Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de oprichting van een wetenschappelijk comité om het democratisch debat over het klimaat te voeden.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 833)

 
Datum ontvangst: 27/05/2021 Datum publicatie: 27/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 12/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De Brusselse regering heeft beslist een comité van onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen op te richten dat jaarlijks een multidisciplinair rapport zal opstellen om het democratisch debat te voeden over de maatregelen die het Brussels Gewest heeft genomen in verband met zijn klimaatdoelstellingen.

Graag had ik u de volgende vragen gesteld:

- Wat zijn precies de taken van dit comité van onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen?
- Wanneer zal dit comité van onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen worden opgericht?
- Werd een oproep tot kandidaatstelling gepubliceerd voor de selectie van deskundigen?
- Uit hoeveel mensen bestaat dit comité?
- Wie zijn die deskundigen? Wat zijn hun specialiteiten en kwalificaties?
- Hoeveel vergaderingen zijn er per jaar gepland?
o Wat is de geschatte werklast?
- Hoe hoog is hun bezoldiging? Is het een presentiegeld systeem? Andere compensatie? Op basis van welke objectieve criteria zijn deze bedragen vastgesteld? Zijn deze bedragen dezelfde als die van het Waals Comité?
- Wat is de verhouding tussen mannen en vrouwen in dit comité van onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen?
- Wat is het taalkundige evenwicht binnen dit comité van onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen?
- Is er voorzien in onverenigbaarheden om de onafhankelijkheid van het comité te waarborgen en belangenconflicten te voorkomen?
- Waar zullen de kantoorruimten van dit comité van onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen worden gevestigd? Wie is verantwoordelijk voor deze ruimten?
- Het comité heeft zijn eigen begroting. Hoeveel bedraagt ze?
- Het comité beschikt over een eigen secretariaat dat zijn werkzaamheden onafhankelijk uitvoert. Uit hoeveel mensen bestaat dit secretariaat? Hoeveel voltijdsequivalenten telt het secretariaat? Zijn er halftijdse, 4/5, 1/5,...? Wat is de vergoeding? Wat zijn hun kwalificaties? Wat is de taalrol? Wat is de verhouding tussen mannen en vrouwen? Waar zal dit secretariaat worden gevestigd?
- Dit comité zal een beroep kunnen doen op andere deskundigen, het advies van andere raden kunnen inwinnen of de medewerking van de Brusselse overheidsdiensten kunnen inroepen, met name om gegevens te verkrijgen. Wat is de opzet van de procedure?
- Wat is dan de rol van het comité? Wat zal de complementariteit / interactie zijn met Leefmilieu Brussel, de Raad voor het Leefmilieu?
 
 
Antwoord    1)
In artikel 15 van de klimaatordonnantie worden de opdrachten van het comité van klimaatdeskundigen omschreven:
- jaarlijks een verslag indienen dat de inbreng van het gewestelijke overheidsbeleid voor de klimaatdoelstellingen op middellange en lange termijn evalueert en aanbevelingen bevat voor de regering, die gebaseerd zijn op deze evaluatie. Dit verslag wordt ten laatste op 31 maart van elk jaar voorgelegd aan het parlement en de regering. Dit verslag heeft eveneens betrekking op de naleving van de beginselen van het klimaatbeleid bedoeld in artikel 5 van de ordonnantie en het veiligheidsbeginsel volgens hetwelk geen enkele maatregel van de gewestelijke overheden de klimaatdoelstellingen op middellange en lange termijn mag schaden.
- een advies verstrekken over de teksten, ontwerpen en eender welke andere vraag die de regering aan hem voorlegt.

2)
Er zal een oproep tot kandidaatstelling worden gepubliceerd zodra het ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het comité van deskundigen, dat in maart 2021 in eerste lezing is goedgekeurd, in werking is getreden. De aanwerving van de deskundigen zal waarschijnlijk in de tweede helft van 2021 kunnen beginnen. Het comité van deskundigen zal begin 2022 worden opgericht.

3)
Het Comité bestaat uit een Voorzitter, een Ondervoorzitter en minimum 4 en maximum 6 andere leden. Het is zodanig samengesteld dat het beschikt over deskundigheid op het gebied van de volgende disciplines of onderwerpen:
1° de klimatologie;
2° de luchtkwaliteit en mobiliteit;
3° de economie en ondernemingen;
4° de technologieën;
5° de sociale en gedragsaspecten die verband houden met de klimaattransitie;
6° de energie;
7° de duurzame steden en ruimtelijke ordening;
8° de biodiversiteit.

4)
De leden van het comité ontvangen een bezoldiging in overeenstemming met de wettelijke verplichtingen van het gezamenlijk uitvoeringsbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 24 januari 2019 houdende uitvoering van artikel 5, § 1, van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen.

De deskundigen van het Waalse comité ontvangen “
een forfaitaire vergoeding van 100 euro per vergadering, hetzij face-tot-face, hetzij op afstand, met een maximum van 1.000 euro per jaar.
De Voorzitter van het Comité van deskundigen ontvangt een forfaitaire vergoeding van 150 euro per vergadering, hetzij face-tot-face, hetzij op afstand, met een maximum van 1.500 euro per jaar.
” (besluit van de Waalse Regering van 21 mei 2021 betreffende het Comité van deskundigen betreffende het klimaat, artikel 8).

5)
Maximaal twee derde van de leden mag tot hetzelfde geslacht behoren. Maximaal twee derde van de leden mag van dezelfde taalrol zijn. De taalrol van een lid van het comité wordt bepaald in functie van de landstaal waarin zijn hoogste diploma werd uitgereikt.

6)
De leden van het comité mogen, gedurende de hele duur van hun mandaat, geen enkel politiek mandaat en geen enkele functie of activiteit uitoefenen, al dan niet bezoldigd, ten dienste van een ministerieel kabinet, noch ten dienste van een administratie of een instelling van openbaar nut bevoegd voor leefmilieu of energie, en geen lid zijn van de Raad voor het Leefmilieu.

De leden van het comité zullen in alle onafhankelijkheid hun opdrachten vervullen en hun advies verstrekken. Bij de uitoefening van hun mandaat mogen de leden van het comité geen instructies vragen of ontvangen van de regering of van andere publieke of privépersonen.

Het is elk lid van het comité verboden te beraadslagen over aangelegenheden waar hij een direct of indirect belang bij heeft, hetzij patrimoniaal hetzij persoonlijk.

Elk lid van het comité dat een bestaand of potentieel belangenconflict vaststelt, is gehouden de Voorzitter hierover in te lichten. Indien de Voorzitter vaststelt dat het risico op een belangenconflict daadwerkelijk bestaat, licht hij de leden van het comité hiervan in en neemt hij dit op in het proces-verbaal van de vergadering. Het betrokken lid van het comité zal zich bijgevolg onthouden bij de deliberaties en stemming over de beslissing die tot het belangenconflict leidt.

7)
Het comité wordt ingesteld bij de Raad voor het Leefmilieu en vergadert bijgevolg in diens gebouwen. De kosten voor het gebruik van deze ruimten door het comité komen ten laste van zijn eigen begroting.

8)
De jaarlijkse weerslag op de begroting wordt geraamd op 255.700 euro en zal vanaf 2022 van toepassing zijn. Er moet echter wel worden voorzien in een bezoldiging voor enkele maanden van het secretariaat en in de kosten van de aanwervingsprocedure vanaf 2021. Er zal immers een extra persoon moeten worden aangeworven om het secretariaat van de Raad voor het Leefmilieu vanaf 2021 te versterken met het oog op de voorbereiding van de oprichting van het comité van klimaatdeskundigen.
De weerslag op de begroting in 2021 wordt geraamd op maximaal 137.500 euro.

9)
Het secretariaat van de Raad voor het Leefmilieu verzorgt het secretariaat van het comité. Daartoe is het de bedoeling dit secretariaat te versterken door een extra VTE aan te werven. Deze persoon zal worden aangeworven en bezoldigd onder dezelfde voorwaarden als de andere leden van het secretariaat.

10)
De expertises die essentieel zijn voor de uitvoering van de opdrachten van het comité, worden opgelegd in het kader van zijn samenstelling. Indien het comité het nodig acht om een beroep te doen op specifieke deskundigheid waarover het niet of onvoldoende beschikt, kan het inderdaad incidenteel een beroep doen op externe deskundigen, via gerichte opdrachten of door het raadplegen van andere adviescomités of comités van deskundigen die opgericht zijn door gewestelijke en federale overheden op het vlak van klimaat en duurzame ontwikkeling. Voor de uitvoering van zijn opdrachten kan het comité ook de medewerking inroepen van de overheidsdiensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om zo snel mogelijk over gegevens te beschikken, zoals bijvoorbeeld inventarisgegevens over broeikasgasemissies en emissieprognoses. Overeenkomstig de klimaatordonnantie zal het comité ook beschikken over de opvolgingsindicatoren met betrekking tot de uitvoering van het gewestelijk Lucht-Klimaat-Energieplan, die jaarlijks door Leefmilieu Brussel zullen worden gepubliceerd.

Deze verschillende mogelijkheden veranderen niets aan de opdrachten van het comité, die uitsluitend onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Integendeel, zij worden aangeboden aan het comité opdat het zijn opdrachten zo goed mogelijk kan uitvoeren, op basis van de elementen die het relevant acht om te verzamelen.

De raadplegingsprocedures kunnen, in voorkomend geval, door het comité in zijn huishoudelijk reglement worden gepreciseerd.