Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de technische inspectie van huurwoningen

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 586)

 
Datum ontvangst: 27/04/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 15/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/05/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Een van de aanbevelingen van het Wetenschappelijk Comité Huisvesting is de wil om een technische inspectie van huurwoningen in te voeren (1). Volgens deze logica moet elke eigenaar van een onbewoonbare woning aantonen dat deze conform is wanneer hij hem weer op de markt aanbiedt. Er werd immers vastgesteld dat, bij gebrek aan inspectie, de eigenaars waarvan de woningen niet mogen worden verhuurd in de staat van bevinding, hun eigendom al te vaak opnieuw verhuren zonder de werkzaamheden voor de conformering te hebben uitgevoerd.

Daarom zou ik u de volgende vragen willen stellen:

1) Hoe wordt deze aanbeveling van het Wetenschappelijk Comité Huisvesting momenteel door uw kabinet behandeld? Wordt hierover overleg gepleegd met uw collega's die belast zijn met Stedenbouw en Territoriale Ontwikkeling?

2) Wat is het verschil tussen deze aanbeveling en de huidige situatie?

3) Over welke menselijke, financiële en materiële middelen beschikt het Gewest momenteel om dit soort inspecties uit te voeren?

4) Worden of kunnen, naast de gewestelijke huisvestingsinspectie, andere gewestelijke of gemeentelijke administraties bij deze controles worden ingeschakeld?

5) Is deze aanbeveling op middellange termijn haalbaar? Kunt u de nadere regels van de operationele uitvoering ervan specificeren?

6) Zou de systematische uitvoering van dit soort technische inspecties een doeltreffende maatregel kunnen zijn om de grip van de huisjesmelkers in het Brussels Gewest te bestrijden?

https://www.lecho.be/economie-politique/belgique/bruxelles/pour-les-densites-baties-a-bruxelles-il-faut-sortir-de-la-culture-de-la-derogation/10285526.html
 
 
Antwoord    Momenteel kunnen alle woningen waarvoor een verhuurverbod geldt, pas weer legaal op de huurmarkt worden gebracht nadat er conformiteitswerken zijn uitgevoerd en nadat de Gewestelijke Huisvestingsinspectie een conformiteitscontroleattest heeft afgeleverd na een verplicht controlebezoek.


Verhuurders die een woning opnieuw verhuren zonder dat ze een conformiteitscontroleattest hebben verkregen, krijgen een administratieve geldboete tussen 2.000 tot 25.000 euro per verhuurde woning.


In het kader van het Noodplan is een samenwerking met de gemeenten tot stand gebracht om een geïnformatiseerd waarschuwingssysteem op te zetten dat een melding geeft van zodra een woning met een verhuurverbod het voorwerp uitmaakt van een verzoek tot inschrijving in het bevolkingsregister.

Op die manier zal de DGHI kunnen nagaan of de woning in overeenstemming is gebracht met de normen en de verhuurder desgevallend een boete kunnen opleggen.

Met dit systeem zullen de gemeenten ook de adressen kunnen doorgeven van woningen waarvoor een onbewoonbaarheidsbesluit werd genomen op grond van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet.

Voor de uitvoering van haar opdrachten beschikt de DGHI momenteel over 36 personen. Zij staan in voor de bestrijding van ongezonde woningen, de bestrijding van discriminatie, of beide.
Het Noodplan voor Huisvesting voorziet in de versterking van het personeel van de DGHI met 14 voltijdse equivalenten die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van ongezonde woningen.