Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gezondheidstoestand van de bijen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Bijenatlas.

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 827)

 
Datum ontvangst: 21/05/2021 Datum publicatie: 27/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 14 september 2020 heb ik u gevraagd naar de gevolgen van de grote hitte voor de bijenpopulaties (en andere bestuivers) en de honingoogsten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Op 27 oktober 2020 hebt u ons in uw antwoord het volgende meegedeeld:
"(...) De door de ULB opgestelde bijeninventaris van 2015, i.e. de meest recente die wij kennen, is onvoldoende omvangrijk om hieruit conclusies te kunnen trekken.
Er zal dus een meer systematisch kadaster moeten worden opgesteld.
De methode om dit kadaster op te stellen wordt momenteel besproken.
De gegevens over wilde bijen zullen in de lente van 2021 beschikbaar worden gesteld in de Atlas die momenteel wordt afgerond. (…) "
Op 20 mei 2021, ter gelegenheid van Wereldbijendag en ter aanvulling van mijn informatie, zou ik u de volgende vragen willen stellen:
1. Werd het meer systematische kadaster waarnaar u verwijst in uw antwoord van 27 oktober 2020 opgesteld? Welke methodologieën werden gebruikt om dit kadaster op te stellen? Zijn er nuances aan te brengen in de bereikte resultaten en conclusies?
2. Beschikt u eindelijk over actuele gegevens of informatie over de gezondheidstoestand van de bijen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Nemen de bijenpopulaties toe of af?
3. Werd de in uw antwoord van 27 oktober 2020 aangekondigde Atlas voltooid? Zijn de gegevens over wilde bijen eindelijk beschikbaar? Zo ja, sinds wanneer en waar?
4. Staat er, naar het voorbeeld van de campagne "Quinzaine des Abeilles et Pollinisateurs" die loopt van 15 tot 30 mei en sinds 2017 door het Waals Gewest gelanceerd en gesubsidieerd wordt (1), een "Veertiendaagse van de bijen en bestuivers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" op de agenda van de regering of van uw administratie?


https://www.abeillesetcompagnie.be, geraadpleegd op 20 mei 2021.
 
 
Antwoord    1)
Voor de opstelling van een kadaster zijn nieuwe informatica-instrumenten nodig en moet worden samengewerkt met vertegenwoordigers van de bijenteeltsector.

De werkzaamheden in verband met de bestuiversstrategie zijn in juni van dit jaar hervat en zullen, aangezien er in dit stadium nog geen consensus is bereikt, in de zomer verder moeten worden besproken.

Een verklaring kan dus pas ten vroegste in het najaar van 2022 worden overwogen, met name op basis van de informatica-ontwikkelingen in verband met het cartografische portaal van Leefmilieu Brussel. De inventarisatie wordt idealiter uitgevoerd bij kolonies die klaar zijn om te overwinteren, tussen oktober en december.

2)
Aangezien het Gewest niet bevoegd is voor de gezondheid van honingbijen: neen. Het FAVV volgt deze thematiek op in het kader van de veiligheid van de voedselketen, maar beschikt slechts over beperkte gegevens voor het Brusselse gewest.

Wat de globale cijfers betreft, kan worden verwezen naar de jaarlijkse tellingen van de vzw SRABE, geschat op basis van 25% van de leden van de vereniging die willekeurig zijn ondervraagd. De foutmarge blijft moeilijk in te schatten. Het aantal kolonies (bijenkorven) zou zich herstellen en de populaties zouden toenemen met 708 gemelde kolonies (tegen 651 in 2019 en 456 in 2018; het volgens deze methode geregistreerde maximum was 845 kolonies in 2016). Dit blijft dus ver verwijderd van de gemelde achteruitgang in 2018, dat weliswaar een slecht jaar was met een hogere wintersterfte.

Wat meer bepaald de wilde bijen betreft, vormt de tussen 2019 en 2020 uitgevoerde atlas een basislijn, en is het dus nog niet mogelijk om per soort een precieze uitspraak te doen over een positieve of negatieve evolutie.

3)
De afronding van de atlas heeft vertraging opgelopen door de verscherping van de sanitaire maatregelen in het najaar, de toegenomen complexiteit van de werkzaamheden binnen de universiteiten en de gevolgen voor de organisatie van de teams.

Momenteel beschikt Leefmilieu Brussel dus over alle ruwe inventarisgegevens (databank van waarnemingen, lijst van soorten, tabel van biologische/ecologische kenmerken, enz.). Het is echter nog wachten op de definitieve versies van het analyserapport en alle ‘soortenfiches’, die momenteel door de Natuurpunt-partners worden nagelezen.

De definitieve publicatiedatum is nog niet vastgesteld.

4)
Dit evenement is in 2018 georganiseerd in de vorm van een week, en vervolgens in 2019 in de vorm van een veertiendaagse, op initiatief van de ministers van Leefmilieu, vergaderd in een interministeriële conferentie.

Na twee jaar testen heeft Leefmilieu Brussel voorgesteld om deze week op te nemen in de ‘Maand van de Natuur’ met als doel de door verenigingen en lokale overheden georganiseerde activiteiten, die zeer in trek zijn tussen maart en juni, te centraliseren door de ‘Natuur’-activiteiten onder één noemer te brengen.