Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken omtrent de beoogde commercialisering van het gewestelijke glasvezelnetwerk.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 766)

 
Datum ontvangst: 21/06/2021 Datum publicatie: 09/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 09/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/07/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Enkele maanden terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent het voornemen om het glasvezelnetwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te commercialiseren richting telecomoperatoren (cf. schriftelijke vraag nr. 605).

In uw antwoord verwees u toen naar het feit dat er verschillende onderzoeken daaromtrent opgestart werden, met als doel om in juni een plan te kunnen voorleggen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u een stand van zaken geven omtrent deze verschillende onderzoeken in het kader van de beoogde commercialisering van het gewestelijke glasvezelnetwerk? Kan u nader toelichten wie deze onderzoeken heeft gevoerd en op welke aspecten daarbij gefocust werd? Welke conclusies, vaststellingen en mogelijke problemen zijn hieruit voortgekomen?

  • Hebt u, op basis van deze onderzoeken, reeds een plan opgesteld omtrent het consolideren van de glasvezelnetwerken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, kan u de krachtlijnen hiervan toelichten? Wanneer zal u dit plan voorstellen aan de Brusselse Regering en aan de leden van het Brussels Parlement?

  • Hebt u inmiddels zicht op het tijdspad en de middelen die voorzien zullen worden in dit dossier? Zo ja, kan u dit nader toelichten?

  • Op welke manier heeft u dit dossier sinds uw recentste antwoord verder overlegd met alle betrokken actoren? Hebben alle betrokken actoren daarbij hun initiële standpunt behouden, of zijn er in dat opzicht reeds wijzigingen te melden?

 

 
 
Antwoord    1/
In het kader van de commercialisering van het gewestelijk glasvezelnetwerk werden twee studies uitgevoerd met de volgende doelstellingen:
1. Een kaart van glasvezelnetwerken in het Brussels Gewest updaten en de mogelijkheden om het netwerk te bundelen identificeren alsook de waarde, het groeipotentieel en de onbenutte capaciteit ervan. Deze opdracht werd toevertrouwd aan het bedrijf Altman Solon.
2. Een economische simulatie uitvoeren om de financiële haalbaarheid te beoordelen van het opzetten van een model voor het beheer en de verkoop van de beschikbare overcapaciteit in de glasvezelnetwerken van de verschillende gewestelijke besturen. Deze opdracht werd toevertrouwd aan Ernst & Young-Parthenon.

Deze studies hebben aangetoond dat, hoewel België over het hele land breedbanddekking heeft, de uitrol van glasvezel nog steeds beperkt is en achterloopt op schema in vergelijking met andere Europese landen (de dekkingsgraad door glasvezel (FTTH) bedroeg in 2019 slechts 6%).


Meer specifiek stelde de studie van Altman Solon vast dat het Brussels Gewest wordt doorkruist door 964 km glasvezelkabels, 1.030 km omhulsels en andere infrastructuur (gasleidingen, tunnels, riolen en sleuven).



Uit de studie is ook gebleken dat de gemiddelde beschikbare capaciteit van de geïdentificeerde glasvezelkabels groter is dan 50%. Die van de kabelgoten bedraagt meer dan 75%.

De belangrijkste conclusie van deze studies is dat door alle Brusselse netwerken te integreren, het Brussels Gewest een dicht netwerk en voldoende capaciteit kan verwerven voor een versnelde uitrol van Brusselse infrastructuren (meer geconnecteerde gebouwen, enz.).

Bovendien hebben de studies het mogelijk gemaakt om duidelijk de voordelen te identificeren die verbonden zijn aan de oprichting van een gedeeld Brussels netwerk:
● Versnelling van de uitrol van glasvezel in het Gewest;
● Dekking van dunner bevolkte zones;
● Minder overlast dat wordt veroorzaakt door de infrastructuurwerken;
● Opbrengsten voor het Gewest (ongeveer 2 miljoen euro per jaar, afhankelijk van de minimale hypothese);
● Garantie op een gestructureerde, open, milieuvriendelijke uitrol, enz.

Bovendien zou de bundeling van het glasvezelnetwerk de opkomst van spelers in het veld moeten aanmoedigen, waardoor gezinnen uiteindelijk uit meer operatoren kunnen kiezen en dus een ruimere keuze tegen lagere kosten hebben.

2/
Op 15 juli werd een plan om glasvezelnetwerken te consolideren voorgesteld en goedgekeurd door de regering.

Drie structuren zouden één voor één moeten worden opgericht om het Gewest in staat te stellen zijn activa te exploiteren en een partnerschap aan te gaan met de privésector:
● De eerste structuur is een InfraCo, met als doel de dark fiber-netwerken en -infrastructuren van IRISnet, Mobiel Brussel, MIVB, port.brussels en Sibelga technisch te consolideren. Deze InfraCo zal (niet-kritieke) publieke activa consolideren, nuttig voor een openbaar glasvezelnetwerk in Brussel.
● De tweede structuur is een OpCo, die verantwoordelijk is voor het beheer van dit nieuwe gedeelde netwerk en de herverdeling van de inkomsten uit de werking ervan. Met andere woorden, de OpCo zal de entiteit zijn die de activa van de InfraCo fysiek zal beheren en ze zal aanvullen voor efficiënt gebruik, terwijl ze worden gewaardeerd met een derde structuur (zie hieronder).
● De derde structuur is een FiberCo, verantwoordelijk voor het beheren, uitrollen en commercialiseren van de Brusselse glasvezelinfrastructuur.

De datum waarop dit plan zal worden voorgesteld aan het Parlement is nog niet vastgelegd.

3/
Een diepgaande juridische analyse werd net opgestart en zal tegen het einde van het jaar worden afgerond. Hierna zullen we een nauwkeuriger beeld hebben van de volgende stappen in de implementatie van de verschillende structuren en van het werkkalender. Het tweede deel van de opdracht is ook van start gegaan met het doel om het economische model van de toekomstige FiberCo te definiëren. Deze resultaten worden verwacht tegen eind 2021. Deze studie zal ons een beeld geven van de middelen die zullen worden aangewend voor de uitvoering van dit plan (private investeringen, leningen, enz.).

4/
Op 29 juni nodigde ik de directeuren-generaal van de MIVB, Brussel Mobiliteit, port.brussels, het CIBG, IRISnet, Sibelga en Vivaqua uit voor een presentatie van de resultaten van de uitgevoerde studies. De verschillende bestuurders hebben aangegeven mee te willen werken aan de uitvoering van dit plan. Zij hebben mij uiteraard gewezen op het belang van het opzetten van governance waarbij het risicobeheer en de integriteit van hun netwerken gewaarborgd worden.
De telecomoperatoren werden geraadpleegd door de opdracht van EY-Parthenon. De meesten hebben grote interesse getoond in dit project.