Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de budgetten die vanuit Brussel Plaatselijke Besturen worden toegekend op vlak van de werken en renovaties aan de gemeentelijke buurtinfrastructuren.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 683)

 
Datum ontvangst: 24/03/2021 Datum publicatie: 04/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 31/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/04/2021 Ontvankelijk p.m.
31/05/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Recent mocht ik uw collega-Regeringsleden, Minister-President Rudi Vervoort en Minister Alain Maron, ondervragen omtrent de ontwikkeling van sport- en vrijetijdsinstallaties in de openbare ruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Bij de deelvragen omtrent de werken en renovaties aan de gemeentelijke buurtinfrastructuren en de budgetten die hiertoe werden/worden voorzien, werd echter verwezen naar uw bevoegdheden op vlak van Plaatselijke Besturen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u duiden hoeveel sport- en vrijetijdsinstallaties er in 2020 werden gebouwd, gerenoveerd en hersteld binnen de gemeentelijke buurtinfrastructuren? Om welk soort installaties gaat het daarbij telkens? Kan u de verdeling van deze installaties over de Brusselse gemeenten toelichten? Welke jaarlijkse kost is er voor het Gewest verbonden aan de installatie, renovatie en het onderhoud van deze voorzieningen? Hoeveel dergelijke installaties staan er momenteel in totaal geïnstalleerd in ons Gewest (eveneens opgesplitst per gemeente)? Hoe verhouden deze cijfers zich tegenover de cijfers uit 2019?
- Beschikt uw administratie over indicatoren die erop kunnen wijzen dat de Brusselse plaatselijke besturen ten gevolge van de coronacrisis minder sport- en vrijetijdsinstallaties hebben geïnstalleerd het afgelopen jaar? Wat is de desbetreffende planning voor 2021? Hoeveel installaties beoogt men dit jaar te installeren en hoe verhoudt dit zich tot het aantal installaties die in 2020 werden verwezenlijkt?
- In welke staat bevinden deze sport- en vrijetijdsinstallaties zich? Hoe worden de plaatselijke besturen hier ondersteund door het Gewest? In welke mate is het beheer ervan voor verbetering vatbaar? Wordt er voldoende gecontroleerd op de kwaliteit en veiligheid ervan, ook in het kader van de coronacrisis (bijvoorbeeld middels de terbeschikkingstelling van ontsmettend materiaal)?
- In welke mate wordt dit dossier vanuit uw administratie overlegd met betrokken actoren, zoals buurtbewoners, wijkcomités of sportclubs, omtrent het gebruik en de ‘opvolging’ van deze installaties? Hoe worden zij betrokken bij het beleid ter zake?
 
 
Antwoord    In 2020 heeft de Regering 26 projecten gekozen (op 10 december 2020). Deze selectie is gebeurd op basis van de projecten die werden ingediend door de gemeenten na een projectoproep. Aangezien de gemeenten over een termijn van 18 maanden beschikken om de projecten uit te voeren, zijn de werkzaamheden momenteel nog niet voltooid.

Als bijlage vindt u het overzicht van de recreatie- en sportfaciliteiten die werden gekozen voor het boekjaar 2020, met de vermelding van de gemeente en het soort infrastructuur.

De gewestelijke subsidie heeft betrekking op de infrastructuur of de renovatie van de infrastructuur. De gemeenten staan in voor hun onderhoud, wat dus geen kosten voor het Gewest met zich brengt.

Voor wat betreft de verwezenlijkingen sinds 2015, verwijs ik u graag door naar de website van de administratie die deze verwezenlijkingen publiceert (
www.plaatselijke-besturen.brussels). Voor 2018 worden eindafrekeningen nog geanalyseerd. Ze zullen nadien gepubliceerd worden.

De selectie van de projecten 2018 vond pas plaats op 4 juli 2019 en aangezien 2019 bovendien een verkiezingsjaar was, werd er geen projectoproep gelanceerd. Er kan dus geen vergelijking gemaakt worden tussen de cijfers 2019-2020.

Het volledige bedrag van de subsidie voor de investeringen in buurtsportinfrastructuur voor 2018 bedraagt 2.222.555 euro; dat voor 2020 bedraagt 1.771.190 euro.

Wat de eventuele gevolgen van de coronacrisis op het aantal installaties betreft, meld ik u dat mijn administratie niet over indicatoren daaromtrent beschikt. De termijn om de eindafrekeningen voor de projecten 2019 in te dienen, werd evenwel verlengd, gelet op de moeilijkheden als gevolg van de coronacrisis.

De planning van de projecten voor 2021 ligt nog niet vast. De projectoproep 2021 wordt immers pas afgesloten op 31 mei eerstkomend. De Regering zal tegen de zomer van 2021 een selectie van de projecten maken, zodat zij de gemeenten in september van dit jaar kan melden welk(e) project(en) gekozen werd(en).

Gelet op de termijnen van de overheidsopdrachten en van de uitvoering van de werkzaamheden, zullen deze projecten logischerwijze in de loop van 2022 worden uitgevoerd.

Er moet op gewezen worden dat de Regering geen precies aantal infrastructuren voor ogen heeft, omdat het de gemeenten in alle gemeentelijke onafhankelijkheid zijn die oordelen en beslissen hoeveel installaties zij nodig hebben, welk type, etc.

Over de staat van de bestaande infrastructuren, alsook hun kwaliteit en veiligheid, heeft de administratie bestuur geen informatie, aangezien de verantwoordelijkheid daarvoor volledig bij de gemeenten ligt. Zij kunnen bij een nieuwe projectoproep dus beslissen om te kiezen voor een renovatie of een aanpassing aan de normen van hun infrastructuren.


Bij de toekenning van een subsidie legt het Gewest niettemin op dat de infrastructuur gedurende een periode van vijf jaar onderhouden moet worden.

Ten slotte, om uw laatste vraag in verband met het overleg met de betrokken actoren (wijkcomités, burgers, …) te beantwoorden, wil ik preciseren dat mijn administratie daaraan niet deelneemt. Zij nodigt daarentegen de gemeenten wel uit om een procedure te organiseren waaraan de betrokken burgers, verenigingen en comités kunnen deelnemen. Een van de selectiecriteria uit de projectoproepen is overigens het criterium “burgerparticipatie”, dat een gemeente toelaat om het aantal bekomen punten voor haar project te doen stijgen en aldus haar kansen dat het project uitgekozen wordt, te vergroten.