Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Woningen in het RPA Heyvaert

Indiener(s)
Caroline De Bock
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 617)

 
Datum ontvangst: 25/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens de hoorzitting van Perspectives over demografie en dichtheid in Brussel hebben we onder meer vernomen dat 50% van de mensen die Brussel verlaten, dat doen wegens de prijs van de woningen. Daaruit blijkt weer eens het belang van betaalbare huisvesting.

Tijdens de hoorzitting werd het RPA Heyvaert als voorbeeld aangehaald. Het RPA voorziet in minstens 20% sociale woningen voor de privéprojecten van meer dan 2000 m². Ik had graag meer toelichtingen over die sociale woningen gekregen.

Mijn vragen:

- Gaat het om sociale woningen van de BGHM of om woningen met "sociale doeleinden"?
- Zullen de sociale woningen worden geproduceerd via de regeling van de stedenbouwkundige lasten?
- Worden de sociale woningen sleutel-op-de-deur aangekocht? Zo ja, voor welk bedrag?
- Hoeveel sociale wooneenheden zullen geproduceerd worden? Hoeveel wooneenheden zullen er in totaal in het hele RPA Heyvaert zijn? Van welk type?
 
 
Antwoord    In het reglementaire luik van het RPA dat de regering in eerste lezing goedkeurde, is het volgende bepaald: “de bouwprojecten van woongebouwen met een oppervlakte van 2.000 m² moeten minimaal 20% van hun oppervlakte bestemmen voor woningen gelijkgesteld met sociale woningen. Overheidsactoren die deelnemen aan het sociale huisvestingsbeleid zijn vrijgesteld van dit voorschrift.”

Het RPA werd op grond van de bezwaren en adviezen die tijdens het openbaar onderzoek waren ingediend, gewijzigd om die verplichting te versterken en de vrijstelling voor de overheden te schrappen. In de versie die de regering op 24 juni in tweede lezing goedkeurde, staat dat “projecten voor de bouw, uitbreiding of bestemmingswijziging met werken van woongebouwen met een vloeroppervlakte van meer dan 2.000 m² minstens 25% sociale woningen of met sociale woningen gelijkgestelde woningen moeten omvatten”.

Deze specifieke verplichting wordt opgelegd omwille van het tekort aan betaalbare woningen en sluit aan bij de ambities van het GPDO om meer omkaderde woningen te produceren.


Het RPA vermeldt dus dat het moet gaan om “sociale woningen of met sociale woningen gelijkgestelde woningen”. Het plan is niet bedoeld om de specifieke regelgeving die van toepassing is op de stedenbouwkundige lasten, te vervangen of aan te vullen.

De regering vond het niet aangewezen om in het RPA een maximale verkoopprijs op te nemen. Het plan is evenmin bedoeld om de operationele aspecten met betrekking tot de woningen te omschrijven.

Tot slot is het op dit ogenblik niet mogelijk om te voorspellen hoeveel woningen er tot stand zullen worden gebracht. Dat hangt namelijk af van de verschillende projecten die in de toekomst in de wijk zullen worden ontwikkeld.