Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stem van Brussel in het overlegcomité

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 620)

 
Datum ontvangst: 31/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 14/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u weet, brengt het overlegcomité de federale regering en de gefedereerde entiteiten samen.

Graag zou ik u de volgende vragen willen stellen:

- Kunt u mij een overzicht geven van alle onderwerpen die de Brusselse regering sinds het begin van deze legislatuur op de agenda van het overlegcomité heeft geplaatst?
o Welke leden van de Regering brachten deze verschillende agendapunten in?
o Welke leden van de Regering vertegenwoordigden de Brusselse Regering op de verschillende overlegcomités?
o Welke positie werd verdedigd voor elk van de punten?
o Wat was het resultaat van deze verschillende verzoeken?
 
 
Antwoord    In het huishoudelijk reglement van het Overlegcomité, dat door de federale overheid is opgesteld, is bepaald dat het comité een keer per maand, telkens op de laatste woensdag van de maand, een gewone vergadering houdt. Wanneer de omstandigheden het vereisen, kan het Overlegcomité ook elektronisch of in spoedzitting vergaderen.

De start van de nieuwe regeerperiode in 2019 en de gezondheidscrisis door het coronavirus hadden gevolgen voor de organisatie van het Overlegcomité, waardoor het niet maandelijks kon samenkomen.

Het Overlegcomité komt hoofdzakelijk samen op initiatief van de federale overheid en in het bijzonder van de Eerste Minister, wiens diensten het secretariaat ervan waarnemen en de werking ervan verzorgen.

Sinds het aantreden van de regering De Croo werd beslist om het crisisbeheer over te laten aan het Overlegcomité in plaats van aan de Nationale Veiligheidsraad, waardoor er nu twee soorten vergaderingen van het comité zijn: de “klassieke” vergaderingen en de “crisisvergaderingen” over kwesties die verband houden met de coronagezondheidscrisis.

Vermits uw vraag betrekking heeft op de “klassieke” vergaderingen van het Overlegcomité, kan ik u de volgende elementen van antwoord geven.

Sinds het begin van de huidige regeerperiode in juli 2019 heeft het Overlegcomité acht keer fysiek of elektronisch “klassiek” (dus niet over coronazaken) vergaderd, meer bepaald:

- in 2019: op 18/12;
- in 2020: op 19/02, 23/11 en 18/12;
- in 2021: op 29/01, 12/02, 31/03 en 26/05.

Op die acht vergaderingen heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest acht punten geagendeerd.

Sommige punten worden op het comité geagendeerd, omdat er wettelijk gezien interfederaal overleg over moet plaatsvinden. Andere punten komen dan weer op de agenda, omdat zij raakvlakken hebben met de bevoegdheden van meerdere overheden in dit land en er dus een compromis over moet worden gevonden.
Volgende dossiers werden door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geagendeerd:

1) Op het overlegcomité van 18 december 2019
-
Goedkeuring van het geïntegreerde Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) 2021-2030, de nationale langetermijnstrategie en het gebruik van de flexibiliteit tussen het Europees emissiehandelssysteem en de verordening inzake de verdeling van de inspanningen (kennisgeving artikel 6, paragraaf 3 van verordening EU 2018/842 – Agendering van een gemeenschappelijk akkoord met de verschillende overheden van het land door het Brussels Gewest;
-
Vraag om een interministeriële conferentie op te richten over: a) en b) vrouwenrechten – c) geweldpleging tegen vrouwen.


2) Op het overlegcomité van 18 december 2020
-
SmartMove - Invoering van een slimme kilometerheffing ter bestrijding van de verkeerscongestie;
Erkenning van een handicap voor buitenlandse onderdanen die kortstondig in België verblijven.


3) Op het overlegcomité van 29 januari 2020
-
SmartMove - Invoering van een slimme kilometerheffing ter bestrijding van de verkeerscongestie.

4) Op het overlegcomité van 12 februari 2020
-
Vraag van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering om artikel 14 van het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de oprichting van het interregionaal orgaan voor de gezinsbijslagen toe te passen.

5) Op het overlegcomité van 26 mei 2020
-
Smartmove – Stand van zaken van het interfederale overleg;
Bevestiging van de reikwijdte van het samenwerkingsakkoord van 17 juli 2017 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de erkende plaatselijke geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten, waarvan het grondgebied meer dan één deelstaat bestrijkt.

Alvorens een overheid een dossier op het Overlegcomité kan brengen, moet zij eerst de instemming van haar regering krijgen. Zo is de goedkeuring van de Brusselse regering nodig om een dossier van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan het Overlegcomité voor te leggen; dat heeft zij voor alle voormelde geagendeerde punten dus gedaan.

De punten op het Overlegcomité worden altijd ingediend door de ministers-presidenten op basis van hun intra-Belgische institutionele bevoegdheid. De inhoudelijke uitwerking van de punten en de nota’s aan het Overlegcomité worden echter opgesteld door de functioneel bevoegde minister, die de minister-president tijdens de vergadering van het Overlegcomité trouwens kan vergezellen wanneer er iets besproken wordt waarvoor hij of zij bevoegd is.

De minister-president en minister Van Den Brandt zijn op basis van het bevoegdheidsverdelingsbesluit van 22 juli 2019 de twee vaste vertegenwoordigers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het Overlegcomité. Zij kunnen zich dus afhankelijk van de agenda laten vergezellen door de functioneel bevoegde Brusselse ministers, wanneer die op hun verzoek een punt op het comité werd geagendeerd of wanneer zij betrokken zijn bij een punt dat door een andere overheid werd geagendeerd.

De vertegenwoordiging van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het comité kan dus verschillen al naargelang van wat er op de agenda staat.

De federale kanselarij maakt de kennisgeving van de beslissingen van het Overlegcomité over de geagendeerde punten niet systematisch openbaar.