Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het internet van de dingen in Brusselse administraties

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 738)

 
Datum ontvangst: 17/05/2021 Datum publicatie: 04/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Moderne slimme technologieën brengen veranderingen in het Europese bedrijfsleven. Slimme machines, apparaten en sensoren verbinden zich met elkaar en communiceren met elkaar via het internet, waardoor intelligente omgevingen ontstaan die het internet der dingen worden genoemd en die meer automatisering en productieprocessen mogelijk maken die zelfstandig problemen kunnen analyseren en diagnosticeren.

Tegen 2020 maakt bijna een vijfde (18%) van de EU-bedrijven met meer dan 10 werknemers gebruik van op internet aangesloten apparaten of systemen die via het internet op afstand kunnen worden bewaakt of gecontroleerd. Apparaten of systemen voor de optimalisering van het energieverbruik in bedrijfsruimten waren het populairst bij grote ondernemingen. Beiden zeggen dat onder kleine en middelgrote ondernemingen apparaten of systemen om de bewegingen van voertuigen of producten te volgen of om voertuigonderhoud aan te bieden op basis van de toestand van de voertuigen, het meest werden gebruikt.

Graag wil ik u de volgende vragen stellen:

- Wat zijn de cijfers voor Brusselse bedrijven als het gaat om het internet van de dingen?
- Welke slimme machines, apparaten en sensoren worden door de Brusselse administraties gebruikt?
o Wat is de uitsplitsing naar type, bestuur, sector, gebruik en kosten?
o Wat zijn de voor- en nadelen van deze verbonden objecten?
- Wat zijn de toekomstige investeringen in het internet van de dingen voor de Brusselse administraties?
- Wat zijn de samenwerkingsverbanden met de privésector op het gebied van het internet van de dingen?
 
 
Antwoord    1/
Het CIBG beschikt niet over informatie met betrekking tot de Brusselse ondernemingen.


2/
a)

Er bestaat geen kadaster van geconnecteerde objecten.

Het CIBG was betrokken bij de volgende projecten:
● Het
Happy Ears-project dat ontwikkeld werd in het kader van de ordonnantie "Versterkt Geluid”

In het kader van de ordonnantie "Versterkt Geluid" en in samenwerking met Leefmilieu Brussel heeft het CIBG in 2018 een IoT-platform geïmplementeerd met als doel de registratie mogelijk te maken van gegevens die worden uitgezonden door geluidsniveaumeters die zijn geïnstalleerd in inrichtingen die moeten voldoen aan de ordonnantie "Versterkt Geluid". In het kader van dit project gaf Leefmilieu Brussel deze inrichtingen de mogelijkheid om geluidsmeters aan te schaffen die voldoen aan de criteria die in de ordonnantie zijn vastgelegd. De inrichtingen konden desgewenst geluidsniveaumeters aanschaffen met de mogelijkheid om gegevens over geluidsmetingen te verzenden. Er werd dus een ​​IoT-platform ontwikkeld om gegevens van deze sensoren te verzamelen, er werd ook een website ontwikkeld (
https://happyears.irisnet.be/) zodat iedereen de geluidsniveaumeters kan lokaliseren op het grondgebied van het Gewest en voor elk van hen om de door hen geregistreerde geluidsgegevens te bekijken. Het aantal op het platform geregistreerde geluidsniveaumeters is momenteel 25.

De geïnstalleerde geluidsniveaumeters zijn van het type Preventec en zijn op een vijftiental plaatsen aanwezig.

● Het project
prototype parkeerdetectie voor PBM ontwikkeld in het kader van het Europese bIoTope-project

In het kader van het Europese bIoTope-project nam het CIBG deel aan de ontwikkeling van een prototypeproject voor de detectie van parkeerplaatsen voor mensen met beperkte mobiliteit. In het kader van dit prototype werden 100 IoT-sensoren verdeeld over 3 pilootgemeenten (Jette, Evere en Oudergem). In samenwerking met de privésector (ComuniThings) is een applicatie ontwikkeld om op een mobiele applicatie de beschikbaarheid van parkeerplaatsen voor PBM aan te geven op basis van data van deze sensoren.
De sensoren zijn in de grond geïnstalleerd ter hoogte van de plaatsen voor PBM. Dit zijn sensoren met drievoudige detectie (magnetisch, ultrasoon en infrarood). Deze sensoren ondersteunen LPWAN-technologieën (LoRaWAN, Orange 4G NB-OoT) en maken tweerichtingscommunicatie mogelijk.

● Het
ANPR-cameraproject in het kader van de LEZ
In het kader van de LEZ heeft het CIBG 330 ANPR-camera's ingezet om de naleving van de LEZ te garanderen. Alle gegevens van deze camera's worden centraal opgeslagen in het Gewestelijk Datacentrum en via Fidus gedeeld met Brussel Fiscaliteit, die verantwoordelijk is voor de bestraffing van verkeersovertreders.
Naast deze ANPR-camera's die werden ingezet voor de LEZ, werden 45 andere camera's ingezet voor andere doeleinden: trajectcontrole, zones met beperkte toegang, enz.
De camera's worden vervaardigd door het Brusselse bedrijf Macq Electronics en zijn van het type CAM3 en CAM5.
● Het project
Videobewaking
Sinds 2014 heeft het CIBG een gewestelijk videobeveiligingsplatform geïmplementeerd dat het beheer van camera's in 4 politiezones en de Haven mogelijk maakt, en toegang geeft tot beelden van Mobiliteit Brussel en de MIVB. Dit platform slaat alle beelden van aangesloten camera's (momenteel 1.817 camera's) voor een periode van 30 dagen op in het Gewestelijk Datacentrum.
De gebruikte videocamera's zijn van verschillende merken en typen, afhankelijk van de behoeften van de verschillende actoren die ze rechtstreeks aanschaffen.
2/
b)
Het CIBG rapporteert mij de volgende analyse:

De voordelen van verbonden objecten:
- Over het algemeen laten ze een specialisatie van het object toe voor een specifiek doel: geluidssensor, meting van lucht- en waterkwaliteit, doorstroommeters, enz. Deze specialisatie maakt het mogelijk om een ​​bepaalde intelligentie van de informatie in de sensoren te integreren en een hoge meetnauwkeurigheid te bekomen.

- Ze verbruiken weinig energie.

- Met uitzondering van de videobewakingscamera’s wordt door de sensoren zeer weinig informatie verzonden, waardoor ze met weinig bandbreedte kunnen worden aangesloten.

De nadelen:
- Een gefragmentariseerd beheer van IoT-gegevens binnen het Gewest dreigt erg duur te worden, de veiligheid van deze gegevens in gevaar te brengen en ten slotte lopen we het risico te eindigen met gegevens die niet interoperabel zijn. Om deze reden zal er in het kader van het gegevensuitwisselingsplatform een ​​module worden voorbehouden voor dit soort gegevens. De gewestelijke instellingen moeten ervoor zorgen dat deze module wordt gebruikt om deze risico's te beperken.

- Cybersecurity: een sensor die qua firmware niet up-to-date is, is een open deur voor allerlei soorten hackers en computerkrakers. Als het netwerk dat het verbonden object met een datacenter verbindt niet goed is beveiligd, kan van daaruit namelijk het hele datacenter of het netwerk van de instelling worden gehackt.


- Beheer op lange termijn: er moet een echt beheer van de aangesloten objecten komen, bijvoorbeeld om een ​​regelmatige update te garanderen of om batterijen te vervangen voor aangesloten objecten die niet zijn aangesloten op een elektriciteitsnet.

- Levensvatbaarheid van industriële operatoren: voor verbonden objecten ontwikkeld door grote industriële groepen is de levensvatbaarheid geen probleem. De vraag rijst evenwel voor verbonden objecten die zijn ontwikkeld door start-ups.


3/
Gelet op het achterwege blijven van een kadaster is het moeilijk om een ​​alomvattend antwoord op deze vraag te geven.

Op het gebied van ANPR-camera's wordt in 2021 door BPV een budget van 1.470.000 euro aan het CIBG toegekend om het ANPR-camerasysteem te onderhouden en de ontwikkeling, zelfs de uitbreiding ervan te verzekeren.

Voor het videobeveiligingsplatform is in de begroting 2021 een budget van 2.255.000 euro voorzien om het onderhoud van het platform mogelijk te maken, de duurzaamheid ervan te garanderen, te participeren in de kosten van de aanschaf van camera's door de politiezones en de noodzakelijke functionele ontwikkeling te verzekeren.

In 2020 startte het CIBG met de analyse van de behoeften van de Brusselse gewestelijke instellingen wat betreft de veiligheid van gebouwen (toegangsbeheer, badges, beheer van indringing, videobewaking), in het kader van de implementatie van een nieuwe dienst "Gebouwenautomatisering/Smart Building" .

Deze dienst zal moeten worden geïntegreerd in het bestaande gewestelijke videobeveiligingsplatform dat wordt beheerd door IRISnet, en zal de kern vormen van een toekomstige grotere "Smart Building"-dienst die morgen, naast de veiligheid van de gebouwen, intelligent beheer van het verbruik zou kunnen omvatten wat betreft verwarming, water, elektriciteit, intelligent beheer van het onderhoud van gebouwen, inclusief schoonmaak, onderhoud van de assets van de gebouwen, intelligent beheer van de kantoorruimtes, klaslokalen (Brusafe), vergader- en evenementenzalen, enz.

4/
De implementatie van IoT-gegevensvastlegging vereist samenwerking met de privésector. De ontwikkeling van sensoren valt buiten de scope van het CIBG. Anderzijds past het verzamelen van IoT-gegevens, via het IRISnet-netwerk, perfect in het kader van de ontwikkelingen van het gewestelijke dataplatform, althans in zijn “Data Lake” en analytische component.

De ontwikkeling van IoT-projecten vereist absoluut de uitrol van 5G, wat de overdracht van gegevens van deze sensoren zal vergemakkelijken.

Het CIBG neemt ook deel aan het Munstroom-project, dat tot doel heeft de voetgangersstromen op het Muntplein in kaart te brengen via een openbare aanbestedingsprocedure van concurrentiegerichte dialoog met de privésector.

Tijdens dit innovatieve proces zullen, dankzij de samenwerking met verschillende bedrijven, verschillende technologische oplossingen en verschillende sensoren worden voorgesteld, geëvalueerd, geselecteerd en vervolgens getest in een living lab.