Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de leegstaande woningen in de Marollenwijk

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 690)

 
Datum ontvangst: 13/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 03/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de pers van 5 juli 2021 vernemen we dat 24 leegstaande woningen in de Marollenwijk door Brusselse Woning  zullen worden aangeboden aan mensen in precaire situaties.

Daarom wilde ik u vragen:

Welke algemene strategie voert uw regering uit om sociale, administratieve en financiële steun te verlenen aan de bewoners van deze woningen?

Kunt u ons een overzicht geven van de toewijzingsprocedures voor deze 24 leegstaande woningen?

Wat is de begroting die uw regering uittrekt voor de renovatie van deze woningen?

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Precaire bewoning wordt vanuit juridisch oogpunt geregeld door artikelen 41, 16° en 67,8° van de Brusselse Huisvestingscode.

De woningen (Hoogstraat 365/79, 365/80, 365/81, 365/82, 365/83, 365/84, 365/85, 365/86, 365/87, 365/88, 365/89, 365/90 en Menslievendheidsstraat 10/1, 10/2, 10/3, 10/4, 10/5, 10/6, 10/7, 10/8, 10/9, 10/10, 10/11, 10/12 in 1000 Brussel) worden ter beschikking gesteld van personen die begeleid worden door de gebruiker, namelijk de BFUH, een vereniging die ijvert voor integratie via huisvesting (VIH). De BFUH is erkend en wordt gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juli 2016 betreffende de toekenning van subsidies aan verenigingen die ijveren voor de integratie via de huisvesting).


In elk geval is het niet de OVM die de bewoners begeleidt (art. 41, 16° van de BHC: de opdracht van de BGHM bestaat erin "precaire terbeschikkingstellingen van woningen, waarvoor een renovatie werd geprogrammeerd en waarvan de bewoners desgevallend het voorwerp uitmaken van een maatschappelijke begeleiding die wordt gewaarborgd door een actor die geen deel uitmaakt van de OVM, toe te staan en te begeleiden" en art. 67,8 van de BHC: „de OVM's voeren opdrachten uit van openbaredienstverlening en inzonderheid "sluiten zij, middels het akkoord van de BGHM, overeenkomsten af voor precaire bewoning van woningen waarvoor een renovatie werd geprogrammeerd en waarvan de bewoners desgevallend het voorwerp uitmaken van een maatschappelijke begeleiding die wordt gewaarborgd door een actor die geen deel uitmaakt van de OVM. “).

De begeleiding van de bewoners wordt dus verzorgd door de BFUH, in samenwerking met haar partners die genoemd worden in de overeenkomst tussen De Brusselse Woning en de BFUH, namelijk:


- “Convivence" voor de woningen in de Menslievendheidsstraat. Dit is ook een vereniging die ijvert voor integratie via huisvesting en die erkend is en gesubsidieerd wordt door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- “Aprèstoe" voor de woningen in de Menslievendheidsstraat. Dit is een thuisbegeleidingsdienst (begeleid wonen voor vrouwen met of zonder kinderen, psychosociale, administratieve en budgettaire ondersteuning en ouderschapsondersteuning).

- “Het Opvanghuis Brussel” voor de woningen in de Hoogstraat, dat tijdelijk onderdak en uitgebreide multidisciplinaire ondersteuning biedt aan jonge LGBTQI+’ers die aan hun lot zijn overgelaten nadat ze hun ouderlijk huis zijn ontvlucht of op straat zijn gegooid vanwege hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit.



De intredes in de woningen zijn midden juli van start gegaan. Op dit moment worden er 5 woningen ingenomen door Aprèstoe, 3 door de BFUH, en 1 door Convivence. De intredes in de woningen hebben vertraging opgelopen door een probleem met de verwarmingsketel in een van de gebouwen. Momenteel zijn er nog geen rapporten opgesteld door de BFUH over het gebruik van de ruimten.

Op administratief vlak moet de OVM vóór de toepassing ervan een aanvraag tot precaire bewoning indienen bij de BGHM.


De OVM’s hebben toegang (via Artemis - extranet) tot informatie, documenten en een met de partners op te stellen modelovereenkomst waarin de rollen, rechten en plichten van de betrokken partijen zijn vastgelegd. De BGHM controleert het gebruik van deze modelovereenkomst.

Wanneer de OVM haar aanvraag tot precaire bewoning heeft ingediend, bezoekt de BGHM de betrokken woningen alvorens een beslissing te nemen, en dit om de staat van de woningen en de door de partner uit te voeren werkzaamheden te controleren, zodat precaire bewoning kan plaatsvinden.
Steeds vaker promoot de BGHM, wanneer de situatie het toelaat, een gezamenlijk bezoek (BGHM, OVM, partners) voordat de OVM een aanvraag tot precaire bewoning bij de BGHM indient, en dit om het proces te vergemakkelijken.

Wat uw vraag over de stand van zaken van de toewijzingsprocedures voor deze woningen betreft, kan ik u melden dat het hier niet gaat om toewijzingen die plaatsvinden in het kader van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996.
Zoals hierboven vermeld, is het niet de OVM die bepaalt welke bewoners in de woningen zullen komen. Dit is de verantwoordelijkheid van de gebruiker (de BFUH).
Tot slot werd een budget van 3,4 miljoen euro, alles inbegrepen, uitgetrokken voor de renovatie van deze woningen.
Er moet op worden gewezen dat het project momenteel is opgenomen in een haalbaarheidsstudie met betrekking tot de hele Hoogstraatwijk, die 126 woningen omvat.