Schriftelijke vraag betreffende Personeelsbeheer van BRUGEL en rechtsvacuüm ten gevolge van de opheffing van het statuut 2.0 in maart 2018
- Indiener(s)
- Emin Özkara
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 873)
Datum ontvangst: 30/06/2021 | Datum publicatie: 21/09/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 03/09/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
09/08/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | "Om haar verplichtingen na te komen, beschikt BRUGEL over een team dat onder het hiërarchisch gezag van de raad van bestuur staat. De personeelsleden van BRUGEL zouden onderworpen moeten zijn aan de reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de statutaire en contractuele personeelsleden van de Brusselse ION’s. Nochtans heeft de regering het rechtsvacuüm ten gevolge van de opheffing van het statuut 2.0 in maart 2018 nog steeds niet weggewerkt. Dit rechtsvacuüm leidt tot problemen met het beheer van de personeelsleden van BRUGEL en is zeer zorgwekkend." (1) In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:
|
Antwoord | De huidige afwezigheid van een statuut voor Brugel is bij mijn kabinet bekend en heeft geleid tot een reflectie over de aanname van een nieuw statuut. Een ontwerpbesluit betreffende een nieuw statuut en een ontwerpbesluit betreffende de contractuele personeelsleden van Brugel worden momenteel goedgekeurd. Het ontwerp van deze twee besluiten (één voor de statutaire personeelsleden en een ander voor de contractuele personeelsleden) werd tijdens de ministerraad van 15 juli 2021 in eerste lezing goedgekeurd. Deze ontwerpen werden ter advies aan de Raad van bestuur van Brugel overgemaakt. Ze zullen aansluitend aan de vakorganisaties worden voorgelegd. Ten slotte wordt het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State gevraagd vooraleer ze het voorwerp zullen uitmaken van een tweede lezing door de ministerraad. |