Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het algemeen toezicht van de Regering op de financiën van de erkende islamitische geloofsgemeenschappen

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 626)

 
Datum ontvangst: 09/06/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 01/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De ordonnantie betreffende de inrichting en de werking van de islamitische eredienst van 29 juni 2006 regelt de erkenning, werking en de financiën van en het algemeen toezicht op de islamitische geloofsgemeenschappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De beheersorganen van de erkende islamitische gemeenschappen, het islamitisch comité, dienen jaarlijks de begroting en de rekening van hun gemeenschap op te stellen en die ter goedkeuring aan de Regering over te maken. Die laatste stelt de begrotingen definitief vast.

In de begrotingen en de rekeningen moet o.a. de volgende ontvangsten vermeld zijn: schenkingen, legaten, stichtingen en handgiften die bestemd zijn voor de zorg voor de materiële voorwaarden voor de uitoefening van de eredienst.

De aanneming van giften door de gemeenschappen zijn onderworpen aan de toestemming van de Regering. De giften waarvan het bedrag 10.000 euro niet overschrijdt, zijn aan het algemeen toezicht onderworpen.

In dat verband heb ik de volgende vragen:

- Welk toezicht geldt voor de aanneming van giften die het bedrag van 10.000 euro overschrijden?
- Hoeveel giften die het bedrag van 10.000 euro overschrijden, hebben de erkende islamitische geloofsgemeenschappen ontvangen in 2019 en 2020?
- Zijn er giften waarover de Regering heeft beslist dat die niet mogen worden aangenomen door de gemeenschap in 2019 en 2020? In bevestigend geval, hoeveel giften en welke bedragen hielden die in? Wat zijn de redenen waarom die niet mochten worden aangenomen?
- Hoeveel giften hebben de erkende islamitische geloofsgemeenschappen aangenomen in 2019 en 2020? Graag een overzicht per erkende islamitische geloofsgemeenschap.
- Wordt er gecontroleerd of die giften uit het buitenland komen?
o In bevestigend geval, hoeveel giften zijn afkomstig uit het buitenland? Uit welke landen komen die giften? Welke gewestelijke instelling controleert die giften?
o Indien neen, waarom niet?
 
 
Antwoord    Artikel 34 van de ordonnantie van 29 juni 2006 betreffende de inrichting en de werking van de islamitische eredienst bepaalt het volgende : “Onverminderd de regels van algemeen en dwingend toezicht zoals bedoeld in de artikelen 35 tot 38, worden de oprichting van de Comités alsook de civielrechtelijke handelingen die deze uitvoeren en de aanneming van giften die hen gedaan worden, onderworpen aan de toestemming van de Regering.”

Artikel 37 van de voormelde ordonnantie bepaalt het volgende: “De civielrechtelijke handelingen en de aanneming van giften waarvan het bedrag 10.000 euro niet overschrijdt, zijn aan het algemeen toezicht onderworpen. De lijst van die handelingen wordt na afloop van elk kalenderkwartaal toegezonden aan de Regering.”

Bijgevolg vergt elke gift aan een islamitisch comité de goedkeuring van de regering, behalve giften van minder dan 10.000 euro; die onder het algemene toezicht vallen. Dit toezicht is identiek aan het systeem voor de andere erediensten overeenkomstig de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der eerediensten.


De in 2019 en 2020 erkende islamitische gemeenschappen hebben geen enkele gift van meer dan 10.000 euro ontvangen. Giften van meer dan 10.000 euro ten gunste van geloofsgemeenschappen zijn weinig gebruikelijk.

De tabel hieronder geeft de totaalbedragen weer van de door de erkende islamitische gemeenschappen ontvangen giften.

De gegevens voor 2020 zijn onvolledig, omdat we nog niet alle rekeningen voor dit jaar hebben ontvangen. Het valt ook op te merken dat de laatste vier gemeenschappen in de tabel nog niet erkend waren in 2019.

Indien een gift verdacht zou lijken, kan Brussel Plaatselijke Besturen altijd Brussel Preventie en Veiligheid verwittigen.