Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende Het ontbreken van een administratief coördinator in de DBDMH

Indiener(s)
Hicham Talhi
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 460)

 
Datum ontvangst: 03/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 09/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De administratief coördinator nam in juni 2019 ontslag. De regering heeft echter nog geen vacature geopend voor zijn vervanging.

Ze heeft wel een besluit uitgevaardigd (dat sindsdien tweemaal is gewijzigd) om de uitoefening van de bevoegdheden van de administratieve coördinator in kwestie bij diens afwezigheid te regelen, en bepaald dat het geen operationeel functionaris kan zijn.

Deze voor de goede werking van de dienst onontbeerlijke functie werd dus al twee jaar lang opzettelijk vacant gelaten.

Wij herinneren ons nochtans dat u tijdens een vorige zitting van de Commissie voor Binnenlandse Zaken hebt gezegd dat "de aanwezigheid van een administratieve coördinator een van de maatregelen was die zijn genomen om te voorkomen dat dergelijke problemen zich opnieuw voordoen". Er zij ook aan herinnerd dat het ontbreken van de aanwijzing van het administratief directoraat-generaal meer dan 14 jaar heeft geduurd (van 1998 tot eind 2012).

Het politieke gezag staat hier dus toe dat de operationele ambtenaren alleen leidinggevende functies uitoefenen. Dit leidt tot veel problemen.

Ik herinner eraan dat de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke dienst voor brandweer en dringende medische hulp in artikel 6bis bepaalt dat ”Een administratieve coördinator, van dezelfde rang als de adjunct-leidend ambtenaar, oefent zijn functies uit onder het gezag van de leidend ambtenaar in het kader van een mandaat. Deze administratieve coördinator wordt belast met het juridisch, financieel en personeelsbeleid van de Brandweerdienst. (…)”

Ter herinnering, de Ordonnantie werd gewijzigd om het administratieve beheer van de DBDMH los te koppelen van het technische en operationele beheer.

In de toelichting werd deze "ontkoppeling" als volgt gemotiveerd: "De ervaring van de eerste jaren van het bestaan van deze pararegionale instantie leert dat de koppeling van deze twee functies (directeur-generaal en officier-hoofd van dienst) in strijd is met de moderne managementprincipes die ten grondslag moeten liggen aan het beheer van een openbare dienst van deze omvang. De taak van de officier-hoofd van dienst is belangrijk: het operationele beheer van de grootste brandweer van het land. De specifieke problemen van een groot stadscentrum vereisen voltijds leiderschap. Dit te combineren met de taak van een leidinggevend of adjunct-ambtenaar, het administratief en financieel beheer van een pararegionale instelling met meer dan duizend werknemers, is onmogelijk". (zie Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Gewone zitting 1997-1998 - A-275/1 -97/98).

Er zij op gewezen dat deze bepaling, na het verzet van de ambtenaren van de DBDMH, slechts gedurende een zeer korte periode (tussen 2013 en 2015) daadwerkelijk is toegepast. De mandatarissen die uiteindelijk tot directeur-generaal en adjunct-directeur-generaal werden aangeduid, werden gedwongen ontslag te nemen.

Om rekening te houden met de onverenigbaarheid tussen de voltijdse uitoefening van het operationele beheer van de DBDMH en het administratieve beheer van de organisatie, heeft de gewestelijke wetgever bij de bevestiging van het primaat van de operationele personeelsleden in het hogere kader van de DBDMH, de functie van administratief coördinator in het leven geroepen en daaraan een hoge rang toegekend (A5).

Bovendien verklaart de Ordonnantie dat «In dringende gevallen of ingeval van afwezigheid van meer dan acht dagen, delegeert de administratieve coördinator zijn bevoegdheden aan een administratieve ambtenaar van rang A4.».

Deze bepaling werd tot twee maal toe gewijzigd door de Regering.

De eerste wijziging luidt als volgt:
« § 3. In geval van dringendheid of afwezigheid van meer dan acht dagen van de administratief coördinator worden zijn bevoegdheden voor de duur van de afwezigheid of de verhindering van een ambtenaar gedelegeerd aan een ambtenaar - die de bevoegdheden tijdens de afwezigheid van de administratief coördinator kan uitoefenen - van minstens rang A2, met voorrang voor de ambtenaar die de hoogste graad heeft. »
Maar kan er sprake zijn van afvaardiging als er geen afvaardigde meer is?

De tweede wijziging van de volgende bepalingen: “ of in geval dat het mandaat niet ingevuld is ” en “ Laatsgenoemde ambtenaar mag geen lid zijn van het operationeel personeel.»

Deze bepalingen zijn duidelijk in strijd met de Ordonnantie, die voorschrijft dat de toewijzing van de functies van directeur-generaal en adjunct-directeur-generaal aan operationeel personeel wordt gecompenseerd door de benoeming van een administratief coördinator die verantwoordelijk is voor het juridisch, financieel en personeelsbeheer van de brandweer.

In mei 2021 is het mandaat voor de administratief coördinator nog steeds niet toegekend, aangezien er geen oproep tot het indienen van kandidaturen is gepubliceerd.

Mijn vragen luiden dan ook als volgt:
- Waarom is er geen aanwervingsprocedure voor deze post opgestart?
- Wanneer zal een aanwervingsprocedure worden opgestart?
- Waarom heeft de regering, in strijd met de Ordonnantie van 1990, verschillende besluiten uitgevaardigd tot organisatie van de afwezigheid van een coördinator in plaats van een oproep tot kandidaatstelling te doen?
 
 
Antwoord    Aan het eind van de vorige legislatuur werd een financieel, logistiek en IT-directeur (A4) aangeduid als administratief coördinator A5 voor een periode van 6 maanden. Hij heeft die twee mandaten gelijktijdig uitgevoerd (A4 en A5). Tijdens de huidige legislatuur werd beslist om deze combinatie niet te verlengen en om het A5-mandaat te openen.

Er werd evenwel beslist om op voorhand een reorganisatietraject van de administratieve diensten van de DBDMH op te starten om de efficiëntie ervan te verbeteren. Zoals dikwijls het geval is bij wijzigingsprocedures heeft het hervormingstraject van de administratieve diensten van de DBDMH verschillende maanden in beslag genomen.

Tijdens die periode werden de opdracht van het A5-mandaat administratief coördinator uitgevoerd in naleving van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende, voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, delegatie van bevoegdheden en ondertekeningsvolmachten aan de directeur-generaal en aan de adjunct-directeur-generaal, de modaliteiten van het advies van de administratieve coördinator in de materies die onder zijn bevoegdheid vallen en houdende diverse bepalingen (24 augustus 2017).

Het besluit van 24 augustus 2017 bepaalt dat In geval van dringendheid of afwezigheid van meer dan acht dagen van de administratief coördinator of in geval dat het mandaat niet ingevuld is, worden zijn bevoegdheden voor de duur van de afwezigheid van een ambtenaar gedelegeerd aan een ambtenaar - die de bevoegdheden tijdens de afwezigheid van de administratief coördinator kan uitoefenen - van minstens rang A2, met voorrang voor de ambtenaar die de hoogste graad heeft.

Het hervormingstraject van de administratieve diensten van de DBDMH is intussen afgerond en het is nu duidelijk welke rol de administratief coördinator in de toekomst zal invullen. De vacature voor het A5-mandaat administratief coördinator / administratief coördinatrice zal binnenkort worden voorgelegd aan de Brusselse regering.