Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het verlenen van concessies binnen het havendomein

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 757)

 
Datum ontvangst: 31/03/2021 Datum publicatie: 28/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 04/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De haven bezit terreinen en loodsen die als concessie worden verleend aan bedrijven die materiaal willen opslaan of diensten willen verlenen in verband met het gebruik van de waterweg.

Onder andere moeten de TIR-opslagplaatsen worden genoemd, waarvan de bouw uit 1958 dateert.
De activiteiten in deze TIR-opslagplaatsen waren vrij intensief en de locatie werd bediend per spoor, dat in de jaren 1990 werd opgeheven wegens het gebrek aan voldoende spoorverkeer.

Volgens artikel 15 van het beheerscontract "is het doel van de haven een toonaangevende duurzame speler te maken die de ontwikkeling van duurzame stadslogistiek stimuleert en implementeert, met name door de groepering van goederen en de economische overgang".

De laatste jaren heeft de Haven voortdurend aangedrongen op de noodzaak te beschikken over moderne logistieke opslagplaatsen die met name de opslag van goederen op hoog niveau mogelijk maken, wat niet mogelijk is in de TIR-opslagplaatsen.

Aan deze verwachting van de logistieke bedrijven kan tot op heden niet worden voldaan, omdat de Haven niet tijdig de nodige investeringen heeft kunnen doen om de potentiële klanten moderne logistieke gebouwen ter beschikking te stellen.
De Haven kan niet voldoen aan een bestaande vraag en kan geen concessies verlenen aan logistieke bedrijven.

Deze handicap dateert al van enkele jaren geleden en de verschillende opeenvolgende regeringen hebben het dossier voor een logistiek centrum op een beschikbare ruimte, namelijk Schaarbeek-Vorming, systematisch genegeerd.

Zoals u in uw verklaring van 4 januari 2021 hebt bevestigd, heeft Citydev.brussels het terrein van 40 hectare, waarvan 20 hectare voor de Haven zou worden gereserveerd, aangekocht om er een logistiek centrum te vestigen.
Laten we eraan herinneren dat in december 2017 werd bevestigd dat het Gewest niet over de financiële middelen beschikte om de site Schaarbeek-Vorming aan te kopen.

Wij zijn verheugd over de genomen stap, maar tot op heden is er nog geen bevestiging gegeven over de evolutie van de aan Citydev.brussels toevertrouwde aankoopprocedure.

Het uitblijven van een aankoop van het 40 hectare grote terrein en de aangekondigde opheffing van de spoorwegverbinding met de Brusselse voorhaven zullen de logistieke bedrijven er waarschijnlijk niet toe aanzetten Brussel als vestigingsplaats voor hun activiteiten te kiezen.

Derhalve verzoek ik u de volgende toelichtingen te verstrekken:

- Werd de opdracht die in 2018 aan Citydev werd toevertrouwd om 40 ha ruimte aan te kopen op de site Schaarbeek-Vorming tot op heden gerealiseerd?
- Zo niet, wat is de reden voor dit uitstel?
- Wat is de status van de procedure die de Haven heeft aangespannen tegen Infrabel over de beslissing om de spoorwegverbinding naar de voorhaven te schrappen?
 
 
Antwoord    1)
De in 2018 opgestarte discussies zijn nog niet afgerond. Deze werden op verzoek van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur opgeschort na ontvangst van een brief gericht aan de vorige regering.

De huidige regering heeft aan het begin van de legislatuur opnieuw contact opgenomen met de voogdijministers van het FSI en de NMBS, maar vooraleer er nieuwe uitwisselingen konden worden gepland moest de vorming van de nieuwe federale regering worden afgewacht.

Het terrein van 40 ha dat aan het FSI toebehoort zou in principe door Citydev moeten zijn aangekocht. De gesprekken zijn aan de gang.


Een nota om aan de regering voor te leggen wordt met het oog hierop voorbereid. Deze nota heeft tot doel Citydev te mandateren de onderhandelingen (opnieuw) op te starten.
Verder dient de programmering te worden geüpdatet op basis van de nieuwe doelstellingen van de Gewestelijke Beleidsverklaring en de resultaten van een reeks aan de gang zijnde studies met betrekking tot de openlegging van de Zenne en het behoud van de spoorweg op de site.

Na de verwerving zou een gedeelte van de site (17 ha) ter beschikking van de Haven van Brussel gesteld kunnen worden opdat de haven er een multimodaal logistiek ‘low carbon emission’ platform kan inrichten.


Citydev.brussels verbindt zich er eveneens toe met Leefmilieu Brussel te onderhandelen over de terbeschikkingstelling van een gedeelte van de site voor de openlegging van de Zenne.

2)
Zie antwoord 1

In het licht van de op handen zijnde ontmanteling, is de Haven van Brussel vanaf mei 2017 discussies gestart met Infrabel betreffende met name de verplaatsing van de spoorbundel aan de achterzijde van de site van Schaarbeek-Vorming.

Omdat elke oplossing in de herfst van 2018 echter uitbleef, heeft de Haven op 12 oktober 2018 Infrabel gedagvaard voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. De regering van het Brussels Gewest heeft zich, net als de belangrijkste havenoperator goederenvervoer, bij de zaak aangesloten.

In zijn vonnis van 20 december 2019 heeft de rechter de bevoegdheidsexceptie verworpen waardoor slechts één van de vier door de Haven ingeroepen, subjectieve rechten werd weerhouden, met name een recht van erfdienstbaarheid op de spoorlijnen. De rechter heeft in deze kwestie niet ten gronde beslist of dit subjectief recht te weerhouden is of dat het de overhand heeft op het eigendomsrecht dat het Fonds voor Spoorweginfrastructuur inroept.

De Haven van Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben dus tegen dit vonnis beroep aangetekend. Aansluitend op de nieuwe pleidooien van begin februari 2021, heeft het Hof van Beroep van Brussel zich op 23 maart 2021 uitgesproken en beslist om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie betreffende artikel 15 van verordening EU 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11/12/2013 inzake de beleidslijnen van de Unie voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk.
Om de doeltreffendheid van het verwachte antwoord van het Hof van Justitie te garanderen, heeft het Hof van Beroep Infrabel verboden om de betwiste inrichtingen te ontmantelen tot aan de uitspraak van het Hof van Beroep.

Tegelijkertijd hebben er gesprekken plaats tussen de kabinetten van minister Gilkinet en minister Maron, de Haven en Infrabel om te onderzoeken welke technische en financiële alternatieven er bestaan met het oog op de vervroegde inrichting van een nieuwe spoorbundel en het onderhoud door Infrabel van het toegangsspoor naar de voorhaven en de twee overblijvende sporen van de huidige spoorbundel.