Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de beoogde oprichting van een Klimaatstuurgroep.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 816)

 
Datum ontvangst: 17/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de notificaties van de Ministerraad van donderdag 22 april laatstleden valt onder punt 23 te lezen dat de Brusselse Regering haar goedkeuring hecht aan de sturing van de gewestelijke klimaatactie, waaraan de oprichting van een Klimaatstuurgroep wordt gekoppeld.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u duiden welk tijdspad u voorziet voor de oprichting van deze Klimaatstuurgroep? Wanneer moet deze volledig operationeel zijn? Zal deze Klimaatstuurgroep een tijdelijk of permanent karakter hebben?
- Hebt u reeds besloten op welke manier deze Klimaatstuurgroep samengesteld zal worden? Wie zal hierin vertegenwoordigd (kunnen) worden? Op welke manier zal de taakverdeling binnen deze Klimaatstuurgroep georganiseerd worden? Op welke manier zullen ook de geïdentificeerde werkgroepen georganiseerd worden?
- Welke doelstellingen zal deze Klimaatstuurgroep opgelegd krijgen? Welke tijdsindicatoren zullen er aan deze opdrachten gekoppeld worden? Op welke manier voorziet men de vorderingen van de Klimaatstuurgroep te monitoren en evalueren?
 
 
Antwoord    1)Kan u duiden welk tijdspad u voorziet voor de oprichting van deze Klimaatstuurgroep? Wanneer moet deze volledig operationeel zijn? Zal deze Klimaatstuurgroep een tijdelijk of permanent karakter hebben?

Op 22/04/2021 heeft de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenstemming bereikt (zie besluit BHR-MB-31.71978) over de versterking van de transversaliteit van de gewestelijke klimaatactie door de oprichting van de KSG, de klimaatstuurgroep. Hij is samengesteld uit twee werkgroepen: De werkgroepen (WG) LKEP en NEKP.

De KSG zal in juli bijeenkomen om de beslissing in kwestie uit te voeren voor wat zijn werkzaamheden en die van de twee WG’en betreft.

2)Hebt u reeds besloten op welke manier deze Klimaatstuurgroep samengesteld zal worden? Wie zal hierin vertegenwoordigd (kunnen) worden? Op welke manier zal de taakverdeling binnen deze Klimaatstuurgroep georganiseerd worden? Op welke manier zullen ook de geïdentificeerde werkgroepen georganiseerd worden?

Voor de KSG zijn alle leden van de gewestregering vertegenwoordigd. Overeenkomstig de beslissing van de regering (zie vraag 1), wordt de KSG voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister belast met klimaat die de vergaderingen bijeenroept en de documenten overmaakt.

De werkgroepen zelf zijn samengesteld uit de aangewezen besturen rond een project of een bepaalde opdracht op vraag van de KSG. In deze fase zijn er twee werkgroepen (WG) voorzien, meer bepaald:
- Een WG voor de opvolging van de uitvoering van de gewestelijke bijdrage aan het NEKP;
- Een WG voor de ontwikkeling van het volgende LKEP (overeenkomstig de bepalingen van het BWLKE) waarvan de eerste lezing in maart 2022 voorzien is.

De werkzaamheden van de werkgroepen worden tijdens een eerste vergadering van de KSG in juli verduidelijkt. Een eerste bijeenkomst van deze twee WG’en staat voor september gepland.

3)Welke doelstellingen zal deze Klimaatstuurgroep opgelegd krijgen? Welke tijdsindicatoren zullen er aan deze opdrachten gekoppeld worden? Op welke manier voorziet men de vorderingen van de Klimaatstuurgroep te monitoren en evalueren?

De KSG heeft de volgende opdrachten:

- De regeringsbeslissingen voor lucht-, klimaat- en energieaspecten voorbereiden, en in de eerste plaats de 3 lezingen van het volgende Lucht-Klimaat-Energieplan (LKEP), te beginnen met de voorbereiding van de eerste lezing, die tussen december 2021 en maart 2022 moet worden gepland;
- Zorgen voor de uitvoering van de gewestelijke bijdrage aan het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP);
- Het LKEP en de langetermijnstrategie voor de vermindering van de broeikasgasemissies aansturen;
- De presentatie van het actieplan van de regering voorbereiden tijdens de jaarlijkse klimaatdag in het parlement, uiterlijk tegen 15/06 van elk jaar vanaf volgend jaar;
- Informatie uitwisselen over lucht-, klimaat- en energiedossiers, met name in het licht van de ontwikkelingen op dit gebied op het niveau van de Europese Unie (en met name het Fit for 55 package);
- Andere kwesties in verband met het gewestelijk klimaatbeleid aan de orde stellen.

Er valt niet aan te twijfelen dat de KSG ervoor zal zorgen dat de regering precies in deze twee dossiers vooruitgang zal boeken: de uitvoering van het NKEP en de uitwerking van een nieuw LKEP.

Overeenkomstig de klimaatordonnantie die tijdens de plenaire zitting van 11/06/2021 werd aangenomen, zal de regering (met de hulp van de KSG) in het parlement meer bepaald een stand van zaken opmaken op het vlak van het klimaatbeleid tijdens de klimaatdag die uiterlijk tegen 15 juni van elk jaar gehouden dient te worden.

Op het vlak van de evaluatie, herinneren wij u eraan dat de klimaatordonnantie voorziet in de oprichting van een Comité van Klimaatexperts bij de Raad voor het Leefmilieu, samengesteld uit onafhankelijke wetenschappelijke experts. Dit comité zal jaarlijks een verslag indienen dat de inbreng van het gewestelijk overheidsbeleid voor de klimaatdoelstellingen op middellange en lange termijn evalueert en aanbevelingen bevat voor de regering, die gebaseerd zijn op deze evaluatie. Dit verslag wordt ten laatste op 31 maart van elk jaar voorgelegd aan het parlement en de regering. Op de klimaatdag, uiterlijk tegen 15 juni, legt de regering een verslag voor over het te geven gevolg aan de aanbevelingen van het comité van experts.
Nu de klimaatordonnantie definitief goedgekeurd is, kan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 15 maart 1990 houdende de regeling van de oprichting, de samenstelling en de werking van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijn wetgevende weg volgen en zou het binnenkort in tweede lezing goedgekeurd moeten worden.