Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de behandeling van de klachten van huurders en kandidaat-huurders van de Openbare Vastgoedmaatschappijen

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 554)

 
Datum ontvangst: 15/03/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 29/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Artikel 76 van de Brusselse Huisvestingscode bepaalt dat elke belanghebbende een klacht kan indienen bij een Openbare Vastgoedmaatschappij (OVM's) met betrekking tot haar taken. De sociaal afgevaardigde hoort de partijen bij het geschil voordat een beslissing wordt genomen. De raad van bestuur van de OVM moet dan binnen de in artikel 76 van de huisvestingscode voorgeschreven termijnen beslissen over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de klacht. Indien de klacht onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard, of indien de klager van oordeel is dat hij geen genoegdoening heeft gekregen, kan hij beroep aantekenen bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM).

Ik zou u volgende vragen willen stellen:

1. Kunt u ons, op basis van de verslagen die de sociale afgevaardigden voor de BGHM hebben opgesteld, het totale aantal klachten meedelen dat in 2019 en 2020 bij de Brusselse OVM's is ingediend? Kunt u ons ook een tabel bezorgen waarin voor elk van de zestien OVM's het aantal in 2019 en 2020 ingediende klachten wordt vermeld? Verschilt het aantal klachten aanzienlijk van maatschappij tot maatschappij? Zo ja, hoe verklaart u deze verschillen?
2. Kunt u ons zeggen welk percentage van de klagers sociale huurders zijn en welk percentage kandidaat-huurders die op een sociale woning wacht?
3. Kunt u ons statistieken bezorgen over het onderwerp van de klachten die in 2019 en 2020 bij de OVM's zijn ingediend (beheer van de kandidaturen voor het verkrijgen van een sociale woning, toewijzing van de sociale woningen, berekening van de huurprijs, berekening van de huurlasten, overdrachten, uitzettingen, staat van de huisvesting, onderhoud van het gebouw, sociale ondersteuning, enz.) Wat waren de meest genoemde aanleidingen tot klachten van sociale huurders en kandidaat-huurders van de OVM's in 2019 en 2020?
4. Hoeveel klachten werden volgens de door de BGHM verstrekte statistieken voor de jaren 2019 en 2020 door de raden van bestuur van de OVM’s onontvankelijk verklaard? Hoeveel klachten zijn ontvankelijk maar niet gegrond bevonden? Hoeveel klachten zijn door de raden van bestuur van de OVM's in 2019 en 2020 ontvankelijk en gegrond bevonden?
5. En volgens die gegevens voor de jaren 2019 en 2020, hoeveel ontevreden klagers over de beslissingen van de raden van bestuur van de OVM's gingen in beroep bij de BGHM? Heeft de BGHM beroepen toegewezen of heeft het de beslissingen van de raden van bestuur van de OVM's systematisch in eerste aanleg bevestigd?
 
 
Antwoord    In bijlage 1 vindt u een tabel met het aantal klachten dat voor elke OVM in 2019 en 2020 is ingediend, evenals de redenen voor die klachten.


In 2019 waren 34 van deze klachten afkomstig van kandidaat-huurders en 91 klachten van huurders


In 2020 waren 29 van deze klachten afkomstig van kandidaat-huurders en 73 klachten van huurders


Wat het aantal ontvankelijk geachte klachten voor de jaren 2019 en 2020 betreft, moet er allereerst op worden gewezen dat de cijfers verschillen van de in bijlage 1 opgenomen cijfers.

De tabel in bijlage 1 heeft namelijk betrekking op de klachten die tijdens de betrokken kalenderjaren zijn ingediend.

Het zal u echter niet verbazen dat een deel van de klachten dat in 2019 door de OVM's is behandeld, in het laatste kwartaal van 2018 is ingediend.


Zo werden sommige klachten die de OVM's in het laatste kwartaal van 2019 ontvingen, ook pas begin 2020 verwerkt.

Van de 130 klachten die in 2019 daadwerkelijk door de OVM's zijn behandeld:

- Werd geen enkele klacht als niet-ontvankelijk beschouwd;
- Werden 82 klachten ongegrond bevonden door de RvB van de OVM’s;
- Werden 37 klachten gegrond of gedeeltelijk gegrond bevonden;
- En werden 11 klachten zonder voorwerp verklaard.

Van de 124 klachten die in 2020 daadwerkelijk door de OVM's zijn behandeld:

- Werd geen enkele klacht als niet-ontvankelijk beschouwd;
- Werden 72 klachten ongegrond bevonden door de RvB van de OVM’s;
- Werden 39 klachten gegrond of gedeeltelijk gegrond bevonden;
- En werden 13 klachten zonder voorwerp verklaard.

De volgende gevallen zijn opgenomen in de categorie "zonder voorwerp":

- Klachten waarbij het probleem werd opgelost tussen de indiening van de klacht en het onderzoek ervan door het beslissingsorgaan van de OVM;

- Klachten waarvoor een van de twee partijen na de indiening ervan en voor het onderzoek ervan door de RvB heeft besloten juridische stappen te ondernemen;
- Klachten waarvoor de OVM's niet bevoegd zijn (bijvoorbeeld: burenhinder).



In 2019 zijn er 30 beroepen ingediend en in 2020 27.



De tabel in bijlage 2 geeft een overzicht van de beslissingen die in het kader van deze beroepsprocedures zijn genomen.