Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de collectieve en solidaire spaargroepen

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 568)

 
Datum ontvangst: 25/03/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 31/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds 2003 ontwikkelt de vzw Coordination et Initiatives pour Réfugiés et Étrangers (CIRÉ) collectieve solidariteitsspaarprojecten in samenwerking met het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (WFBHG). De collectieve en solidaire spaargroepen, waarvan het bestaan is vastgelegd in artikel 2, eerste lid, 28° van de Brusselse Huisvestingscode, hebben tot doel de toegang te bevorderen van kansarme gezinnen (en in het bijzonder gezinnen die bestaan uit niet-Belgische onderdanen) tot het bezit van een woning gelegen in het Brusselse Gewest. Dit originele mechanisme, dat geïnspireerd is op het mechanisme van de Afrikaanse roterende tontine, bestaat erin dat verscheidene gezinnen, verenigd in de vorm van een feitelijke vereniging, gedurende verscheidene jaren een maandelijkse bijdrage storten in een "gemeenschappelijke pot" om hun spaargeld bijeen te brengen en aldus een bedrijfskapitaal op te bouwen. De leden van de collectieve en solidaire spaargroepen kunnen op hun beurt uit deze "gemeenschappelijke pot" putten wanneer zij het voorschot moeten betalen dat verschuldigd is bij de ondertekening van de verkoopovereenkomst. Vier maanden later, bij de ondertekening van de verkoopakte, sluiten de kopers een hypothecaire lening af bij het Woningfonds tegen een verlaagd tarief dat de volledige aankoopprijs (100%) dekt. Zodra de lening is verkregen, moeten zij het bedrag van de storting in de "gemeenschappelijke pot" storten, waardoor de pot weer kan worden aangevuld.

Graag een antwoord op volgende vragen :

Hoeveel collectieve en solidaire spaargroepen zijn er volgens de gegevens van het CIRÉ en het WFBHG momenteel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Kunt u ons zeggen hoeveel gezinnen tot elk van deze groepen behoren? Kunt u ons ook informatie geven over het sociaal-demografische profiel van deze gezinnen?

Hoeveel gezinnen die deelnemen aan een collectieve en solidaire spaargroep hebben in de loop van de jaren 2019 en 2020 een woning kunnen verwerven in ons gewest door te genieten van een hypothecaire lening toegekend door het Woningfonds? Kunt u ons meer in het algemeen zeggen hoeveel gezinnen sinds 2003 in het Brusselse Gewest toegang hebben gekregen tot onroerend goed dankzij het systeem van collectieve en solidaire spaargroepen en die momenteel hun bij de WFBHG aangegane hypothecaire lening moeten terugbetalen? Lopen deze gezinnen, volgens de statistische gegevens waarover u beschikt, meer risico op onbetaalde maandelijkse termijnen en wanbetaling dan andere categorieën leningnemers van het Woningfonds?

Welke initiatieven heeft de Brusselse gewestregering sinds het begin van de huidige zittingsperiode genomen om de ontwikkeling van solidaire en collectieve spaargroepen te ondersteunen?
 
 
Antwoord    CIRÉ coördineert een solidaire spaargroep die momenteel 40 gezinnen omvat.


De vzw "Habitat et Humanisme” coördineert van haar kant een groep van 22 gezinnen.

Momenteel bestaat zowel bij CIRÉ als bij Habitat et Humanisme (net als in 2019 en 2020) meer dan de helft van de gezinnen uit eenoudergezinnen, bestaande uit vrouwen met kinderen (van 1 tot 5 kinderen).

Op het vlak van inkomen zijn er verschillende profielen, gaande van OCMW-steuntrekkers tot AOD’s, maar het gaat steeds om bescheiden inkomens.

In 2019 hebben 14 gezinnen (11 gezinnen van de collectieve en solidaire spaargroep van CIRÉ en 3 van de spaargroep van Habitat et Humanisme) een onroerend goed kunnen verwerven.

In 2020 hebben eveneens 14 gezinnen (11 gezinnen van de collectieve en solidaire spaargroep van CIRÉ en 3 van de spaargroep van Habitat et Humanisme) een onroerend goed kunnen verwerven.

Sinds 2003 is er sprake van 208 aankopen, waarvan 168 met een lening van het Woningfonds.

Van 2014 tot nu heeft het Woningfonds drie gedwongen verkopen geregistreerd. In de drie gevallen was er sprake van uitzonderlijke omstandigheden (echtscheidingsgeschillen of overlijden). Hoewel sommige gezinnen sporadisch met betalingsachterstallen te kampen hebben, worden deze situaties zonder gerechtelijke tussenkomst opgelost tussen de gezinnen en het Woningfonds door middel van een minnelijke schikking via bemiddeling van CIRÉ.

Het lage inkomensniveau van de betrokken gezinnen zal hen van nature meer dan normaal blootstellen aan de tegenslagen van het leven en de gevolgen daarvan.

Er moet echter op worden gewezen dat voor alle uitstaande woonkredieten het percentage geschillen of wanbetalingen bij deze gezinnen niet hoger is dan het percentage bij het gemiddelde van de portefeuille van het Woningfonds.


Wat de initiatieven van de gewestregering betreft, moet u weten dat aan CIRÉ een subsidie is toegekend van 153.680,80 euro in 2020 en van
156.754,42 euro in 2021.