Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de voorkeurrechten toegekend aan de kandidaat-huurders op de wachtlijsten voor een sociale woning.

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 633)

 
Datum ontvangst: 27/05/2021 Datum publicatie: 27/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 12/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Wanneer een openbare vastgoedmaatschappij (OVM) sociale woningen toewijst, is ze verplicht om ze bij voorrang aan te bieden aan de kandidaat-huurders die bovenaan de wachtlijst staan. De plaats van een kandidaat-huurder op de wachtlijst hangt af van het aantal voorkeurrechten waarover hij beschikt en van de datum van zijn inschrijving, zoals wordt bepaald bij artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen. Wanneer twee kandidaat-huurders hetzelfde aantal voorkeurrechten voorleggen, wordt de voorkeur gegeven aan diegene die het langst ingeschreven staat.

Ik zou u graag de volgende vragen willen stellen:

1- Kunt u ons, op basis van de laatste gegevens van de BGHM, de volgende informatie geven:
- Het percentage kandidaat-huurders dat momenteel 1 tot 5 voorkeurrechten bezit;
- Het percentage kandidaat-huurders met 6 tot 10 voorkeurrechten;
- Het percentage kandidaat-huurders met 11 tot 15 voorkeurrechten;
- Het percentage kandidaat-huurders met 16 tot 20 voorkeurrechten;
- Het percentage kandidaat-huurders met 21 of meer voorkeurrechten?

2- Kunt u op grond van de door de BGHM meegedeelde statistieken het gemiddeld aantal voorkeurrechten vermelden waarover de kandidaat-huurders beschikten toen ze in de loop van het jaar 2020 een sociale huurwoning kregen toegewezen?

3- Volgens de statistieken over de toewijzingen door de OVM's in 2020, over hoeveel voorkeurrechten beschikten de kandidaat-huurders gemiddeld voor:
- Een studio;
- Een sociale woning met één slaapkamer;
- Een sociale woning met twee slaapkamers;
- Een sociale woning met drie slaapkamers;
- Een sociale woning met vier slaapkamers;
- Een grote sociale huurwoning met vijf of meer slaapkamers?
 
 
Antwoord    Op 31.12.2020 was er op een totaal van 49 816 kandidaat-huurders sprake van volgende percentages:

o Het percentage kandidaat-huurders dat momenteel 1 tot 5 voorkeurrechten geniet, bedraagt
13.366 kandidaat-huurders, oftewel 26,83%;
o Het percentage kandidaat-huurders dat 6 tot 10 voorkeurrechten geniet, bedraagt
10.971 kandidaat-huurders, oftewel 22,02%;
o Het percentage kandidaat-huurders dat 11 tot 15 voorkeurrechten geniet, bedraagt
12.394 kandidaat-huurders, oftewel 24,88%;
o Het percentage kandidaat-huurders dat 16 tot 20 voorkeurrechten geniet, bedraagt
8.818 kandidaat-huurders, oftewel 17,70%;
o Het percentage kandidaat-huurders dat 16 tot 21 voorkeurrechten geniet, bedraagt
4.267 kandidaat-huurders, oftewel 8,57%;


Gemiddeld genoten de kandidaat-huurders aan wie in de loop van 2020 een sociale woning is toegewezen
16 voorkeurrechten.

Volgens de statistieken met betrekking tot de door de OVM’s in 2020 toegewezen woningen, genoten de kandidaat-huurders gemiddeld volgend aantal voorkeurrechten op het moment dat ze volgende woningen kregen toegewezen:

o Een studio:
12 voorkeurrechten;
o Een sociale woning met één slaapkamer:
14 voorkeurrechten;

o Een sociale woning met twee slaapkamers:
14 voorkeurrechten;
o Een sociale woning met drie slaapkamers: 18 voorkeurrechten;
o Een sociale woning met vier slaapkamers:
14 voorkeurrechten;
o Een grote sociale woning met vijf of meer slaapkamers:
24 voorkeurrechten.