Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de fiscale voordelen voor de als lichte vrachtwagens ingeschreven pick-uptrucks.

Indiener(s)
Juan Benjumea Moreno
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 316)

 
Datum ontvangst: 29/01/2021 Datum publicatie: 19/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 18/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Wie vandaag een pick-uptruck (terreinwagen met laadbak voor het vervoer van lichte vracht) aankoopt, is vrijgesteld van de belasting op inverkeerstelling (BIV). Ook de jaarlijkse verkeersbelasting ligt een pak lager dan die voor een klassieke stadswagen. Dit soort type voertuig wordt beschouwd als een voertuig dat voor professionele doelen - het vervoeren van lichte vracht - wordt gebruikt en bijgevolg heeft de fiscale wetgever een fiscaal voordeel willen toekennen.

In België worden er al drie jaar op een rij zo'n 7.000 pick-uptrucks per jaar verkocht. De voorbije tien jaar is de verkoop ervan verdrievoudigd. Die pick-uptrucks worden steeds meer enkel voor privédoeleinden gebruikt. En ook zij genieten van dit fiscaal voordeel. In een stedelijke context als die van ons gewest betekent dat een toevloed aan wagens die noch in ecologische, noch in ruimtelijke zin aangepast zijn aan het verkeer in onze stad. Bij een verkeersongeval zijn pick-uptrucks bovendien vijf keer dodelijker voor voetgangers en fietsers dan gewone wagens. Het VIAS-Instituut berichtte dat 54% van SUV-bestuurders toegeeft minstens een keer maand sneller dan toegelaten te rijden, ver boven het gemiddelde van alle bestuurders (28%).

De Vlaamse regering heeft al aangegeven dit fiscaal voordeel in geval van louter privégebruik te willen schrappen. De bevoegde minister gaf aan hier voor een samenwerkingsakkoord met de andere twee gewesten te willen sluiten.

Ook het Brussels regeerakkoord spreekt een duidelijke ambitie uit in deze zin: "Het systeem van de Belasting op de Inverkeerstelling (BIV) zal worden herzien door een grotere progressiviteit (...) in te bouwen om de aankoop van voertuigen die niet aangepast zijn aan het verkeer in een stedelijke omgeving, te ontmoedigen".

Mijn vragen:

* Is Brusselse regering van plan om deze problematiek aan te pakken in het kader van de door haar geplande hervorming van de BIV en VB?
* Hoeveel wagens zijn in het Brussels Gewest ingeschreven onder dit stelsel? Welk aandeel vertegenwoordigen ze binnen de in Brussel ingeschreven wagens?
* Heeft u hierover al overleg gepleegd met uw collega's in de andere twee gewesten? Welke vorm van samenwerking zal hier nodig zijn?
 
 
Antwoord    Vooreerst wens ik op te merken dat uw vraag zowel gewag maakt van SUV's (= Sports Utility Vehicle) als van pick-ups, evenwel komt de definitie van een pick-uptruck niet noodzakelijk overeen met deze van een SUV.


Ik begrijp dat u in uw vraag vooral het oneigenlijk gebruik door particulieren aankaart van pick-uptrucks die ingeschreven zijn als lichte vrachtauto’s teneinde van de lagere taxatie van lichte vracht te kunnen genieten.


De fiscale definitie van een lichte vrachtauto vindt men terug in een samenwerkings-akkoord van 24 juni 2005, die vervolgens is opgenomen in artikel 4 van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. Deze definitie bepaalt vooral de manier waarop de laadruimte afgescheiden moet zijn van de passagiersruimte en de verhouding tussen de lengte van de laadruimte en van de wielbasis.

Vermits pick-uptrucks aan de definitie van een lichte vrachtauto voldoen, ondergaan ze dus dezelfde fiscale behandeling.

En ze genieten dus ook in de drie gewesten van datzelfde fiscale regime: ze zijn niet onderhevig aan de belasting op de inverkeerstelling en worden in de jaarlijkse verkeerbelasting belast volgens de maximaal toegelaten massa van het voertuig. Deze belasting ligt inderdaad veelal een pak lager dan de belasting op personenauto’s die gebaseerd is op de fiscale pk.

De ratio legis van dit voordelig fiscaal regime is dat dit type voertuig aangewezen of soms zelfs noodzakelijk is voor specifieke beroepsdoeleinden (bijvoorbeeld (bos)bouw, tuinaannemers,…).

Om het betrokken fiscaal regime aan te passen, moeten de gewesten overleggen en een samenwerkingsakkoord afsluiten. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering staat hiervoor open en is reeds ingegaan op de uitnodiging van de Vlaamse Minister van Financiën om overleg te plegen over een wijziging van de definitie van een lichte vrachtauto. Een eerste informeel en constructief overleg tussen de drie gewesten vond reeds eind januari van dit jaar plaats en zal zeker worden verder gezet.

Voor wat betreft het aantal “pick-ups” dat werd ingeschreven in Brussel, kan worden meegedeeld dat het gaat om 3.343 pick-uptrucks (toestand op 1 maart 2021), op een totaal wagenpark van ongeveer 650.000 voertuigen, of zo’n 0,5%. De omvang van een dergelijk voertuig ontmoedigt kennelijk het bezit en gebruik ervan in een grootstad.

Verder, zoals u weet, wenst de Brusselse Regering een nieuwe slimme kilometerheffing in te voeren, waarbij niet langer het bezit van een voertuig wordt belast, maar wel het gebruik ervan op de weg.

In het huidige voorstel bepaalt de cilinderinhoud mede het te betalen bedrag aan kilometerheffing. Op die manier wordt het gebruik van voertuigen met een hoger fiscaal vermogen (zoals de meeste pick-uptrucks) ontmoedigd.

De recente invoering van een 30km/u zone in het volledige Gewest (op de grote assen na), tot verhoging van de verkeersveiligheid, moet er ook toe bijdragen dat het gevaar dat pick-ups kunnen vormen in het verkeer voor andere weggebruikers (en in het bijzonder voor voetgangers en fietsers) afneemt.