Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het vermogen van de openbare vastgoedmaatschappijen.

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 598)

 
Datum ontvangst: 17/03/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/05/2021 Ontvankelijk p.m.
28/06/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De OVM’s beheren meer dan 39.000 sociale woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Elke OVM moet door de BGHM erkend zijn.

In artikel 54 van de ordonnantie houdende de Brusselse Huisvestingscode wordt bepaald dat er maximaal zestien erkenningen kunnen worden toegekend aan OVM’s. Ten gevolge van deze bepaling hebben de meeste OVM’s zich herpositioneerd: sommige zijn gefuseerd, andere werden dan weer geüsurpeerd. Op die manier werden het aantal OVM’s teruggebracht van 33 naar finaal (in januari 2018) 16 OVM’s, die alle gemeentes van het gewest dekken, met name 2 NV’s, 10 CVBA’s en 4 CV’s van huurders.

De evaluatie van deze hervorming werd op heden nog steeds niet uitgevoerd of zelfs opgestart!

***
Ik had u hierover dan ook graag de volgende vragen gesteld.

1. Wat is de timing voor de evaluatie van het rationaliseringsproces? Wanneer zal deze evaluatie opgestart worden?
2. Hoeveel bedraagt het eigen vermogen van deze 16 OVM’s? Kan u dit uitsplitsen per OVM?
3. Hoeveel winst hebben de OVM’s in 2019 en 2020 gemaakt? Kan u dit uitsplitsen per OVM?
4. Hoeveel bedraagt de boekwaarde van de gebouwen van de OVM’s? Kan u dit uitsplitsen per OVM?
5. Hoeveel bedroeg de schuld van de OVM’s in 2019 en 2020? Hoeveel intrest werd daarop betaald door de OVM’s? Kan u dit uitsplitsen per OVM?
6. Hoeveel toelagen/subsidies ontvingen de OVM’s in 2019 en 2020 van de Brusselse regering? Kan u dit uitsplitsen per OVM?
 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Het rationaliseringsverloop in de sector begon in september 2013 met de start van de erkenningsprocedure.

De rechtshandelingen vonden tussen medio 2014 en eind 2017 plaats.

De datum van inwerkingtreding van de 3 rechtshandelingen die eind 2017 plaatsvonden, was 1 januari 2018.

Artikel 35 van de beheersovereenkomst van niveau 1 (2015-2020) voorzag in een eerste evaluatie van het rationaliseringsverloop in de sector en de gevolgen daarvan. Aangezien de laatste verrichtingen echter op 1 januari 2018 in werking zijn getreden, heeft de BGHM besloten niet onmiddellijk met deze evaluatie te beginnen, zodat de laatste verrichtingen nog konden worden geïmplementeerd.

Het was de bedoeling dat deze eerste evaluatie in de loop van 2020 zou plaatsvinden. Door de gezondheidscrisis van Covid-19 was dit helaas niet mogelijk. Daarom is besloten deze eerste evaluatie na de gezondheidscrisis uit te voeren.


Daarom zal in juni 2012 een stand van zaken van de situatie worden opgemaakt (beslissingen van Codeco, ...). Die beslissing werd op 15 maart 2021 ter kennis gebracht van het beperkt overlegcomité.


Mijn kabinet en de OVM-federaties werden er bij deze gelegenheid eveneens van in kennis gesteld dat zij zullen worden verzocht vertegenwoordigers aan te wijzen om deel te nemen aan het comité voor de begeleiding van de opdracht dat zal worden opgericht.

De kwestie zal dan opnieuw op de agenda van het beperkt overlegcomité worden geplaatst na de stand van zaken die in juni 2021 zal worden opgemaakt.

In bijlage 1 vindt u de informatie over het niveau van de eigen middelen van elk van de OVM's voor het begrotingsjaar 2019.

Bijlage 2 bevat een overzicht van de winst die de OVM's voor 2019 hebben geboekt. De gegevens voor het begrotingsjaar 2020 zijn nog niet beschikbaar.


Wat uw vraag over de boekwaarde van de OVM-gebouwen betreft: deze stemt overeen met de geactualiseerde kostprijs van de woningen van de OVM’s. De tabel in bijlage 3 geeft de totale kostprijs voor elke OVM, alsmede de gemiddelde kostprijs van elke woning voor het jaar 2019, de meest recente beschikbare gegevens.


Wat de totale schuld van de OVM's voor de jaren 2019 en 2020 betreft, moet worden opgemerkt dat elke OVM jaarlijks een annuïteit betaalt voor de terugbetaling van de leningen die bij de BGHM zijn aangegaan.

De annuïteiten voor 2019 en 2020 vindt u in de tabel in bijlage 4.

Ter herinnering: sinds 2006 wordt 50% van de investeringskredieten voor de renovatie van bestaande woningen en de bouw van nieuwe woningen gefinancierd met subsidies. Daarnaast moeten de OVM’s, overeenkomstig de financiële verplichtingen, het bedrag van de door de BGHM in het kader van de vierjarenprogramma’s toegekende kredieten aan de BGHM terugbetalen middels 33 constante interestloze annuïteiten en met een last van 0,15%,


Tot slot, om uw laatste vraag te beantwoorden: de tabel in bijlage 5 geeft een overzicht van de subsidies die in 2019 en 2020 aan elke OVM zijn toegekend.