Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de garantie over de herkomst van de aan de Brusselaars geleverde energie .

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 820)

 
Datum ontvangst: 17/05/2021 Datum publicatie: 27/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De consument die vandaag groene energie koopt, heeft geen idee in hoeverre deze energie al dan niet echt "groen" is. Met andere woorden, is het niet onmogelijk dat deze "groene" energie in feite "grijze" energie is met een groen label. Energieproducenten wassen soms energie uit niet-hernieuwbare bronnen wit door deze te koppelen aan een groene garantie uit het buitenland.

Sta mij toe u de volgende vragen te stellen:

· Wordt dit gecontroleerd door Leefmilieu Brussel?
· - Wat is het standpunt van Leefmilieu Brussel over de invoering van een "nutri-score" voor energie, een transparant systeem om de oorsprong van energie aan te tonen?
o Zo ja, werd het denkproces hieromtrent reeds aangevat? En wat zijn de eerste leringen?
· Welke communicatie voert Leefmilieu Brussel om de Brusselaars te informeren over de oorsprong van de energie die ze verbruiken?
 
 
Antwoord    1)
Alvorens uw vraag te beantwoorden, lijkt het mij noodzakelijk een korte inleiding te geven over de garanties van oorsprong. Er moet immers aan herinnerd worden dat het fysiek onmogelijk is te garanderen dat het elektron dat de eindverbruikers bereikt, ‘groen’ is. Daarom heeft het systeem van de garanties van oorsprong (op Europees niveau ingesteld bij Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en bevestigd bij Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking)) als hoofddoel om eindverbruikers te garanderen dat het contract voor groene stroom dat zij hebben ondertekend, daadwerkelijk de ontwikkeling van de productie van hernieuwbare elektriciteit in Europa financiert.
Het systeem is gebaseerd op een marktmechanisme waarin vraag en aanbod elkaar vrij ontmoeten:
· Voor elke MWh geproduceerde groene stroom ontvangt een producent een garantie van oorsprong.
· Een leverancier van groene stroom moet, zelfs als hij zelf de eigenaar is van de installaties voor de productie van groene stroom, jaarlijks een hoeveelheid garanties van oorsprong aantonen die overeenkomt met zijn levering van groene stroom. Daartoe kan hij garanties van oorsprong kopen van producenten van groene stroom.
Ter afsluiting van deze inleiding moet ook worden opgemerkt dat een garantie van oorsprong uit een land van de Europese Economische Ruimte kan worden gebruikt in elk ander land van deze ruimte. Deze fundamentele regels van het mechanisme van garanties van oorsprong zijn door de Europese wetgever vastgesteld en geen enkele lidstaat kan zich daaraan onttrekken.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt dit systeem opgevolgd door Brugel, overeenkomstig de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, waarvan artikel 27, § 2bis, het volgende bepaalt: “
Teneinde zijn groene levering te bewijzen, dient iedere leverancier periodiek een quota van garanties van oorsprong in bij Brugel.” Het is dus Brugel, en niet Leefmilieu Brussel, die erop toeziet dat de leveranciers die groene leveringscontracten verkopen, voldoen aan de voorwaarden die worden opgelegd door de richtlijn 2018/2001 en door de ordonnantie “elektriciteit”.

2)
Leefmilieu Brussel heeft momenteel geen standpunt over de invoering van een energielabel, maar steunt de initiatieven die al in die richting zijn genomen (zie antwoord op vraag 3). Er moet aan worden herinnerd dat het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit in artikel 31 de elektriciteitsleveranciers verplicht om aan de distributienetwerkbeheerder de lijst mee te delen van hun eindafnemers die op dit netwerk zijn aangesloten en die contractueel van groene elektriciteit worden voorzien (§ 1). Die informatie wordt vervolgens doorgegeven aan Brugel, die de mengbrandstof van elke leverancier vaststelt (§ 2) en op zijn website het percentage groene elektriciteit publiceert dat elke leverancier in de loop van het desbetreffende trimester heeft geleverd (§ 5).

Indien een dergelijk label relevant zou zijn, zou het op zijn minst verplicht moeten worden gesteld en zou moeten worden voorzien in controle door een onafhankelijke instantie, om de consument een volledig transparant systeem te bieden. Een tweede noodzaak zou zijn dat dit label op nationaal niveau wordt ingevoerd. Op het niveau van het Brussels Gewest zou een dergelijk label immers niet relevant zijn, vooral als de twee andere Gewesten andere labels zouden aannemen. Bovendien moet dit label gebaseerd zijn op milieurelevante criteria. Ten slotte mag dit label de werking van het systeem van garanties van oorsprong niet belemmeren.

Opgemerkt dient te worden dat de bescherming van de consument een federale bevoegdheid is, zoals gewaarborgd door artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980. Als zodanig zou de federale overheid deze taak kunnen uitvoeren. Voor zover Leefmilieu Brussel weet, zijn er momenteel geen besprekingen tussen de gefedereerde entiteiten over dit onderwerp.

3)
Op de website van Leefmilieu Brussel is een pagina gewijd aan de aankoop van groene energie. Op deze pagina wordt het mechanisme van de garanties van oorsprong samengevat en wordt eindverbruikers die de ontwikkeling van hernieuwbare energie willen steunen, aangeraden bij voorkeur leveranciers te kiezen die hun bevoorrading geheel of gedeeltelijk zelf produceren en die uitsluitend elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen aankopen. Ten slotte wordt op deze pagina verwezen naar de door Greenpeace ontwikkelde tool die leveranciers van groene stroom rangschikt.


Brugel stelt ook de tool ‘Greencheck’ ter beschikking, waarmee de Brusselse eindverbruikers aan de hand van hun EAN-code heel eenvoudig het aandeel en de herkomst van de aan hen geleverde groene stroom kunnen nagaan.