van gemeentelijke investeringen?
- Kan u duiden welke gemeenten sinds de start van de coronacrisis reeds een of meerdere wijzigingen hebben aangevraagd en/of doorgevoerd inzake hun investeringsprogramma? Om welke concrete wijzigingen gaat het daarbij? Welk effect heeft dit gehad op de financiering die vanuit het Gewest voorzien wordt? Heef het Gewest daarop beslist om meer geld vrij te maken om de gemeentelijke investeringen op hetzelfde niveau te houden?
- Hebt u reeds overleg gepleegd met de Brusselse gemeenten omtrent de impact die zij ervaren ten gevolge van de coronacrisis op het vlak van (infrastructuur)investeringen? Wat is de impact van de coronacrisis op deze problematiek? Hebben bepaalde gemeenten besloten om bepaalde investeringen te beperken of te verkleinen? Zo ja, kan u dit nader toelichten?
 
 
Antwoord    Alle gemeenten beschikken momenteel over een driejarig investeringsprogramma (DGIP) 2019-2021 dat door de Regering goedgekeurd werd.


De 17,5 miljoen euro van de driejaarlijkse investeringsdotatie (DID) werd verdeeld tussen de 19 gemeenten volgens de verdeelsleutel van de algemene dotatie aan de gemeenten (ADG), overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie van 16 juli 1998.

Net als de vorige driejarige periodes hebben de gemeenten hun volledige DID gebruikt door de in hun DGIP opgenomen projecten voor te stellen.

De gezondheidscrisis heeft in dit stadium geen impact op de subsidiëringsprocedure. Het DGIP is immers een lijst met voornemens en de werkzaamheden in verband met de projecten 2019-2021 zijn nog niet begonnen.

Voor de overgrote meerderheid van deze projecten moet nog een overheidsopdracht worden geplaatst en moet de Regering een subsidie toekennen (vaste overeenkomst).
Ter herinnering: de gemeenten hebben tot 31 december 2021 de tijd om een volledige subsidieaanvraag in te dienen.

Daartegenover staat dat er in 2020 werven werden opgeschort of uitgesteld als gevolg van de gezondheidscrisis, zonder dat dat een negatieve impact op de subsidiëringsprocedure heeft gehad.