Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gemeenschappelijke sportfaciliteiten

Indiener(s)
Margaux De Ré
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 728)

 
Datum ontvangst: 06/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 21/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Eind maart hebt u een mededeling gedaan over de financiering van gemeentelijke sportinfrastructuur. Er werden 12 projecten geselecteerd. Zoals u weet, wordt de beoefening van sport, zowel op amateurs- als op beroepsniveau, sterk beïnvloed door genderstereotypen. Het stimuleren van bepaalde activiteiten in plaats van andere kan dus een effect hebben op het gender.

Mijn vragen zijn:

Hoeveel middelen werden er vrijgemaakt voor de sportprojecten?
Beschikt u over een overzicht van de geselecteerde projecten en hun gendereffect?
Bent u voorstander van het gebruik van gendercriteria in deze oproepen tot het indienen van projecten, of van enig ander mechanisme om ervoor te zorgen dat de projecten zo inclusief mogelijk zijn?
 
 
Antwoord    Tijdens de Commissie voor de Binnenlandse Zaken heb ik inderdaad gecommuniceerd over de financiering van de gemeentelijke sportinfrastructuur.

Hoofdzakelijk ter verduidelijking van het gebrek aan budgettaire middelen en de alternatieve oplossingen die ik bestudeerde om de gemeenten zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen bij de financiering van hun sportinfrastructuur, en dat ondanks de moeilijke gewestelijke begrotingscontext. Ik verwijs derhalve naar het verslag van de zitting van 30 maart 2021 voor alle details van mijn tussenkomst.

Wat betreft de projecten inzake gemeentelijke sportinfrastructuur die de Regering gekozen heeft, gaat het om buurtsportinfrastructuur (selectie 2020).

Het totaalbedrag bedroeg 1.771.190 euro en werd verdeeld op basis van de rangschikking die eind 2020 opgesteld werd en door de Regering goedgekeurd werd op 10 december 2020 (besluit verschenen in het Belgisch Staatsblad op 19/1/2021).

Wat de selectiecriteria en de subsidiëringsvoorwaarden betreft, moet ik verduidelijken dat de gemeenten over een betrekkelijke autonomie beschikken om de projecten voor te stellen die ze willen, in zoverre zij voldoen aan de selectiecriteria en subsidiëringsvoorwaarden zoals bepaald door de ordonnantie van 31 mei 2018 betreffende de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuren en haar uitvoeringsbesluit van 25 april 2019.

De bovengenoemde bepalingen beogen, wat de buurtinfrastructuur betreft, alle inwoners van een wijk aan te zetten om vrij een sportactiviteit te beoefenen en elkaar te ontmoeten in een vrij toegankelijke plaats.
Het betreft een combinatie van een sportieve activiteit en de versterking van de sociale cohesie in de wijk in kwestie.

Mijn bestuur Brussel Plaatselijke Besturen verzekert een opvolging van de projecten met de gemeenten via onder meer begeleidende comités, met name wat betreft het gebruik van de infrastructuur door de verschillende groepen van de bevolking (kinderen, mannen/vrouwen, mensen met een beperkte mobiliteit, …). Het lokale verenigingsleven wordt overigens vaak uitgenodigd om deel te nemen aan het project om de activiteiten te begeleiden en om een gedeeld gebruik van de infrastructuur te waarborgen.