Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de follow-up van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen voor 2030.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 836)

 
Datum ontvangst: 31/05/2021 Datum publicatie: 27/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 12/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Bij mijn vraag om uitleg van 26 mei 2021 over de doelstellingen voor 2030 inzake duurzame ontwikkeling, verzocht u mij een van mijn vragen opnieuw schriftelijk in te dienen, zodat ik deze informatie kon doorgeven. Het ging over de vraag hoe de coördinatie tussen de federale regering en de gewesten, maar ook tussen de gewesten onderling, kan worden verbeterd, met name op het gebied van klimaatverandering, water, afval en de circulaire economie.

Graag een antwoord op de volgende vraag:

· Hoe kan de coördinatie tussen de federale regering en de gewesten, maar ook tussen de gewesten onderling, efficiënter worden gemaakt, met name op het gebied van klimaatverandering, waterbeheer, afvalbeheer en de circulaire economie?
 
 
Antwoord    De geleidelijke regionalisering en de toenemende internationalisering/europeanisering van het milieu- en klimaatbeleid hebben de invoering van coördinatie- en overlegmechanismen tussen de federale en gewestelijke overheden noodzakelijk gemaakt.
Op het gebied van
leefmilieu, spelen de Interministeriële Conferentie Leefmilieu (ICL), die ik tot 29 september voorzit, en het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM) een centrale rol.
De ICL is samengesteld uit regionale en federale ministers die bevoegd zijn voor het leefmilieu en de natuur. De ICL vormt een instrument dat aangepast is aan een overleg tussen de betrokken overheden, met respect voor ieders autonomie. Zij kunnen niet alleen het forum zijn voor de uitwerking van de samenwerkingsakkoorden waarvan sprake in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, maar ook de plaats om te overleggen en om aan de diverse medewerkings- en overlegprocedures die voorzien zijn in de wetten tot hervorming der instellingen, een vaste vorm te geven. Het is eveneens mogelijk om eender welk geschikt initiatief waarvoor een overleg kan worden opgestart, op de agenda te zetten.
Afhankelijk van het specifieke gespreksthema, kan de vertegenwoordiging uitgebreid worden. Gelet op het multidisciplinaire karakter van talrijke milieudossiers, gebeurt het, in functie van de behandelde onderwerpen, dat de ICL uitgebreid wordt (UICL) tot andere federale en/of regionale ministers, bijvoorbeeld de uitbreiding van de ICL tot mobiliteit, financiën, enz.
Het CCIM zelf werd opgericht door het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot het internationaal milieubeleid. Dit comité is samengesteld uit alle strategische organen die in België bevoegd zijn op het vlak van leefmilieu. Het CCIM moet bij consensus de Belgische standpunten coördineren voor Europese en multilaterale dossiers. Het wordt ondersteund door werkgroepen en netwerken van experts afkomstig uit met name de verschillende overheidsdiensten voor leefmilieu. Het CCIM moet eveneens overeenkomen wie België vertegenwoordigt op de internationale vergaderingen. Zijn kantoor, dat een globaal overzicht heeft over de werkzaamheden en de werkgroepen/netwerken, komt eenmaal per maand bijeen en moet de vergaderingen van de plenaire vergadering voorbereiden. De plenaire vergadering is gekenmerkt door de aanwezigheid van de vertegenwoordigers van elke minister. Het CCIM spreekt zijn bereidheid uit om de coördinatie voortdurend te verbeteren door zijn werking, zijn transparantie en zijn werkmethodes aan te passen.
Wat het
klimaat betreft, en in het bijzonder de klimaatgovernance, werd in januari 2019 binnen de Nationale Klimaatcommissie (NKC) een werkgroep ‘Klimaatgovernance’ opgericht. Hij heeft een synthese van de voorstellen en aanbevelingen gerealiseerd van de verschillende instellingen en organisaties (parlementaire vergaderingen, adviesorganen, academische werkzaamheden) op het vlak van de versterking van de governance van het klimaatbeleid in België. In zijn syntheseverslag heeft de WG Governance meerdere pistes geïdentificeerd en geanalyseerd om de klimaatgovernance te verbeteren, met name via de grondwet, middels een (bijzondere of gewone) wet en/of een samenwerkingsakkoord.
Op woensdag 23 oktober 2019 heeft de NKC akte genomen van dit verslag, maar besliste ze om het niet te publiceren om iedere entiteit de tijd te geven om het grondig te onderzoeken, terwijl ik als voorzitter pleitte om het onmiddellijk te publiceren. Tijdens de daaropvolgende vergadering van 24 juni 2020, heeft het federale voorzitterschap voorgesteld om zijn aandacht te vestigen op de aanbeveling betreffende de verbetering van de coördinatie tussen ENOVER (energieoverlegorgaan) en de NKC. Hieronder volgen de acties waartoe begin 2021 beslist werd:
a) De organisatie van gezamenlijke (plenaire) vergaderingen van de NKC en ENOVER, waarvan de eerste op 21 mei 2021 georganiseerd werd;
b) De invoering van een schriftelijke, gezamenlijke goedkeuringsprocedure die sindsdien reeds meermaals gebruikt werd;
c) De vereenvoudigde toegang tot de ‘gemengde’ groepen NKC-ENOVER;
d) Regelmatigere contacten tussen de voorzitters van de NKC en ENOVER. 
Het vraagstuk governance boekt dus vooruitgang. Er is evenwel niks mis mee om de snelheid te verhogen.
Op het gebied van
water, is de directeur van de stuurgroep ‘Water’ van het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM) belast met de opvolging van het Europese en internationale beleid en de wetgeving. Het GOW (Grensoverschrijdend Wateroverleg) is een transregionale structuur die het overleg op lokaal niveau op het vlak van grensoverschrijdende waterlopen versterkt. Het Europese project ‘BELINI’, gefinancierd door LIFE, illustreert voorts de versterking van de samenwerking tussen 8 Belgische partners met de bedoeling de waterkwaliteit in de bekkens van de Zenne, de Dijle en de Demer te verbeteren.
Inzake
afval en circulaire economie tot slot, werken de gewesten via de netwerken en werkgroepen van het CCIM samen op het vlak van Europese en internationale dossiers. De Interregionale Verpakkingscommissie (IVCIE) levert, wat haar betreft, inspanningen om een geharmoniseerd beheer van verpakkingsafval in de gewesten te verzekeren. Er zijn tot slot besprekingen aan de gang om het intra-Belgisch Platform Circulaire Economie, dat in 2018 werd opgericht, te institutionaliseren. Het brengt de verantwoordelijken van de gewestelijke en federale overheidsdiensten bijeen om eventuele gezamenlijke acties te identificeren.
Er zijn dus talrijke coördinatiemechanismen. Deze formele mechanismen worden overigens aangevuld door talloze contacten en informelere uitwisselingen, of het nu op administratief of politiek niveau is. Zij maken het mogelijk om de uitwisselingen nog te versterken en in de meeste gevallen
in fine een Belgisch compromis te sluiten.