Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de mogelijkheid van een RPA voor de Witte Vrouwen-site.

Indiener(s)
Marie Nagy
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 599)

 
Datum ontvangst: 17/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 01/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/05/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    RPA’s leiden tot veel discussies en protest. Vandaag zijn in het Brussels Gewest niet minder dan 10 RPA’s opgestart. In de kranten van 10 mei laatstleden staat dat er een extra RPA zou kunnen worden uitgerold op de site Witte Vrouwen ter vervanging van het BBP.

Iedereen is het erover eens dat er betaalbare woningen van goede kwaliteit tot stand dienen te worden gebracht in een aangename omgeving, maar de RPA’s hebben de reputatie van een wetgevende bulldozer die werd ontworpen om de zaken te forceren.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Kunt u bevestigen dat de regering een RPA overweegt? Overweegt de regering eveneens de mogelijkheid om het BBP toe te passen met eventuele afwijkingen? Wordt er ook gedacht aan een opheffing van het BBP?
- Wordt er overleg met de gemeente Sint-Pieters-Woluwe gepleegd? Hoe verloopt het?
- Wanneer denkt de regering een beslissing te nemen?
 
 
Antwoord    Ik bevestig u dat het Gewest tot op vandaag met geen enkele studie begonnen is voorafgaand aan het opstellen van een RPA voor de site Witte Vrouwen, aangezien ik Perspective.brussels ook geen enkele opdracht heb gegeven om een voorontwerp van RPA voor de site Witte Vrouwen uit te werken.

Wat het RPA-instrument betreft, wil ik u er nogmaals op wijzen dat het gaat om de integratie van het richtschema in het BWRO. Het klopt echter dat dit richtplan een hybride plan is, aangezien het de bijzonderheid vertoont dat het de principiële indicatieve waarde van het richtschema behoudt, maar dat het regeringsbesluit waarbij het wordt goedgekeurd aan de bepalingen die erin vervat zijn verordenende waarde kan verlenen. Dit kenmerk van het RPA vormt het feitelijke doel van het instrument dat door de vorige regering nagestreefd werd om de ontwikkeling van gebieden die als prioritair beschouwd worden te vergemakkelijken.

Zoals u weet, en in tegenstelling tot wat men vaak leest, wordt de procedure voor het opstellen van een RPA omkaderd door het BWRO. Het gaat daarbij om een omslachtige en vrij lange procedure, omdat ze – indien het ontwerp naar aanleiding van het openbaar onderzoek geen ingrijpende wijzigingen ondergaat – de volgende stappen omvat:

· Een eerste denkoefening en territoriale diagnose door Perspective.brussels en eventueel daartoe aangestelde studiebureaus;
· Een fase waarin het betrokken publiek voorafgaand geïnformeerd wordt en inspraak krijgt;
· Het opstellen van een ontwerp-RPA en gelijktijdig daarmee een MER;
· Voortdurend overleg met de besturen die in het Gewestelijk Comité voor Territoriale Ontwikkeling (GCTO) zetelen;
· Een eerste goedkeuring door de regering in eerste lezing;
· Het organiseren van een openbaar onderzoek en het bijhorende MER over een periode van 60 dagen met gelijktijdig daarmee de raadpleging van meerdere op diverse gebieden bevoegde gewestelijke instanties, inclusief het advies van de GOC binnen 90 dagen na afloop van het openbaar onderzoek;
· De behandeling van de klachten en uitgebrachte adviezen met de verplichting te motiveren waarom de regering zou beslissen er geen rekening mee te houden;
· Een tweede goedkeuring van het ontwerp-RPA na het openbaar onderzoek;
· Een advies van de Raad van State binnen de 60 dagen;
· Een derde en laatste lezing.

In dit stadium is de Brusselse regering er dus voorstander van om met de gemeente Sint-Pieters-Woluwe te overleggen over een stedelijke ontwikkeling binnen het kader van het bestaande BBP, eventueel door een project voor te stellen dat afwijkt van sommige voorschriften ervan.

Sinds de hervorming van het BWRO is het BBP een instrument geworden dat uitsluitend op gemeentelijk initiatief berust, wat concreet betekent dat nu enkel de gemeenten kunnen beslissen om een procedure voor de uitwerking/wijziging/opheffing van een BBP op te starten.

Er wordt overleg gepleegd binnen een werkgroep waarin de BGHM, vertegenwoordigers van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe en leden van het kabinet van mijn collega Nawal Ben Hamou, staatssecretaris voor Huisvesting zetelen.

Ik verzoek u uw bijkomende vragen in verband met het tijdschema en de stand van zaken van de gesprekken tussen de BGHM en de gemeente aan haar te richten