Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de mislukking van de onderhandelingen in het kader van de institutionele kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Zwitserland.

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 494)

 
Datum ontvangst: 21/06/2021 Datum publicatie: 20/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/07/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Shape1

 

 

 

De Bondsraad van de Zwitserse Bondsstaat heeft besloten geen gevolg te geven aan de overeenkomst die in 2018 met de Europese Unie werd onderhandeld om hun betrekkingen te stabiliseren.

Bijgevolg wil ik u het volgende vragen:

  1. Komen de lopende uitwisselingen met Zwitserland en de programma's die met ons stadsgewest zijn opgezet door deze breuk in het gedrang?

  2. In de wetenschap dat het uitblijven van een overeenkomst gevolgen heeft voor bepaalde ondernemingen, aangezien 70% van de Zwitserse invoer afkomstig is uit de EU en 52% van de uitvoer van het land naar de EU gaat, beschikt u over een analyse van de gevolgen van deze breuk voor ons stadsgewest?

  3. Kunt u mij de invoer- en uitvoercijfers voor 2018, 2019, 2020 en tot 1 juni 2021 tussen Zwitserland en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bezorgen?

 

 

 
 
Antwoord    1. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft geen bilaterale betrekkingen met Zwitserland of met één van haar steden of regio’s. Dat sluit inderdaad niet uit dat Brusselse en Zwitserse partners samen deelnamen aan Europese programma’s.

De afgebroken onderhandelingen waren gericht op het stroomlijnen en verdiepen van de Zwitsers-Europese betrekkingen, die momenteel worden bepaald door verschillende sectorale verdragen. Deze verdragen blijven van kracht voor de duur dat ze afgesloten zijn. Niettemin blijft het Hoofdstedelijk Gewest aandachtig voor de impact van de Zwitserse beslissing op de verdere voorbereiding en uitvoering van de programmeringsperiode 2021-2027 en dus de mogelijkheden voor verdere samenwerking met Zwitserse partners.

Zo pleitte het Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door Brussels International, voor verdere Zwitserse deelname aan de Europese programma's voor territoriale samenwerking waarbij Brussel betrokken is, zoals Urbact, Interreg Europa en vooral Interreg Noordwest-Europa.


Wat dit laatste programma betreft, bekleedt België, in 2021 het roterend voorzitterschap en werden specifieke stappen ondernomen om Zwitserland ervan te overtuigen aan boord van het programma te blijven nadat het van de Zwitserse partner een kennisgeving van terugtrekking had ontvangen.

In dit stadium is overeengekomen dat de Zwitserse Bondsstaat zal deelnemen en financieel zal bijdragen aan de programma’s voor territoriale samenwerking 2021-2027, waaraan momenteel de laatste hand wordt gelegd. De mogelijkheden voor Brusselse projectdragers (administraties, gemeenten, universiteiten, onderzoekscentra, verenigingen en bedrijven) om hun krachten te bundelen met Zwitserse partners blijven gevrijwaard.

Voor wat Horizon Europa betreft publiceerde de Europese Commissie een lijst van derde landen die geassocieerd zouden kunnen worden bij Horizon Europa, waarop Zwitserland niet stond. Het land voert op dit moment geen verkennende gesprekken over een verdere associatie bij het programma en de Commissie is momenteel niet geneigd daartoe onderhandelingen te voeren. In elk geval kunnen landen die niet geassocieerd zijn bij Horizon Europa in de toekomst nog steeds intekenen op bepaalde projectoproepen.

2.
Wat een vergelijking van het aantal aanvragen van Brusselse ondernemingen voor de periode van het eerste semester van 2020 en het eerste semester van 2021 betreft, is het aantal hetzelfde. Het economische en handelsbureau van Wallonië en Brussel in Genève heeft 10 aanvragen ontvangen.
Er kan dus worden ingeschat dat de Brusselse bedrijven een constante belangstelling voor de Zwitserse markt vertonen.

Voor de rest van 2021 is er de Vitafoods-beurs, die van 5 tot 7 oktober 2021 in Genève zal doorgaan met aanwezigheid en met een virtuele versie van 4 tot 8 oktober 2021. Die beurs is de enige actie in het actieprogramma van AWEX waar de Brusselse ondernemingen ook vertegenwoordigd zijn.
Brusselse firma’s ingeschreven met een individuele stand:
- Amazonia Bio
- Exim Pharma – UCB Pharma (Anderlecht)
- KSMC (1050 Brussel)
- Laboratoires Surveal SPRL (1050 Brussel)

Als gevolg van de pandemiecrisis heeft de economische en handelsadviseur voor Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die sinds augustus 2019 in de post aanwezig is, deze beurs die normaal gezien elk jaar in mei doorgaat niet kunnen bezoeken (beurs in de vorm van een virtueel forum in 2020).
Voor 2022 zal het eerste initiatief met CERN - Belgium@CERN (officiële naam: Europese Raad voor Kernonderzoek) op 9 en 10 mei 2022 plaatsvinden in Genève. Omdat het een internationale organisatie betreft, oefent Zwitserland geen rechten uit op dat onderzoekscentrum. De Brusselse ondernemingen kunnen dus blijven leveren aan CERN en op offerteaanvragen reageren.

Op termijn zou het ontbreken van een kaderovereenkomst de concretisering van bepaalde uitwisselingen over thema’s die niet door bilaterale akkoorden worden gedekt evenwel kunnen bemoeilijken. Dat is met name het geval voor medisch materiaal omdat de overeenkomst van wederzijdse erkenning, die in 2002 werd ondertekend, op 26 mei 2021 afliep. Er moet wel worden opgemerkt dat de bestaande medische hulpmiddelen in het kader van deze overeenkomst ook
na 26 mei 2021 van kracht blijven en blijven gelden tot hun einddatum (maar ten laatste op 27 mei 2024), wat het risico op nadelige gevolgen voor de handel gevoelig terugdringt.

Swissmem, de Zwitserse vereniging van de machine-industrie, elektrische apparatuur en metalen heeft ook haar ontgoocheling getoond. Deze industriesector is de belangrijkste Zwitserse werkgever en hangt meer van de Europese markt af voor haar export.

Op het vlak van onderzoek zou het einde van de onderhandelingen voor een kaderovereenkomst met de EU grote gevolgen kunnen hebben, bijvoorbeeld op vlak van de ruimtevaart. De onzekerheid dringt door tot de hoogste wetenschappelijke kringen. Wat de Zwitserse deelname aan het belangrijkste Europese programma “Horizon Europe” betreft (budget van 95 miljard euro tussen 2021 en 2027) betreft, zouden volgens de regering evenwel “verschillende scenario’s” worden uitgewerkt. Eén daarvan is een “volledige, gedeeltelijke of projectgerelateerde deelname met het statuut van derde land”. De formule daarvan blijft wel nog vaag.

Er moet worden opgemerkt dat de onderhandelingen over het Zwitserse statuut in het nieuwe Europese kaderprogramma Horizon Europe nog altijd lopen. Bijgevolg hebben de Zwitserse onderzoekers de instructie gekregen van het SEFRI (staatssecretariaat voor opleiding, onderzoek en innovatie) om te blijven deelnemen aan de projectoproepen.

Twee opties als afloop van de onderhandelingen:
- Ofwel slaagt Zwitserland erin een volledige of gedeeltelijke deelname aan Horizon Europe te onderhandelen (minst waarschijnlijke scenario). In dat geval zal het SEFRI financieel bijdragen aan Horizon Europe en ontvangen de Zwitserse operatoren rechtstreekse financiering van de ER (over het algemeen 150% van het bedrag van de bijdragen, gelet op het uitmuntende niveau van de Zwitserse onderzoekers).
- Ofwel wordt Zwitserland een “derde land” in Horizon Europe (volgens mij het meest waarschijnlijke scenario). In dat geval kunnen de Zwitserse operatoren aan de oproepen deelnemen, maar worden ze rechtstreeks door het SEFRI gefinancierd en kunnen ze dus geen projecten coördineren.

Dat tweede geval zou erg nadelig zijn omdat het de deur sluit voor grootschalige projecten (vb. FET Flagships), de coördinatie van de projecten en bepaalde specifieke programma's binnen Horizon Europe.

Yves Flückiger, rector van de universiteit van Genève en voorzitter van “Swissuniversities”, de koepelorganisatie van de Zwitserse hogescholen, heeft benadrukt dat het een grote ontgoocheling is en enorme bezorgdheid opwekt voor de toekomst van de wetenschappelijke betrekkingen tussen Zwitserland en de EU. De huidige grote onderzoeksprojecten zijn gebaseerd op samenwerking en deelname aan grote Europese infrastructuren. In die zin “zal Zwitserland erg verzwakt zijn”.
De rector heeft laten weten dat er contact zal worden opgenomen om te vermijden dat Zwitserse onderzoekers worden geweerd uit de strategische programma's van de kwantumfysica, waar het land erg betrokken bij is, maar ook uit het ruimtevaartprogramma.

3.
Uitwisseling van goederen tussen het BHG en Zwitserland



De Brusselse goederen
export naar Zwitserland vertegenwoordigde in 2020 7,06 % van de Belgische goederenexport naar dat land, namelijk 282,6 miljoen euro. Dat is een aanzienlijk aandeel, dat sterk toeneemt sinds 2018, toen ze neerkwam op 2,16 %. Tussen 2019 en 2020 is die export meer dan verdubbeld (+115%), nadat er ook tussen 2018 en 2019 een sterke stijging was (+51%).
De
import vanuit Zwitserland naar het BHG stijgt licht (+4% tussen 2019 en 2020) en komt neer op 239 miljoen euro. Bijgevolg is de Brusselse handelsbalans in 2020 positief (+43,6 miljoen euro), in tegenstelling tot die van de twee voorgaande begrotingsjaren.
Op het Belgische niveau is de export naar Zwitserland in 2020 met 13% teruggevallen. Dat geldt in mindere mate ook voor de import (-3%). De Belgische handelsbalans is negatief in 2020 (-3,1 miljard euro).



In 2020 waren de belangrijkste uitgevoerde goederen echte of gekweekte parels, edelstenen of gelijkaardige stenen, kostbare metalen, enz. (49%); producten van de chemische industrie of aanverwante (21,1%); en transportmateriaal (17%).
De categorie echte parels... is tussen 2019 en 2020 met 403% gestegen en de categorie producten van de chemische industrie... is ook met 436% gestegen.
De goederenimport uit Zwitserland in 2020 bestaat voor 49,5% uit producten van de chemische industrie en aanverwante en voor 29% uit optische, fotografische (...), uurwerk- (...) instrumenten en apparaten.



Tijdens de eerste vijf maanden van 2021 bedroeg de Brusselse export naar Zwitserland 73,6 miljoen euro. Als hetzelfde ritme wordt aangehouden, zou die aan het eind van het begrotingsjaar dus lager liggen dan in 2020 en ongeveer 177 miljoen euro bereiken.
De import van de eerste vijf maanden van 2021 bedroeg 111,2 miljoen euro. Aan datzelfde ritme zou die hoger liggen dan het totaal van 2020 en op ongeveer 267 miljoen euro uitkomen.

Exportrangschikking
Volgens de cijfers van de Nationale Bank van België was Zwitserland in 2020 met 283 miljoen euro de zevende klant van ons gewest. Dat is een winst van vier plaatsen tegenover 2019.
Dienstenexport naar Zwitserland
Hoewel de gewestelijke cijfers van de dienstenexport niet jaarlijkse worden aangeleverd door de NBB, geldt dat wel voor de nationale cijfers. Zo was Zwitserland in 2020 het zesde land waarnaar België de meeste diensten heeft uitgevoerd. Deze export kwam neer op 7,1 miljard euro.
De laatste studie over de gewestelijke dienstenexport die door de NBB en het INR - in samenwerking met BISA - werd gepubliceerd, betreft de periode 2009-2019. Volgens die studie vertegenwoordigde de Brusselse dienstenexport in 2019 53,8% van de export van het Gewest - ofwel 27,4 miljard euro, en ongeveer 26% van de Belgische dienstenexport. Dit aandeel is in verhouding tot de goederenexport blijven stijgen sinds 2011, toen het 42,6% bedroeg, en is kenmerkend voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In 2019 voerde Vlaanderen namelijk 78,3% goederen en 21,7% diensten uit, terwijl Wallonië 68,4% goederen uitvoerde tegenover 31,6% diensten.



Er moet worden opgemerkt dat op basis van de rangschikking per activiteitensector A21, door de INR aangenomen in haar rapport, de top-5 van de dienstenexport gebeurde door bedrijven die actief zijn in:
Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (M): 8,5 miljard euro
Financiële en verzekeringsactiviteiten (K): 7,9 miljard euro
Informatie en communicatie (J): 3,6 miljard euro
Handel; herstelling van auto’s en motorfietsen (G): 2,2 miljard euro
Administratieve en ondersteunende diensten (N): 1,6 miljard euro

Op Belgisch niveau is de dienstenexport tussen 2019 en 2020 overigens afgenomen van 108 miljard euro naar 101,7 miljard euro (-5,83%).

Brusselse stimulansen en buitenlandse investeringen (2014-2020)
Stimulansen: 5 in 2020 ; 13 in 2019 ; 12 in 2018 ; 22 in 2017 ; 9 in 2016 ; 41 in 2015 ; 6 in 2014
Investeringen: 2 in 2020 ; 1 in 2019 ; 2 in 2018 ; 2 in 2017 ; 2 in 2014