Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het zwerfvuil in de Brusselse waterlopen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 880)

 
Datum ontvangst: 14/07/2021 Datum publicatie: 21/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/08/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De zwerfafvalproblematiek in ons Gewest treft niet enkel straten en pleinen, maar ook waterlopen. Ook daar dient uiteraard werk gemaakt te worden van het nodige preventieve en sensibiliserende werk, maar daarmee kunnen we helaas niet vermijden dat er alsnog zwerfafval in de Brusselse waterlopen belandt.

In dat opzicht kan men verwijzen naar de manier waarop men in Australië te werk gaat, waarbij met grote netten aan de monding van afvoerkanalen zwerfvuil wordt opgevangen. Ook Vlaanderen liet recent weten dergelijke proefprojecten te zullen opstarten in het najaar, meer bepaald in het Maasbekken.

Wat betreft de iets specifiekere problematiek van de afvalinzameling op het kanaal, wist u op woensdag 13 januari laatstleden in de Commissie Leefmilieu te melden dat de Haven van Brussel onder meer over twee schoonmaakboten en ‘verschillende middelen om afval te verwijderen’ beschikt. Op jaarbasis wordt op deze manier 200 m³ aan afval ingezameld.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Beschikt u over cijfers die kunnen duiden hoeveel zwerfvuil er jaarlijks in totaal in de Brusselse waterlopen terechtkomt? Zo ja, om wat voor soorten zwerfafval gaat het hierbij en welke middelen worden er voorzien om dit afval te verwijderen? Welke evolutie kan u duiden in deze hoeveelheden in vergelijking met de afgelopen jaren?

  • Kan u duiden welke acties en middelen u voorziet om de hoeveelheden (zwerf)afval in onze waterlopen te verminderen, naast de middelen die specifiek worden ingezet door de Haven van Brussel voor het schoon houden van het kanaal? Op welke manier wordt deze problematiek opgevolgd binnen Leefmilieu Brussel?

  • Kan u in het bijzonder duiden op welke manier een nieuwe strategie voor de schoonmaak van het kanaal en de afvalverwijdering deel uitmaakt van de verbintenissen van de Haven in haar nieuwe beheersovereenkomst 2021-2025? Welke acties en middelen worden hiertoe voorzien?

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft de voorbereiding van het Waterbeheerplan 2022-2027 binnen het coördinatieplatform van de wateroperatoren? Welke krijtlijnen werden hierbij reeds vastgelegd?

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft de haalbaarheidsstudie die gevoerd werd naar aanleiding van het voorstel van de vzw Canal It Up om een drijvende dam te installeren voor de sluis van Molenbeek? Is deze studie reeds afgerond? Zo ja, welke bevindingen en conclusies zijn hieruit voortgekomen? Welke verdere stappen werden hieromtrent reeds ondernomen?

  • Hebt u reeds de opdracht gegeven om te onderzoeken op welke manier de algemene zwerfvuilproblematiek in de Brusselse waterlopen verminderd kan worden? Zo ja, welke opmerkingen of conclusies zijn hieruit voortgekomen en op welke manier zullen mogelijke oplossingen in de Brusselse context geïntegreerd worden?

 

 
 
Antwoord    1)
Wat het kanaal betreft:
De Haven van Brussel telt jaarlijks de hoeveelheden afval die door haar ploegen in het kanaal worden ingezameld. Hieronder worden de ingezamelde hoeveelheden tijdens de afgelopen vijf jaar opgelijst:
- 2020: 180 m
3
- 2019: 220 m
3
- 2018: 195 m
3
- 2017: 95 m
3
- 2016: 110 m
3
Het afval is erg uiteenlopend. In het kanaal vinden we onder meer flessen, bidons, blikjes, plastic zakken, piepschuim (geëxpandeerd polystyreen), hout, rubber, stoffen producten (waaronder matrassen) en ander organisch afval. Dat afval wordt in big bags ingezameld en vervolgens naar het Suez-sorteercentrum in Neder-Over-Heembeek gebracht.

Wat de andere Brusselse waterlopen betreft:

Wat de Zenne
betreft, werden de gebouwen van VIVAQUA in de Veeartsenstraat in Anderlecht voorzien van roosters die zwerfvuil, maar ook groenafval (takken, bladeren enz) tegenhouden. De cijfers waarover VIVAQUA beschikt zijn globaal en maken geen onderscheid naargelang het soort afval (zwerfvuil, organisch…):


In 2020 werd ongeveer 60 ton afval verwijderd, in 2019 47 ton en in 2018 73 ton. Naar schatting 5 à 10 % van dit afval is van niet-plantaardige oorsprong.

De hoeveelheid afval die aan de roosters opstapelt is in hoofdzaak afhankelijk van de hoeveelheid neerslag die in de Zenne terechtkomt: wanneer het waterniveau stijgt wordt meer afval (plantaardig en zwerfvuil) van op de oevers meegenomen door de rivier.

De Woluwe en de andere waterlopen:
Leefmilieu Brussel voert een regelmatig onderhoud (tweemaal per maand) uit van de waterlopen die het beheert. Het regelmatige onderhoud gebeurt ter hoogte van de roosters voor de doortocht van de waterloop bij de koker (Molenbeek, Woluwe, Neerpedebeek) en bestaat er hoofdzakelijk in de takken te verwijderen. Het team van ecokantonniers van LB en bedrijven in onderaanneming voeren de werken regelmatig uit (en op intense wijze na hevige regenval die een stijging van het waterniveau met zich meebrengt). Wij kunnen evenwel geen cijfergegevens betreffende het aandeel afvalstoffen verstrekken (gewicht/volume).

2)
Leefmilieu Brussel laat opmerken dat vooral de afvalproblematiek aan de basis ligt van de lozingen van rioolwater ter hoogte van de stormoverlaten (naar de Zenne en de Woluwe, maar ook naar het Kanaal). De overlast en de vervuiling hebben voornamelijk betrekking op het Kanaal, terwijl het wat de waterlopen aangaat gelukkig afzonderlijke en zeldzame gevallen betreft.
VIVAQUA is de operator die belast is met het rioleringsnet en derhalve met de werken aan de rioolleidingen, zoals de stormoverlaten (veiligheidsklep van het rioleringsnet om verzadiging te voorkomen).
Sinds enkele jaren trekt de vervuiling afkomstig van de overlaten de bijzondere aandacht van Leefmilieu Brussel. In eerste instantie moest de vuillast geobjectiveerd worden en aansluitend moest een reeks verbeteringen voorgesteld worden en moesten de inrichtingen begroot worden. Er is hier sprake van optimalisering omdat de overlaten niet geschrapt kunnen worden, maar hun impact inzake vervuiling kan wel verminderd worden.

Tijdens de optimalisering van de overlaten naar de Zenne en het Kanaal, waakt VIVAQUA over de aanleg, in de mate van het mogelijke, van dammen tegen drijvend afval die tot doel hebben zoveel mogelijk afvalstoffen van het riool tegen te houden. Op die manier is de grootste overlaat naar de Zenne in Brussel (gelegen ter hoogte van de Leeuwoprit), waarvan de optimaliseringswerken afgerond zijn, de eerste overlaat die uitgerust is met een retentiesysteem van drijvend afval. Een evaluatie van zijn werking zal worden uitgevoerd. Wat de overlaat van de Paruck betreft, doen er zich twee verschillende situaties voor: voor de eerste overlaat (naar de Zenne) werd reeds een bestelling geplaatst om hem uit te rusten met een klep die als dam tegen drijvend afval kan fungeren. De indienststelling is voorzien voor begin 2022. Wat de tweede overlaat betreft (de overlaat naar het kanaal die in geval van zeer slechte weersomstandigheden in werking treedt, d.w.z. wanneer de overlaat naar de Zenne op zich niet meer in staat is het overtollige water af te voeren), zal een hydraulische studie worden gevoerd om de noden in kaart te brengen die de bouw van een geschikte oplossing mogelijk maakt. 

3)
Naast de reeds uitgebreide middelen die de Haven van Brussel inzet om groot drijvend afval dat in het kanaal wordt geloosd, op te halen, zal de Haven van Brussel in de komende maanden een derde, volledig elektrische, schoonmaakboot aanschaffen. Ze zal ook de reinigingsacties in de Zuidhaven versterken door een nieuwe schoonmaakpool in Anderlecht in te zetten.

Op basis van de studie over het drijvend afval in het kanaal, zal de Haven kunnen bepalen of het huidige beheer van groot drijvend afval kan worden geoptimaliseerd en moet worden aangevuld door nieuwe voorzieningen (zie vraag 6).

4)
Er hebben reeds voorafgaande consultatierondes over de grote uitdagingen en de organisatie van de participatieve workshops van het WBP 2022-2027 plaatsgehad: openbare consultaties van maart tot augustus 2019 en burgerparticipatie van november 2020 tot april 2021.
Leefmilieu Brussel werk momenteel aan de afwerking van de stand van zaken betreffende de oppervlaktewateren, het grondwater en overstromingsproblemen. De voorstellen tot maatregelen worden momenteel met de verschillende wateroperatoren besproken: VIVAQUA, BMWB en de Haven van Brussel verwerken de feedback van de burgerparticipatie.
De minister zou het ontwerp van Waterbeheerplan 2022-2027 in november moeten ontvangen. Het lastenboek voor het milieueffectenrapport (MER) werd gelijktijdig uitgewerkt.
Het jaar 2022 zal gekenmerkt worden door de opstelling van dit MER en de organisatie van een openbaar onderzoek van 6 maanden overeenkomstig de vereisten van de kaderrichtlijn Water (2000/60/EG).

5)
De Haven van Brussel heeft zopas een globale studie gelanceerd over het beheer van drijvend afval op het kanaal. Het studiebureau Antea, waaraan de opdracht onlangs is gegund, zal de volgende opdrachten uitvoeren:

- Een stand van zaken opmaken over het huidige beheer van de afvalinzameling op het kanaal.
- De zones met afvalophoping in de hele Haven in kaart brengen en zo de kritieke zones bepalen waar inzamelingsacties aan te raden zijn.
- Een benchmarking uitvoeren met andere havens, door de acties van deze verschillende havens op het gebied van afvalbeheer te analyseren en te vergelijken met de huidige situatie in de Haven van Brussel.
- Een multicriteria-analyse uitvoeren van de bestaande afvalinzamelingstechnologieën, aangepast aan de specifieke omstandigheden van het Brusselse kanaal.
- Een oplossing vinden, op basis van de eerder verkregen resultaten, om de afvalinzameling op het Brusselse kanaal te optimaliseren.

Deze studie zal dus niet alleen kijken naar de haalbaarheid van het plaatsen van een mobiele dam stroomopwaarts van de sluis van Molenbeek, zoals voorgesteld door Canal It Up, maar zal het gehele kanaal bestrijken, alsook alle bestaande opvanginstallaties. Voorbeelden zijn: vaste of mobiele afvaldammen, bubbeldammen, passieve afvalvangers en andere drijvende vuilnisbaksystemen (bv: Sea Bin, River Skimmer, River Whale ...), zeefsystemen bij de ingang van overlaten, retentienetten bij de uitgang van overlaten ...


Aan de hand daarvan kan worden bepaald of nieuwe installaties noodzakelijk zijn en, indien nodig, welke installaties het meest geschikt zijn en op welke locatie(s).



De Haven van Brussel heeft bovendien zowel aan Leefmilieu Brussel als aan de vzw Canal It Up voorgesteld om deel te nemen aan het opvolgingscomité van de studie.
De resultaten van deze studie worden tegen medio 2022 verwacht.
De installatie van de nieuwe voorzieningen die zijn gekozen om het groot drijvend afval op het kanaal te beheren, zou in 2022-2023 van start kunnen gaan.

6)
Wat het Kanaal betreft, verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.

De oplossingen om het algemeen afvalprobleem in de Brusselse waterlopen te verminderen zijn gekend: dammen tegen drijvend afval, dynamisch beheer, optimalisering van de stormoverlaten, uitbaggeren van de waterlopen, enz. Ze werden reeds op de Brusselse context toegepast door de verschillende operatoren die het Coördinatieplatform van de Brusselse wateractoren vormen. Het komt er met name op neer om ter hoogte van de stormoverlaten aan de vermindering van de overlaten van rioolwater te werken, waarvan de optimalisering hierboven besproken werd (vraag 2).