Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende Fiscaliteit Brussel - Tarieven van de belastinginning

Indiener(s)
Dominique Dufourny
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 352)

 
Datum ontvangst: 17/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Fiscaliteit Brussel is belast met de inning van de belastingen in Brussel.
De percentages blijven evolueren, ik zou graag willen weten hoe ze evolueren van 2019 tot 2021.

1 - Wat zijn de volgende evoluties en de relevante bedragen.

a) Evolutie van het invorderingspercentage, het geïnde bedrag en de oninvorderbare bedragen voor de onroerende voorheffing over de periode 2019-2020 (per jaar) voor de belastingjaren 2019, 2020 en 2021.
Totaalbedrag van de onroerende voorheffing voor de aanslagjaren 2019 en 2020.

b) Evolutie van het invorderingspercentage, het geïnde bedrag en de oninvorderbare bedragen aan de verkeersbelasting in de periode 2019-2020 (per jaar) voor de belastingjaren 2019, 2020 en 2021.
Gelieve een onderscheid te maken tussen de jaarlijkse verkeersbelasting, de inverkeerstellingsbelasting en de extra verkeersbelasting.

c) Evolutie van het invorderingspercentage, het geïnde bedrag en de oninvorderbare bedragen voor de registratiebelasting in de periode 2019-2020 (per jaar) voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.
Gelieve een onderscheid te maken tussen het recht van hypotheek, het verkooprecht, het verdeelrecht en de schenkingsbelasting.
Totaalbedrag aan registratiebelasting voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.
Gelieve een onderscheid te maken tussen het recht van hypotheek, het verkooprecht, het verdeelrecht en de schenkingsbelasting.

d) Evolutie van het invorderingspercentage, het geïnde bedrag en de oninvorderbare bedragen voor de erfbelasting in de periode 2019-2020 (per jaar) voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.
Totaalbedrag van de successierechten voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.

e) Evolutie van het invorderingspercentage, het geïnde bedrag en de oninvorderbare bedragen voor de energiebelasting in de periode 2019-2020 (per jaar) voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.
Totaalbedrag aan energiebelasting voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.

f) Evolutie van het invorderingspercentage, het geïnde bedrag en de oninvorderbare bedragen voor de belasting op kansspelen en weddenschappen in de periode 2019-2020 (per jaar) voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.
Totaalbedrag aan belasting op kansspelen en weddenschappen voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.

g) Evolutie van het invorderingspercentage, het geïnde bedrag en de oninvorderbare bedragen voor de belasting op leegstand en verloedering van 2019 tot 2020 (per jaar) voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.
Gelieve een onderscheid te maken tussen de commerciële en residentiële belasting.
Totaal aangeslagen bedrag voor leegstands- en verloederingsbelasting voor de aanslagjaren 2019, 2020 en 2021.
Gelieve een onderscheid te maken tussen de commerciële belasting en de residentiële belasting.

(h) Een overzicht van de procedure per belasting en de reden waarom de bedragen oninvorderbaar zijn gemaakt.
 
 
Antwoord    Vooreerst dient erop gewezen worden dat de gestelde vragen niet altijd even duidelijk werden opgesteld en dus op meerdere manieren kunnen worden geïnterpreteerd. Zo wordt er onder meer gevraagd naar de inning van het aanslagjaar 2021 in de periode 2019-2020 (wat uiteraard niet kan) en wordt er gevraagd naar cijfers over een belasting op leegstand en verval die op gewestelijk niveau niet bestaat; het gewest heft dan weer wel administratieve boetes op leegstaande woningen in het kader van zijn Huisvestingsbeleid.


Noteer ook dat het aanslagjaar 2019 een scharnierjaar was voor de verkeersbelastingen. Brussel Fiscaliteit heeft immers de dienst van deze belastingen op 1 januari 2020 overgenomen van de FOD Financiën.

Belastingen in beheer van Brussel Fiscaliteit

In tabel A wordt het geïnde bedrag en de inningsgraad voor de onroerende voorheffing evenals de oninbare vorderingen weergegeven (op datum van 31 mei 2021).

In tabel B worden dezelfde gegevens (op datum van 31 mei 2021) meegedeeld wat betreft de jaarlijkse verkeersbelasting, de belasting op inverkeerstelling (BIV) en de aanvullende verkeersbelasting voor LPG-voertuigen (AVB) voor aanslagjaar 2020.

Wat de invorderingsprocedure betreft voor de onroerende voorheffing en de verkeersbelastingen:
- de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale voorziet in een betaaltermijn van 62 dagen, te rekenen vanaf de zevende dag volgende op de datum die op het aanslagbiljet is vermeld;
- indien de belasting niet binnen deze termijn werd betaald, wordt een herinneringsbrief verstuurd waarbij het verschuldigde bedrag wordt vermeerderd met verwijlinteresten; de belastingplichtige krijgt vervolgens een maand om zich in regel te stellen en de schuld te vereffenen;
- als de belasting alsnog onbetaald blijft na deze termijn, wordt een dwangbevel uitgevaardigd, waardoor beslagleggingen kunnen plaatsvinden;
- Brussel Fiscaliteit kan eveneens betaalfaciliteiten toekennen aan belastingplichtigen die erom vragen, wat resulteert in een uitstel van de vervaltermijn.

In het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 werden de betaaltermijnen voor het aanslagjaar 2020 verlengd. Zo werd de betaaltermijn verlengd tot vier maanden (in plaats van twee) voor zowel de onroerende voorheffing als de verkeersbelastingen en genoten rechtspersonen van een bijkomende verlenging van de betaaltermijn voor de onroerende voorheffing tot en met 30 april 2021.

Voor wat betreft de bedragen die door de fiscale administratie als “oninvorderbaar” worden beschouwd, kan worden meegedeeld dat deze vorderingen tijdelijk uit het normale invorderingsproces worden geweerd. Brussel Fiscaliteit schat immers voor deze vorderingen in dat de kans op inning te klein is of dat de benodigde middelen disproportioneel zijn gegeven de hoegrootheid van de betrokken bedragen.

Deze procedure kan onder meer toepassing vinden in gevallen zoals de insolventie van de belastingplichtige, de schrapping van de belastingplichtige uit authentieke bronnen zoals het Rijksregister of de Kruispuntbank van ondernemingen (KBO), een te innen bedrag dat zeer gering is, etc. Dit wil evenwel niet zeggen dat deze vorderingen worden kwijtgescholden, zij kunnen steeds worden gevorderd bij de schuldenaar zolang de verjaringstermijn niet is verstreken. Zo moeten bijvoorbeeld notarissen in geval van de verkoop van een onroerend goed door een schuldenaar, deze vorderingen inhouden en doorstorten aan het Gewest.

Belastingen in beheer van FOD Financiën

Voor wat betreft de registratierechten, vindt u hieronder een overzicht van de netto-ontvangsten die door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie werden geïnd in 2019 en 2020, alsook tijdens de eerste 5 maanden van 2021, en toekomend aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

1. Registratierecht op de overdrachten onder bezwarende titel van onroerende goederen:


2019 : 548.851.065,74 EUR
2020 : 633.630.029,84 EUR
2021 (5 maanden) : 211.678.569,82 EUR

2. Registratierecht op de vestiging van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed:

2019 : 28.618.584,14 EUR
2020 : 44.225.578,15 EUR
2021 (5 maanden) : 11.632.328,38 EUR

3. Registratierecht op gedeeltelijke of gehele verdelingen van onroerende goederen gelegen in België:

2019 : 6.515.749,44 EUR
2020 : 7.303.586,49 EUR
2021 (5 mois) : 3.095.428,94 EUR

4. Registratierecht op de schenkingen onder levenden van roerende of onroerende goederen

2019 : 60.686.835,64 EUR
2020 : 69.855.874,19 EUR
2021 (5 maanden) : 42.586.943,52 EUR


Buiten bepaalde bijzondere situaties, zoals tekortschattingen, dient gezegd dat inzake registratierechten, de rechten, en in voorkomend geval de boetes en interesten voorafgaandelijk aan de registratie worden betaald.

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie beschikt niet over statistieken over niet-invorderbare bedragen.


Voor wat betreft de successierechten, vindt u hieronder een overzicht van de netto-ontvangsten in de rechten van successie en van overgang bij overlijden die door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie werden geïnd in 2019 en 2020, alsook tijdens de eerste 5 maanden van 2021, en toekomend aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

2019 : 392.693.678,98 EUR
2020 : 396.235.062,56 EUR
2021 (5 maanden) : 161.008.020,59 EUR

Op basis van de aangiften van nalatenschap voor dewelke alle bedragen zijn verschuldigd tussen 1 januari 2019 en 7 juni 2021, bedraagt het inningspercentage inzake successierechten:

2019 : 98,63%
2020 : 96,84%
2021 : 92,61%

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie beschikt niet over statistieken over oninvorderbare bedragen met betrekking tot verschuldigde bedragen tussen 1 januari 2019 en 7 juni 2021.

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie volgt uiteraard de invordering van verschuldigde bedragen op waardoor de voormelde percentages nog zullen stijgen.
AANSLAGJAAR / EXERCICE D’IMPOSITION dd. 31/05/2021 2019 2020 Geïnde bedragen / montants encaissés 889.568.009,07 EUR 865.963.527,97 EUR Inningsgraad / taux de perception 95% 89% Oninbare vorderingen / créances irrecouvrables 45.309,98 EUR 10.539,29 EUR Tabel A: overzicht van de inning voor de onroerende voorheffing (aanslagjaren 2019 – 2020) Tableau A: aperçu des montants encaissés dans le précompte immobilier (exercices d’imposition 2019 – 2020) AANSLAGJAAR / EXERCICE D’IMPOSITION 2019* 2020 dd. 31/05/2021 geïnd / encaissé inningsgraad / taux de perception oninbare vorderingen / créances irrecouvrables geïnd / encaissé inningsgraad / taux de perception oninbare vorderingen / créances irrecouvrables Verkeerbelasting Taxe de circulation * Niet tijdig ontvangen van de FOD Financiën * Pas reçu à temps de la part du SPF Finances 126.865.402,95 EUR 88% 599,22 EUR Belasting op inverkeerstelling Taxe de mise en circ. 46.079.202,82 EUR 85% Aanvullende VKB TC complémentaire 61.519,04 EUR 75% Tabel B: overzicht van de inning voor de verkeersbelastingen (aanslagjaren 2019 – 2020) Tableau B: aperçu des montants encaissés dans les taxes de circulation (exercices d’imposition 2019 – 2020)