Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Voorwaarden voor de toekenning van de Oxygen-lening

Indiener(s)
David Leisterh
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 369)

 
Datum ontvangst: 21/04/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 18/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 2 februari laatstleden heeft het Gewest de Oxygen-lening ingevoerd voor de Brusselse ondernemingen die door de Covid-crisis zijn getroffen, om ze in staat te stellen hun cashflowproblemen op te vangen en ze aldus te helpen hun activiteit weer op te starten of hun ontwikkeling weer op gang te brengen.

De lening heeft een maximale looptijd van 7 jaar en kan variëren van 10.000 tot 100.000 euro met een rentevoet van 1,75%. Ze is bestemd voor handelsondernemingen die vóór 15 maart 2020 bij de Kruispuntbank van Ondernemingen werden geregistreerd, in Brussel gevestigd zijn en financiering nodig hebben om hun activiteiten die door de crisis zijn getroffen, weer op gang te brengen.

De geldmiddelen moeten bestemd worden voor de wederopbouw van het bedrijfskapitaal, de aankoop van voorraden, investeringen of nog de uitvoering van achterstallige betalingen zoals schulden bij leveranciers.

Er zijn slechts 3 uitsluitingscriteria vastgesteld, namelijk opzegging van een krediet door een financiële instelling, een lopende gerechtelijke procedure bij de RSZ, de btw-dienst, het RSVZ of bij een leverancier en, tot slot, de niet-publicatie van de jaarrekening 2019.

Gelet op die context, wil ik u nu wijzen op het onbegrip van bepaalde economische actoren die ons hebben meegedeeld dat de administratie hun heeft laten weten dat hun onderneming niet voor de lening in aanmerking komt wegens niet-betaling van de aan de btw-dienst verschuldigde bedragen, hoewel met de belastingdienst een akkoord werd gesloten over een in de tijd gespreide betaling.

U bent het met mij eens dat die situatie in de verste verte niet beantwoordt aan het tweede uitsluitingscriterium, dat betrekking heeft op eventuele lopende gerechtelijke procedures.

In het licht van het voorgaande zou ik u de volgende vragen willen stellen:

- Ten eerste, bent u op de hoogte van eventuele weigeringen door de gewestelijke administratie om andere redenen dan de drie voornoemde uitsluitingscriteria?
- Hoe verklaart u dat de niet-betaling van de aan de btw-dienst verschuldigde bedragen, ondanks het bestaan van een akkoord voor gespreide betaling, als uitsluitingscriterium wordt beschouwd?
- Welke andere redenen worden aangehaald om de weigering van de lening te verantwoorden?
- Iedereen hier is zich ervan bewust hoe moeilijk alle economische actoren in Brussel het hebben om de gevolgen van de gezondheidscrisis te blijven dragen, vooral de horecasector, de evenementensector, het hotelwezen en de culturele sector, die meer dan wie ook dringend liquide middelen nodig hebben. Na een jaar van crisis is het uiteindelijk niet verwonderlijk dat die ondernemingen door een gebrek aan liquide middelen moeten vragen om hun terugbetalingen te mogen spreiden. Dat mag in geen geval een obstakel zijn voor extra steun die ze zouden kunnen krijgen. Welke oplossingen worden vandaag overwogen om ervoor te zorgen dat ze de lening wel krijgen?
- In het algemeen zou ik ook willen weten hoeveel aanvragen uw administratie heeft ontvangen en hoeveel leningen daadwerkelijk toegekend werden.
- Welke redenen werden voor alle weigeringen aangevoerd? Welke redenen hielden verband met een van de uitsluitingscriteria?

 
 
Antwoord    Vooraf moet worden opgemerkt dat Oxygen een lening is en geen premie. De instelling die belast is met Oxygen, is BRUSOC, een dochteronderneming van de GIMB/finance&invest.brussels, met deskundigheid op het gebied van financiële analyse, met name voor zelfstandigen en zeer kleine ondernemingen.

Ter herinnering: deze lening voor ondernemingen met minder dan 10 VTE's heeft de volgende kenmerken:
- een bedrag van 10.000 tot 100.000 euro;
- geen waarborg op de activa van de vennootschap of van haar bestuurder;
- een aflossingstermijn tot 7 jaar;
- aflossing van het kapitaal na 12 tot 36 maanden (lange franchises zijn uiterst belangrijk gezien de context);
- geen wederbeleggingsvergoeding;
- vaste voet van 1,75%.

Deze lening voor zko's, zelfstandigen en organisaties van de sociale economie vormt een aanvulling op de achtergestelde leningen die
finance&invest.brussels verstrekt aan ondernemingen met meer dan 10 VTE’s en die tot 600.000 euro kunnen bedragen.

Het is de bedoeling ondernemingen toe te laten de gezondheidscrisis te doorstaan en tegelijkertijd het herstel en de herontwikkeling voor te bereiden. Deze lening is bedoeld voor ondernemingen waarvan de omzet sterk wordt beïnvloed. De door BRUSOC uitgevoerde analyse moet echter het bestaan van toekomstperspectieven voor de zko aantonen.

Ondernemingen worden uitgesloten van de Oxygen-lening indien ze een van de volgende kenmerken hebben:       
- kredietopzegging door een financiële instelling;    
- lopende gerechtelijke procedure (btw, RSZ, RSVZ, leveranciers, enz.);
- niet-gepubliceerde jaarrekening 2019.

Naast de uitsluitingscriteria zijn er ontvankelijkheidscriteria. Te weten:
- ofwel een onderneming van minder dan 2 jaar oud (in dat geval wordt de ontvankelijkheid gegarandeerd);
- ofwel een onderneming van meer dan 2 jaar oud. In dat geval komt ze in aanmerking onder de volgende voorwaarden:
o Als het een handelsvennootschap betreft, moet ze minstens één exploitatiezetel in Brussel hebben en aan ten minste twee van deze vier criteria voldoen:
· maximale omzetdaling van 10% tussen 2018 en 2019;
· omzetdaling in 2020 beperkt tot maximaal 75% van de omzet in 2019;
· positief eigen vermogen op 31 december 2019;
· geen negatief nettoresultaat twee jaar op rij in 2018 en 2019 (behalve indien Ebitda 2018 > 0);    
- Als het een zelfstandige natuurlijke persoon betreft, moet deze minstens één exploitatiezetel in Brussel hebben en aan ten minste twee van deze drie criteria voldoen:  
o maximale omzetdaling van 10% tussen 2018 en 2019;
o omzetdaling in 2020 beperkt tot maximaal 75% van de omzet in 2019;
o geen negatief nettoresultaat twee jaar op rij in 2018 en 2019 (behalve indien Ebitda 2018 > 0).  

Wat de ontvankelijkheid betreft, voldeed er, volgens de op 26 maart 2021 beschikbare gegevens, van de 182 ontvangen dossiers slechts één (0,55%) niet aan de bovengenoemde criteria en was derhalve niet ontvankelijk.

De aanvragen worden daarna door het BRUSOC-team geanalyseerd. 

Het kredietcomité valideert vervolgens de tussenkomst op basis van financiële criteria zoals de terugbetalingscapaciteit, de analyse van de financiële behoeften, enz.

De informatie dat er een weigering was wegens niet-betaling van verschuldigde btw-bedragen lijkt niet correct te zijn volgens de door BRUSOC verstrekte informatie. Dit criterium is immers geen uitsluitend criterium en is niet in de uitsluitingscriteria opgenomen.

Bovendien, zelfs indien een attest of een afbetalingsplan deel uitmaakt van de informatie die BRUSOC in het kader van een kredietaanvraag vraagt, laat dat alleen toe een beter beeld te hebben van de situatie van de onderneming en haar reële financiële behoeften.

Wat het aantal ontvangen aanvragen en het aantal daadwerkelijk verstrekte leningen betreft, zijn de volgende cijfers vastgesteld per 19 april 2021:
- BRUSOC heeft 195 volledige dossiers ontvangen. Daarvan:
· zijn er 42 aanvaard voor een bedrag van 2.489.500 euro;
· zijn er 22 geweigerd na de financiële analyse.

Uitsplitsing per sector:

Activiteitensector

Horeca

27

64%

Food en agritech

1

2%

Gezondheid en welzijn

2

5%

Handel en B2C-diensten

7

17%

Media, cultuur en creatieve industrie

3

7%

Financiële diensten (fintech)

2

5%

Totaal

42

100%

 


Wat de uitsluitingsgronden betreft, is geen van de weigeringen gebaseerd op een uitsluitingscriterium. Slechts één weigering heeft betrekking op de ontvankelijkheidscriteria. De redenen voor weigering houden meestal verband met het gebrek aan terugbetalingsvermogen. Het merendeel van de weigeringen betreft immers ondernemingen in ernstige moeilijkheden die geen extra schulden kunnen aangaan.