Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende over de export van hout uit Brussel naar China en de import van in Brussel gebruikt constructiehout vanuit Oost-Europa

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 425)

 
Datum ontvangst: 06/04/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 21/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Volgens de coöperatieve vennootschap Sonian Wood, waarover Valentine Van Vyve berichtte in 'La Libre Belgique' van 11 januari, gaat het grootste deel van het hout dat in het Zoniënwoud wordt gekapt, naar de Aziatische markt, met name China.

Omgekeerd importeert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest jaarlijks 60.000 ton constructiehout uit Litouwen en Rusland.

Natuurlijk is handel een goede zaak, maar het is niet nutteloos zich af te vragen wat de relevantie en vooral de logica van dergelijke heen-en-weer handel.

Ik ben mij ervan bewust dat de hoge kwaliteit van onze productie ons in staat stelt hoge prijzen te verkrijgen die vaak alleen de exportmarkten kunnen betalen. Ik weet ook dat het systeem van openbare aanbestedingen u weinig manoeuvreerruimte laat.

Dit gezegd zijnde, ben ik ervan overtuigd dat deze situatie, indien dit bevestigd wordt vragen bij u heeft opgeroepen en u zelfs van slag heeft gemaakt en u heeft doen nadenken over de oplossingen voor dit probleem.

Kunt u deze informatie dus bevestigen, zowel wat betreft de mogelijke export van ons hout naar Azië als wat betreft de import uit Oost-Europa van ons constructiehout?

Kunnen oplossingen worden bestudeerd, bijvoorbeeld bij het opstellen van bijzondere bestekken, zonder dat de beoogde formules in strijd zijn met de Europese regelgeving?
 
 
Antwoord    Eerst moet er een onderscheid worden gemaakt tussen loofhout en naaldhout. De meeste Brusselse bossen bevatten loofhout, dat niet in de bouw wordt gebruikt. Dat hout wordt meestal geëxporteerd. Naaldhout wordt wel in de bouw gebruikt.


De officiële export- en importgegevens worden gecentraliseerd door de Nationale Bank van België. Deze statistieken zijn gebaseerd op de
intrastat-verklaringen van de ondernemingen voor de intracommunautraire handel en op de douaneaangiften voor de export.
Op basis van deze cijfers kan niet worden geconcludeerd dat we constructiehout uitvoeren naar China om er dan weer in te voeren vanuit Oost-Europa.

België exporteert een beperkt volume van gekapt stamhout van dennenbomen naar China - een brutoproduct dus - maar importeert constructiehout - een afgewerkt product - voornamelijk uit Polen. Het detail van die cijfers kunt u hieronder vinden.

In België
90% van het naar België ingevoerde hout komt uit Europa. Dat hout wordt duurzaam beheerd en de Europese bossen blijven groeien.

Er zijn helaas geen exacte cijfers voor het Brussels Gewest.
Wat de bouw betreft, is het ingevoerde houtvolume uiterst klein in vergelijking met het totale volume van gebruikt hout. De bouw gebruikt bijna 70 000 m³ hout per jaar, tegen een totale invoer van 2,3 m³ hout per jaar.

Analyse van de statistieken op Brussels niveau
De houtexport van het BHG naar China daalt met regelmaat (928 000 in 2018, 211 000 in 2019 en bijna niets in 2020). De export betrof hoofdzakelijk bruto-eikenhout (525 000 euro in 2018) en bruto beukenhout (161 000 euro).

Algemeen beschouwd exporteert het BHG sinds twee jaar “duplex-, triplex en multiplexhout, fineerhout en gelaagd hout” (37 miljoen EUR in 2019, 44 miljoen EUR in 2020), maar dat gaat vooral naar de buurlanden (
Frankrijk, Luxemburg, Duitsland en Nederland).

Wat de Brusselse import vanuit de landen uit het Oosten betreft, onderscheidt vooral
Letland zich in 2020 (import voor 5,1 miljoen EUR tegen 76 000 en 366 000 EUR in 2018 en 2019). Niettemin gaat het bijna uitsluitend om brandhout (rondhout of blokhout).
Na de buurlanden is dat voor het BHG het vijfde land van waaruit het hout invoert (
Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Luxemburg).
Wat de andere landen van het Oosten (of centrum-oosten) betreft, staat vooral
Polen hoog op de lijst (2,2 miljoen EUR in 2020). Van daaruit importeert Brussel hoofdzakelijk “schrijnwerk en gebinteonderdelen voor de bouw, met inbegrip van panelen met cellenstructuur...



Het BHG importeert ook hout uit
Oekraïne, Hongarije en de Tsjechische Republiek, maar dat is erg beperkt (jaarlijks tussen 70 000 en 300 000 EUR).

Wat de twee in uw vraag geciteerde landen betreft, is de Brusselse houtimport uit
Litouwen erg verwaarloosbaar en die uit Rusland onbestaand of bijna onbestaand (afhankelijk van het jaar).

De handel van dat hout is hoofdzakelijk lokaal of gericht op de buurlanden. Ze hangt ook af van de geografische verdeling van boomsoorten, die afhangt van het klimaat.
De bossen van Noord-Europa met een koud klimaat staan vol met naaldhout dat op een verantwoorde manier wordt geëxploiteerd en over het algemeen het label “ecologisch verantwoord” met zich meekrijgt. Het wordt als gebinte- en constructiehout gebruikt.
Hoewel het legitiem is om een korte bevoorradingsketen te promoten in de lastenboeken, zonder stil te staan bij de wettelijkheid van het opnemen van clausules inzake de geografische oorsprong van het constructiehout bestemd voor de Brusselse openbare markt, vertoont de markt geen zichtbaar onevenwicht, wat ons er niet toe aanzet om die weg op te gaan.
Maatregelen om het constructiehout in Brussel te bevorderen zullen eerst gevolgen hebben voor het gebruik van naaldhout, dat waarschijnlijk Europees zal zijn.

Maatregelen om het gebruik van loofhout (bewerkt hout) te bevorderen in de bouw kunnen interessant en erg innoverend zijn, maar ook ingewikkeld.

Voor dat soort projecten zal de impact op het gebruik (in m³) erg klein zijn, maar het Gewest kan zo wel naar voren treden als voorloper op het gebied van constructie in hout.