Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de sluiting van verschillende NMBS-stations, onder meer in Brussel

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 863)

 
Datum ontvangst: 30/03/2021 Datum publicatie: 08/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enkele dagen geleden stond in de kranten dat 44 op 135 loketten in België binnenkort worden gesloten. De reden die de NMBS daarvoor aanhaalt is dat de kosten van die loketten te hoog zijn, omdat ze weinig gebruikt zouden worden en tussen 60% en 92% van de tijd niet actief zouden zijn. Sommige van die loketten zouden de NMBS meer kosten dan de prijs van de vervoerbewijzen die er verkocht worden.

Op de lijst van de stations waar de loketten zullen worden gesloten, staat onder meer het station van Jette. Hoewel de federale minister van Mobiliteit zijn afkeuring over de mededeling al heeft laten weten aan de raad van bestuur en gevraagd heeft om de beslissing te herzien en de situatie recht te zetten, komt zijn reactie te laat en is het kwaad al geschied.

Ik durf te hopen dat u in dit dossier voet bij stuk zult houden tegenover uw federale collega om geen enkel loket in de Brusselse stations te sluiten. In plaats van te desinvesteren in onze stations, zouden we er juist een levendige doorgangsplaats van moeten maken, waar de multimodaliteit concreet gestalte krijgt.

Heeft u over die kwestie al contacten gelegd met uw federale tegenhanger? Welke perspectieven worden geboden aan de Brusselse stations? Wordt er gedacht aan een partnerschap met het Gewest, maar ook met de Brusselse gemeenten, om onze stations een sleutelrol te laten spelen in het leven in de wijken, maar ook in de mobiliteit binnen en buiten de wijken? Welke perspectieven hebt u al geboden aan degenen die in Brussel de trein gebruiken of aan degenen die dat zouden kunnen doen om onze stations aantrekkelijker te maken?
 
 
Antwoord    Wat de contacten betreft
U weet dat de raad van bestuur van de NMBS, een autonoom overheidsbedrijf onder het toezicht van de federale regering, op 24 november 2020 besloten heeft 44 stations te sluiten. Het enige getroffen station in het BHG is dat van Jette. Deze beslissing viel na de vaststelling dat de ticketverkoop aan de loketten sterk is gedaald. Daarnaast is besloten dat er geen naakte ontslagen komen. Het loketpersoneel zal een andere job krijgen via interne mobiliteit, afvloeiingen via opruststelling en een aantal begeleidingsmaatregelen.

Over deze beslissing zijn er contacten geweest tussen mijn kabinet en het kabinet van de bevoegde minister Gilkinet, om na te gaan hoe we kunnen samenwerken en de uitdagingen aanpakken.

Op uitdrukkelijk verzoek van minister Gilkinet heeft er op 9 februari een buitengewone raad van bestuur plaatsgevonden en heeft de NMBS besloten bijkomende begeleidingsmaatregelen te treffen. Het betreft met name de volgende verbintenissen:
- Samenwerkingsovereenkomsten sluiten met de betrokken gemeenten om ervoor te zorgen dat de stations waar de loketten definitief sluiten geen spookstations worden. Als er activiteiten zonder winstoogmerk worden in ondergebracht, moet de ruimte ter beschikking worden gesteld aan een prijs die overeenstemt met de reële beheers- en werkingskosten;
- Alle betrokken stations moeten openblijven en toegankelijk zijn voor de reizigers, in zo veilig en comfortabel mogelijke omstandigheden. Dit betekent ook dat de wachtzalen in vergelijking met de huidige situatie ruimere tijd moeten open zijn;
- Voor het volledige spoornet bijkomende maatregelen treffen om de digitale kloof te dichten en de toegankelijkheid van treinen te verbeteren voor alle doelgroepen. In het bijzonder moet met bpost worden nagegaan of er kan worden samengewerkt rond dienstverlening die de ticketautomaten, die overigens in alle stations blijven bestaan, niet kunnen leveren.

De minister zal er trouwens alles aan doen opdat de volgende beheersovereenkomst met de NMBS concrete maatregelen zou bevatten voor het onthaal van en dienstverlening aan de reizigers, in het bijzonder verbintenissen m.b.t. het onthaal in stations. Er valt op te merken dat de huidige beheersovereenkomst met de NMBS van 2008 dateert en dat ze in dit verband geen enkele verplichting aan dit autonome overheidsbedrijf oplegt.

In de komende weken en maanden zal minister Gilkinet ervoor zorgen dat de NMBS haar concrete verbintenissen naleeft. Het verheugt me dat de minister de spoorwegmaatschappij tot deze verbintenissen heeft bewogen. Dat was vroeger helemaal niet het geval. Tegen deze achtergrond kunnen we sinds 1 oktober rekenen op de verbintenis van de minister; hij is een fervent pleitbezorger van het openbaar treinvervoer in alle gewesten van het land.

Wat de vooruitzichten betreft
U weet dat het treinaanbod samen met de metro en een aantal andere MIVB-lijnen de ruggengraat vormt van het openbaar vervoer in Brussel. Het Good Move-plan is duidelijk over deze strategische rol en de betrokken infrastructuur valt logischerwijze onder het openbaar vervoer van het PLUS-niveau. In dit netwerk is het aantal treinstations de voorbije jaren alleen maar toegenomen: de (her)ingebruikname van Mouterij en Arcaden in 2015, Thurn en Taxis in 2016 en tot slot Anderlecht in 2020. Zodoende telt het Gewest momenteel 35 treinstations. Dit netwerk uitbreiden zou interessant zijn, maar een deel van de stations omvormen tot ware ontmoetingsruimten is momenteel prioritair. Ze moeten knooppunten worden voor de buurtmobiliteit, maar in de mate van het mogelijke ook bruisende plekken waar het fijn toeven is.

Dit idee is ook terug te vinden in het Good Move-plan, dat bepaalt dat (onder andere) stations “centrale punten zijn, waarvan de ontwikkeling bijzondere aandacht krijgt en verder gaat dan de technische functie alleen: integratie in het stedelijk weefsel, diversiteit van functies, kwaliteit van stap- en fietsroutes.”

Het is dus de ambitie de mogelijkheden voor intermodale verplaatsingen te versterken door polen te herijken en ze op te nemen in het stadsweefsel, en er daarnaast voor te zorgen dat deze polen trefpunten worden waar info en advies over alle mobiliteitsdiensten beschikbaar zijn, en waar deze diensten kunnen worden aangekocht, ook in de vorm van een abonnement. Actiefiches C.2 en C.8 van het Good Move-plan gaan dieper op deze doelstellingen in.

Concreet hebben Brussel Mobiliteit en mijn kabinet voor sommige van deze stations en de onmiddellijke omgeving al een aantal projecten bepaald waarover we momenteel overleggen met de NMBS en Infrabel. Zodoende kan hun investeringsprogramma wat de Brusselse locaties betreft zo goed mogelijk bijdragen tot de concretisering van de aangekondigde projecten.