Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het CertIBEau (watercertificaat voor gebouwen).

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 846)

 
Datum ontvangst: 28/06/2021 Datum publicatie: 09/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/07/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Onlangs hebben we de Brusselse Waterdagen 2021 gehouden om de burgers bewust te maken van het belang van water in ons dagelijks leven. In België verbruiken we immers 94 liter leidingwater per persoon per dag.1

De grootste leverancier van water aan de Brusselse gezinnen is Vivaqua. We beschikken thans over twee waterzuiveringsinstallaties die het afvalwater verwerken. Het rioleringsnet dat het afvalwater naar deze zuiveringsinstallaties leidt, wordt "unitair" genoemd: het vangt zowel het afvalwater als het afvloeiend regenwater op. De verwerking door deze installaties is een verplichting die voortvloeit uit een Europese richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater2.

Onlangs heeft de Waalse regering een certificatiesysteem aangekondigd voor de  interne water- en saneringsinstallaties voor gebouwen die voor het eerst op de waterdistributie worden aangesloten en voor grote gebouwen en inrichtingen waar water aan het publiek wordt geleverd: CertIBEau.

Ik ben zo vrij de uitleg van de cel CertIBEau over te nemen, die duidelijk uitlegt wat de meerwaarde van het certificaat is. Het heeft een drievoudige doelstelling: gezondheid, leefmilieu en voorlichting.

In de eerste plaats komt CertIBEau op verschillende manieren tegemoet aan de gezondheidsuitdagingen. De interne installaties kunnen immers onderhevig zijn aan storingen die schadelijk zijn voor de hygiëne en de volksgezondheid: het ontbreken of slecht functioneren van adequate terugslagkleppen, aanwezigheid van loden leidingen, mogelijke verbinding tussen het interne circuit van het leidingwater en van het water uit regenwaterputten, of zelfs lozing van afvalwater in de open lucht, in een sloot, op de weg of in een weide.

Via een inventaris van de voorzieningen en methodes voor de afvoer van het afval- en regenwater wordt een aanzienlijke verbetering op het gebied van het leefmilieu verwacht, met name wat de kwaliteit van de waterlichamen betreft: aansluiting op de riolen, controle op de installatie van een individueel zuiveringssysteem, scheiding van afvalwater en regenwater enz.

Ten slotte bestaat er, wat de voorlichting betreft, zoals voor de energieprestaties van een gebouw, een reële vraag naar een betere kennis van de watervoorzieningen van een nieuwbouw of een gebouw dat te koop of te huur wordt gesteld, maar ook naar kennis van de methode(s) voor de afvoer van het afvalwater, de overeenstemming van de installatie met de reglemenering, de risico's op verontreiniging of verslechtering van de kwaliteit van het water dat in een woning wordt verdeeld enz.3.

Om mijn informatie te vervolledigen, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  1. Hebt u kennis genomen van dit initiatief? Zo ja, wat zijn uw opmerkingen?

  2. Ondanks vragen en e-mails aan Vivaqua en Leefmilieu Brussel lijkt het bijzonder moeilijk om informatie te vinden. 10% van de nieuwe woningen in Wallonië zou aan de normen voldoen tegenover 90% in Vlaanderen. Hoe is de situatie in Brussel ? Tegen wanneer is de 100% conformiteit gepland?

  3. Kunt u toelichtingen verstrekken over wat ons stadsgewest heeft gedaan om te voldoen aan de Europese norm inzake de bescherming van drinkwater tegen verontreiniging?

  4. Wie is thans belast met de controle en de conformiteit van de installaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Volstaat dat aantal in verhouding tot het aantal installaties?

  5. Hoeveel installaties worden jaarlijks geïnspecteerd? Op welke basis worden de inspecties gekozen?

  6. Kunt u toelichtingen verstrekken over de meest voorkomende incidenten op het netwerk met betrekking tot

  • de  methodes voor de afvoer van het afvalwater

  • de conformiteit van de installatie met de reglementering

  • de  risico's op verontreiniging of verslechtering van de kwaliteit van het leidingwater

  • het ontbreken of slecht functioneren van terugslagkleppen

  • de aanwezigheid van loden leidingen

  • de mogelijke verbinding tussen het interne circuit van de waterdistributie en van het water uit regenwaterputten

  • lozing van het afvalwater in de open lucht

  1. Wat zijn de belangrijkste tekortkomingen op milieuvlak die uw diensten hebben vastgesteld met betrekking tot problemen inzake niet-naleving van de Europese norm inzake de bescherming van drinkwater tegen verontreiniging?

  2. Kunt u de cijfers bezorgen met betrekking tot de gezondheids- en milieuproblemen in verband met de naleving van de Europese norm inzake de bescherming van drinkwater tegen verontreiniging voor 2019, 2020 en tot 30 juni 2021?

 

1 https://www.ecoconso.be/fr/content/dou-vient-leau-du-robinet

2 https://www.coordinationsenne.be/mailer/JournaldelaSenne_15/JdlS15_T1FR.htm

3 https://www.wallonie.be/fr/demarches/sinformer-sur-le-certificat-des-immeubles-batis-pour-leau-certibeau

 

3

 

 
 
Antwoord    1)

Mijn administratie is in ieder geval op de hoogte van het gelijkvormigheidsattest voor binneninstallaties voor water en zuivering dat op 1 juni 2021 in Wallonië in werking is getreden. Volgens Leefmilieu Brussel is een dergelijk instrument vermeldenswaardig als het alle aspecten bestrijkt die verband houden met nieuwbouw maar vooral ook met renovaties. Nu blijkt dat de oorspronkelijke doelstellingen in Wallonië naar beneden bijgesteld werden. Het zou enkel verplicht zijn voor nieuwe bouwwerken en de uitvoering en de vermelding van het CertiBEau in notariële akten zou op vrijwillige basis gebeuren, naar eigen goeddunken van de actoren van de vastgoedtransactie.

De idee om een dergelijk certificaat in te voeren verschijnt in het Waterbeheerplan 2016-2021 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (PA 1.16). Deze maatregel wenst de particulieren te informeren over hun verplichtingen op het vlak van de aansluiting op de riolering en voorzag de invoering van een certificering (naar het voorbeeld van het EPB-certificaat). Deze maatregel werd nooit uitgevoerd, omdat Leefmilieu Brussel eerst het globale zuiveringsstelsel van afvalwater wilde verduidelijken. Een belangrijk project is in uitwerking in samenwerking met VIVAQUA: de uitwerking van een cartografie van afgewaterde en niet-afgewaterde zones om voor iedere woning te helpen bepalen in welk zuiveringsstelsel (collectief of autonoom) ze gelegen is en om de gepaste voorwaarden op te leggen in geval van nieuwe bouwwerken. Dit draagt bij tot deze begeleiding en dit onderzoek van de particulieren ten aanzien van hun verplichtingen inzake de zuivering van het afvalwater dat ze genereren. Dit onderzoek wordt in het kader van het WBP 2022-2027 voortgezet door gebruik te maken van deze cartografie.

In geval van nieuwe woningen, worden de aansluiting op het waterverdelingsnet en de waterafvoer door VIVAQUA uitgevoerd voor rekening van de aanvrager, wat ervoor zorgt dat de aansluiting op het openbare net volgens de regels van de kunst gebeurt. Nieuwe verkavelingen vormen hier een uitzondering op, omdat het privéwegen betreft die in het algemeen verder van het openbaar domein verwijderd zijn. Vivaqua legt hier een strikt lastenboek op voor de uitvoering van de werken door de projectontwikkelaar.

Voor de aspecten die verband houden met privéinstallaties, betreffende het interne distributienet van drinkwater, beschikt VIVAQUA over een controledienst van sanitaire binneninstallaties die gespecialiseerd is in controles van sanitaire installaties volgens de principes omschreven in de NBN EN 1717 norm. Alle nieuwe aansluitingen, verregaande renovatie- en verbouwingswerken van bestaande gebouwen worden gecontroleerd. Het dossier wordt pas afgesloten wanneer de installatie conform de geldende technische regels gebeurt.

Deze controle kan opgelegd worden via de algemene verkoopvoorwaarden van de operator.
Indien de klant de aanvraag indient, is deze dienst voor rekening van de klant/abonnee.

https://www.vivaqua.be/nl/onze-activiteiten/drinkwaterdistributie/technische-distributiediensten/controle-van-prive-installaties/

Deze controles hebben vooral betrekking op de drinkwaterdistributie en niet op het afvalwater, maar VIVAQUA mag in bestaande gebouwen steeds controleren of de aansluitingen op het rioleringsnet correct gebeurd zijn.

Als er verder twijfel rijst over de aansluitingen van het afvalwater, mag Leefmilieu Brussel evengoed van zijn kant, net zoals de gemeenten, een inspectiecontrole uitvoeren en, in voorkomend geval, een regularisatie van de toestand vragen of een sanctie opleggen (op basis van het wetboek van inspectie en van artikel 65, § 1, 2
de lid van kaderordonnantie van 20 oktober 2006).


2)

Het vermelde cijfer voor Wallonië lijkt uit een syntheserapport van de werkgroep ‘passeport Eau Habitation’ van de Waalse Federatie van erkende wateroperatoren AquaWal te komen en werd in 2016 aan de Waalse minister voor Leefmilieu bezorgd. Dit cijfer, gebaseerd op de verschillende portaalsites van de leden van AquaWal, maakt in werkelijkheid gewag van 10 à 20 % van de nieuwe bouwwerken die in overeenstemming zijn met de geldende normen en wetgevingen, zowel wat de binneninstallaties voor water als de behandeling en afvoer van afvalwater betreft.

In ditzelfde rapport is er sprake van een cijfer van 80 à 90 % van de nieuwe woningen die conform de Europese wetgeving zijn betreffende de bescherming tegen drinkwaterverontreiniging van de binnennetten en de vereiste van middelen ter bescherming tegen verontreiniging door terugstroming van water. Dit cijfer geldt zowel voor Vlaanderen als voor Brussel.

Dit rapport werd niet gepubliceerd, waardoor wij geen oordeel kunnen vellen over de gebruikte methodologie om deze schattingen aan Waalse zijde te staven. Wij kunnen deze cijfers voor het Brussels Gewest niet bevestigen, omdat Leefmilieu Brussel geen campagnes heeft gevoerd ter controle van de aansluitingen van zowel drink- als afvalwater. De gelijkvormigheid van woningen met betrekking tot de aansluiting op het drinkwaterdistributienet behoort niet tot zijn taken.


3)

Sinds de jaren 60, speelt VIVAQUA een voortrekkersrol in de besmettingsproblematiek van sanitaire binneninstallaties.

In samenwerking met Eau de Paris, werd de ‘méthode Montout’ ontwikkeld en uitgetest op het terrein. Deze methode heeft als basis gediend voor de ontwikkeling van de EN 1717-norm en is vandaag nog de methode volgens welke analyses van binneninstallaties moeten worden uitgevoerd en in Brussel worden uitgevoerd (zie antwoord op vraag 1).

De opvolging van de waterkwaliteit via het distributienet wordt steeds door VIVAQUA uitgevoerd. Jaarlijks worden 850 plaatsen bemonsterd voor routinecontroles in het kader van het controleprogramma van VIVAQUA. Deze stalen moeten verplicht worden afgenomen van kranen die normaal gezien voor menselijk verbruik gebruikt worden. In de praktijk betreft het de koudwaterkraan van de keuken. VIVAQUA heeft bepaalde metalen aan de routinecontroles toegevoegd (boor, cadmium, lood, nikkel, mangaan, zink). Dit zorgt voor een bijkomende controle van deze parameters, waarbij rekening wordt gehouden met de impact van de privé-installatie op de waterkwaliteit.

Bij niet-naleving van de parameterwaarden aan de kraan door de verbruiker, te wijten aan de privé-installatie, moet VIVAQUA de abonnee hierover inlichten (besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002 betreffende de kwaliteit van het leidingwater).

Als moest blijken dat het water, opgeslagen in reservoirs in de rand en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, niet aan de kwaliteitsvereisten voor drinkwater beantwoordt, dan gaat VIVAQUA over tot de volledige lediging van deze reservoirs (‘leegmaking’).

Er dient opgemerkt dat VIVAQUA vanaf 2003 grote verwijderingswerken van lood in zijn net heeft uitgevoerd om de loodnormen ter hoogte van de watermeter na te leven (vereiste van de drinkwaterrichtlijn). Deze vereiste werd in 2020 herzien. Zij voert een beoordeling in van de eventuele risico's die verbonden zijn aan privé distributie-installaties, in het bijzonder op prioritaire plaatsen. Deze beoordeling bevat een algemene analyse van de potentiële risico's die verband houden met privé distributie-installaties en een controle van de lood- en legionellaparameters.

In het kader van de omzetting naar Brussels recht, liggen verschillende pistes ter studie voor met het oog op een verlaging van de risico’s verbonden aan de privé-distributie in alle privé distributie-installaties (voornamelijk in oude gebouwen), wat niet onder de verantwoordelijkheid van de openbare operator valt.


4)

De controledienst van VIVAQUA is belast met deze controles.

Deze gebeuren op aanvraag (niet verplicht voor bestaande gebouwen (zie V1).


5)

Het betreft gemiddeld ongeveer 1.550 dossiers die jaarlijks door VIVAQUA behandeld en afgewerkt worden. Er dient te worden verduidelijkt dat één dossier betrekking kan hebben op meerdere wooneenheden (een gebouw met 150 appartementen wordt bijvoorbeeld in één enkel dossier behandeld).

De controles worden altijd op vrijwillige basis uitgevoerd (op vraag van de gebruikers) en sowieso voor alle nieuwe aansluitingen (zie V1).


6)

De meest voorkomende door VIVAQUA vastgestelde problemen zijn:
- de afwezigheid of de aanwezigheid van onaangepaste terugstroombeveiligers in de binneninstallatie. Toestellen aangesloten op de binneninstallatie zonder aangepaste bescherming tegen terugstroming;
- Slecht onderhouden/afgestelde installaties en (waterbehandelings)toestellen die een negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit:
· Slechte aansluiting: vermenging van drinkwater met regenwater in de binneninstallatie. De algemene voorwaarden van VIVAQUA verbieden dit;
· Injectie van additieven in het drinkwater zonder aangepaste preventie van terugstroming;
· Afvoerbuizen rechtstreeks aangesloten op de riolering. Dit leidt tot twee problemen: het aankoeken en mogelijke omvangrijke verliezen te wijten aan lekken zonder visuele aanwijzing.
- Overschrijding van de toegestane waarden;
- Besmetting van het drinkwatercircuit in de woning en eventuele besmetting van het drinkwaterdistributienet;
- Bodemverontreiniging.

VIVAQUA brengt jaarlijks verslag uit aan Leefmilieu Brussel over een reeks indicatoren inzake de kwaliteit van de dienstverlening (vereiste van de kaderordonnantie water van 2018). Er bestaat hiervoor evenwel geen modeltype dat door de wetgeving wordt opgelegd en de gerapporteerde gegevens zijn niet van die aard om op deze vragen te kunnen antwoorden, aangezien Vivaqua in deze fase niet over een opvolging beschikt van alle punten waarvan sprake in uw vraag. Vivaqua heeft zich er echter toe verbonden de komende jaren de opvolgingsindicatoren betreffende deze thema's te verbeteren via haar strategisch plan (Vivanext).

Momenteel beschikt VIVAQUA dus over een lijst van spoedinterventies, die via de Centrale Wacht werden gemeld. Voor 2019 werden er 28.990 interventies geïnventariseerd. Slechts 179 hadden betrekking op afvalwater (verstopping, terugstroming in privégebouwen of grondverzakkingen).

VIVAQUA beschikt overigens over een erkend laboratorium voor de gezondheidscontrole van water. In het kader van deze erkenning, maken de klachten over de kwaliteit van het drinkwater het voorwerp uit van een strenge opvolging. Wanneer VIVAQUA een legitieme klacht ontvangt, wordt er op het terrein een controle uitgevoerd. Op die manier werden er in 2020 76 stalen afgenomen en 3.064 parameters geanalyseerd.

VIVAQUA voert voorts een serie inspecties uit op haar distributienet door middel van met name een controle in de drinkwaterreservoirs aan het begin van het distributienet. De resultaten van deze analyses voor 2019 en 2020 waren volgens VIVAQUA allen conform.

Aangezien het punten betreft met betrekking tot de afvoer van afvalwater, waren er maar weinig vermeldenswaardige incidenten. Aangezien het gebied grotendeels collectief gesaneerd wordt, zijn de meeste gebouwen op de riolering aangesloten waarbij het afvalwater naar de gewestelijke zuiveringsstations gevoerd wordt. Er zijn evenwel nog gebieden waar de sanering autonoom gebeurt. In dit geval kan er sprake zijn van slechte aansluitingen, bevindingen van zuiveringsstations of niet-conforme of niet-toegelaten septische putten. Deze gevallen komen maar in beperkte mate voor, zijn gekend en worden opgenomen door Leefmilieu Brussel en de gemeenten die met dit soort problemen kampen (voornamelijk Ukkel en Anderlecht). De vergunningsvereiste voor individuele zuiveringsstations vanaf het 1
ste inwonersequivalent van april 2019 maakt het mogelijk deze eventuele ongelukken te verhelpen of vervolgingen in te stellen in geval van aantasting van het leefmilieu.


7)

Naast de in het voorgaande antwoord vermelde problemen, vormen overschrijdingen die verband houden met privé-installaties (loodnormen, ijzer, coliforme bacteriën) de belangrijkste gebreken die geïdentificeerd worden ter hoogte van het leidingwater aan de keukenkraan (loodparameter).

De nieuwe richtlijn voorziet in de invoering van een risicogebaseerde aanpak om te garanderen dat de bevoorrading, de behandeling en de distributie voor menselijk verbruik veilig verloopt. Deze aanpak behelst de hele bevoorradingsketen. In het geval van nieuwe installaties of renovatiewerken, mogen de gebruikte materialen de menselijke gezondheid en de waterkwaliteit niet in het gedrang brengen.

Betreffende het milieuluik: aangezien het ongezuiverd grondwater betreft, worden er sinds 2002 waterwinningsgebieden aangeduid. Het betreft de waterwinningen van VIVAQUA in Ter Kamerenbos en het Zoniënwoud, waar bepaalde activiteiten en handelingen met een mogelijks negatief effect op de bescherming van de grondstoffen, gereglementeerd en verboden zijn. De pesticiden volgen een dalende trend, terwijl het gewonnen grondwater nog steeds een hoog nitraatgehalte vertoont. Het risico is gekend en het Waterbeheerplan voorziet in maatregelen om de watermassa te beschermen en de stikstofconcentraties te beperken. Er wordt ook gevreesd voor nieuwe stoffen (hormoonontregelende stoffen, ...) of kwaliteitsnormen die strenger zouden kunnen worden, ... Er is momenteel geen reden tot paniek, maar we moeten waakzaam blijven. Vandaag worden niet alle stoffen gemeten, sommigen worden als ‘irrelevant’ beschouwd, en we beheersen ook het cocktaileffect van de verschillende chemische stoffen niet.

Voor de bescherming van het grondwater, moeten we er ook voor zorgen dat de boringen, die gebeuren in het kader van de toegestane waterwinningen (permanente waterwinningen of grondwaterpeilverlaging voor werkzaamheden van de bouwnijverheid), volgens de regels van de kunst worden uitgevoerd en geen verschuivingen van oppervlakteverontreiniging in de grondwaterlagen veroorzaken. Voorwaarden en controles worden in dat opzicht voorzien.


8)

Als bijlage vindt u de parameters waarvan de waarde van het kraantjeswater in 2019 en 2020 werd overschreden, met aanduiding van de mogelijke oorzaak (gegevens verstrekt door VIVAQUA in het kader van hun jaarlijks controleprogramma).