Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het federaal beheer van Brusselse Culturele instellingen en gebouwen in Brussel.

Indiener(s)
Khadija Zamouri
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 548)

 
Datum ontvangst: 05/03/2021 Datum publicatie: 28/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 27/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het verleden hebben we er vanuit onze fractie al vaak op aangedrongen dat de federale culturele instellingen in Brussel, voor ons gewest ook economische infrastructuur is. Ze hebben een uitzonderlijke culturele waarde. Ze hebben ook een economische waarde qua toeristische aantrekkingskracht. We hebben het gehad over de lekken in het KMKG in het Jubelpark en over het vroegtijdig moeten sluiten van de prestigieuze overzichtstentoonstelling over het werk van Rogier van der Weyden in het Koninklijk Museum voor Oude Kunsten, onder andere wegens waterinsijpeling. Mijn collega Carla Dejonghe heeft daarentegen met succes geijverd voor de renovatie van het Horta/lambeau Paviljoen van de Menselijke Lusten in het Jubelpark. 

Een doorn in het oog zijn hier ook de Japanse Toren en het Chinees paviljoen, onderdeel van het Koninklijke Museum voor Kunst en Geschiedenis. De onmiddellijke bevoegdheid berust hier bij de staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen.  Ik heb destijds al aangeklaagd dat de schijnbaar uitzichtloze sluiting en renovatie van beide gebouwen, ons gewest veel kost in termen van toeristische inkomsten en dus tal van afgeleide jobs. Dat was voor Corona. De Japanse toren is gesloten sinds 2013. Hij was gesloten bij de viering van 150 jaar diplomatieke betrekkingen met Japan in 2016. Ook vandaag ligt het er allemaal zeer triestig bij.

Vandaag zijn er twee nieuwe gegevens: er is de trend naar staycation. Mensen zijn massaal op zoek naar toerisme in eigen land. De hele site Paviljoen en Toren zijn hierbij een mogelijke troef voor ons gewest dat we missen.

Er is de jaarlijkse opening van de Koninklijke Serres en de vraag van vele Brusselaars om het Koninklijk Park deels te openen en toegankelijk te maken voor de Brusselaars. Iedereen weet dat vanuit het Park aan de kant van de Serres, het mooiste zicht op de toren is. Het Paleis had de laatste jaren ook een extra inspanning gedaan om het bezoek uit te breiden en zelfs een theehuis in te richten om na een bezoek nog wat te kunnen nagenieten. De combinatie van Paviljoen, Toren, Serres en Park is een ongelooflijke binnenlandse en buitenlandse economische troef voor Brussel. 

We hebben uiteraard alle begrip voor de vele praktische problemen en gevoeligheden die een toegankelijkheid van een gedeelte van het koninklijk park kunnen stellen. We hebben minder begrip voor de zeer trage renovatie van het Chinees paviljoen en de Japanse Toren.

Daarom stel ik volgende vragen:

-          Heeft u die al aangekaart bij de federale regering en hebben zij al een perspectief kunnen geven op heropening Chinees Paviljoen en Japanse Toren? Is er overleg met de Regie der Gebouwen?
-          Kan een heropening van het Chinees Paviljoen en de Japanse Toren gekoppeld worden aan een gecombineerd bezoek aan de Serres en het park (al dan niet bij een gedeeltelijke opening van het Koninklijk Park van Laken)? Is hier ook een mogelijke dialoog met de Regie der Gebouwen en de Koninklijke Schenking mogelijk.
-          En wat uw eigen bevoegdheden betreft: is er een rol weggelegd voor visit.brussels of perspective.brussels om de economische meerwaarde van de federale culturele instellingen in Brussel te berekenen (directe en indirecte economische weerslag)? Zijn hier gegevens van?
 
 
Antwoord    De staat en de sluiting van deze gedenkwaardige gebouwen die samen met onder meer de koninklijke serres en het park de toeristische aantrekkingskracht van de Heizel kunnen aanzwengelen, valt uiteraard te betreuren, maar uit onze contacten met de federale overheid is gebleken dat de renovatie ervan geen deel uitmaakt van de renovatieprioriteiten voor de federale wetenschappelijke instellingen. Hoewel het Brussels Gewest wel al eens een financiële tegemoetkoming levert voor de federale instellingen, is het overigens de federale overheid die bevoegd is voor dit erfgoed en is het dus ook voornamelijk zij die verantwoordelijk is voor de werken. Daarom zou het misschien aangewezen zijn om dit debat op federaal niveau te voeren.

Ik ben het dus volledig met u eens dat het voor het Brussels Gewest interessant zou zijn om een gecombineerd bezoek aan de koninklijke serres, het Chinees Paviljoen en de Japanse Toren te kunnen aanbieden, maar dat perspectief blijkt jammer genoeg in de nabije toekomst niet haalbaar.

De federale culturele instellingen zijn een belangrijke troef in het toeristische aanbod van Brussel. In haar opdracht voor het promoten van het culturele aanbod in Brussel worden de federale culturele instellingen uiteraard op intensieve basis meegenomen. Dit werk gebeurt via de website, agenda.brussels, de campagnes, enz.

Visit.brussels heeft geen specifieke cijfers omtrent de economische waarde van de federale culturele instellingen in Brussel. Deze zijn mogelijk wel beschikbaar bij de bevoegde federale overheid.


Op het vlak van het berekenen van de algemene toegevoegde economische waarde beschikken we door de samenwerking tussen de toeristische regionale instellingen wel over cijfers op sectoraal niveau.

Volgens de ‘Tourist Satellite Account’ uit 2018 van Toerisme Vlaanderen was de
totale toegevoegde economische waarde van alle sub-sectoren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest goed voor 69,5 miljard €. Daarin was de sub-sector toerisme goed voor een aandeel van 5,3% of afgerond 3,66 miljard €.

In deze 3,66 miljard € waren de culturele activiteiten goed voor een aandeel van 6%, of 218 miljoen €.

In dezelfde ‘Tourist Satellite Account’ werd ook een berekening gemaakt van de tewerkstelling in de toeristische sector. In 2018 was de toeristische sector goed voor 57.547 werknemers. Daarvan werkten 10% in de culture sector.