Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de rattenproblematiek tijdens en na de lockdownperiode.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 724)

 
Datum ontvangst: 04/05/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 24/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
31/05/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u weet, heeft zowat elke grootstad – en dus ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – in wisselende mate te maken met een rattenproblematiek. Experten zijn het erover eens dat men in een stad nooit verder dan tien meter verwijderd is van een rat.

Verschillende ongediertebestrijders lieten recent weten dat de lockdownmaatregelen en de sluiting van de horeca deze problematiek van een nieuwe dimensie kunnen voorzien. Nu de knaagdieren hun vaste voedselbron (met name de plaatsen waar keukenafval terechtkomt) zien wegvallen, zoeken zij nieuwe oorden op en zwermen zij verder uit. De ratten zouden makkelijker hun weg vinden naar keukens en opslagplaatsen nu het daar veel rustiger is, en ze zouden zich door de weggevallen stresssituaties (van drukke keukens of afvalplaatsen) ook makkelijker kunnen voortplanten.

Recent mocht ik hieromtrent uw collega-Minister bevoegd voor Leefmilieu reeds schriftelijk ondervragen, maar in diens antwoord werd voor bepaalde aspecten eveneens verwezen naar uw bevoegdheden omtrent Dierenwelzijn.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u nader toelichten op welke manier en met welke frequentie de bevoegde administratie nagaat of deze regels effectief gevolgd worden? Hoeveel controles vonden hieromtrent reeds plaats sinds het begin van deze legislatuur? Werden er hieromtrent reeds inbreuken vastgesteld, waaruit bleek dat sommige acties onnodig leed veroorzaakten? Zo ja, welke verdere stappen werden hieromtrent ondernomen?
- Kan u, indien er acties plaatsvinden om de rattenpopulaties te verminderen, bevestigen dat deze acties diervriendelijk (d.w.z. op een manier waarop de dieren zo min mogelijk lijden) en via zo natuurlijk mogelijke bestanddelen gebeuren?
 
 
Antwoord    Artikel 15 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren bepaalt dat “indien het doden van een gewerveld dier zonder verdoving of bedwelming volgens de gebruiken van de jacht of de visvangst of op grond van andere rechtsvoorschriften toegelaten wordt, of gebeurt in het kader van de wetgeving ter bestrijding van schadelijke organismen, dan mag het doden enkel verricht worden volgens de meest selectieve, de snelste en de voor het dier minst pijnlijke methode”.

Het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel heeft daarover geen enkele klacht ontvangen. Bijgevolg werden geen controles uitgevoerd en werden dus ook geen inbreuken vastgesteld.

Het beheer van de rattenpopulaties valt onder de bevoegdheid van de minister van Leefmilieu. Ik nodig u uit hem te ondervragen, als u een gedetailleerde lijst met de toegepaste methoden wil bekomen.