Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanpak tegen roetfilterfraude

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1022)

 
Datum ontvangst: 15/09/2021 Datum publicatie: 26/10/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 22/10/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Begin september heeft de Vlaamse Minister van Mobiliteit aangekondigd dat vanaf 1 juli 2022 een ‘deeltjestellertest’ ingezet wordt op de autokeuring voor dieselwagens. Die moet defecte of weggehaalde roetfilters opsporen.

Deze oplossing is het resultaat van een gezamenlijk werk tussen de drie Gewesten. Een jaar geleden kwamen het Vlaams, Waals en Brussels Gewest overeen om samen te werken aan de invoering van een controle van roetfilters met behulp van een PN-meter. Een samenwerkingsakkoord dat de keuze en de aankoop van de toestellen moest regelen, diende wel nog afgesloten te worden.

In een antwoord op een eerdere mondelinge vraag stelde u vorig jaar reeds dat de test met de PN-meter niet erkend werd door de Europese Commissie. Enkel de opaciteitstest mocht worden uitgevoerd. U liet daarbij ook optekenen dat het belangrijk was dat alle gewesten het eens zouden raken over de controlemodaliteiten om zo shoppinggedrag tegen te gaan, aangezien autobezitters vrij kunnen kiezen in welk gewest ze hun wagen laten keuren.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Is de invoering van deeltjestellertest op dieselwagens vanaf 1 juli 2022, zoals die werd aangekondigd door Vlaanderen, ook een realiteit voor Brussel? Zo ja, kan u duiden waarom er hieromtrent geen gezamenlijke communicatie plaatsvond?

  • Zo neen, omwille van welke reden wordt deze test nog niet ingevoerd in het Brussels Gewest? Welke obstakels moeten hieromtrent nog verholpen worden? Wanneer zullen de controles op roetfilters dan wel in werking treden? Welke stappen zal u in tussentijd ondernemen om shoppinggedrag tegen te gaan?

  • Is het samenwerkingsakkoord met de twee andere Gewesten voor de keuze en de aankoop van de toestellen reeds afgesloten? Zo ja, kan u dit nader toelichten? Zo neen, welke timing wordt hieromtrent voorzien?

  • Kan u in het bijzonder bevestigen dat het controlesysteem voor de roetfilter in de drie gewesten uiteindelijk op exact dezelfde manier zal functioneren?

  • Wordt de gekozen controletechnologie door de Europese Commissie erkend of werd het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 daartoe gewijzigd?

 
 
Antwoord    1. De controle op deeltjesfilters zal vanaf 1 juli 2022 ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van toepassing zijn. De drie gewesten hebben inderdaad samen aan een akkoord gewerkt en hebben dit reeds in maart 2021 aan de pers meegedeeld. Een mededeling aan het grote publiek is begin 2022 gepland.
2. De test zal in de drie gewesten op hetzelfde moment van kracht worden.
3. Er werd een werkgroep opgericht voor de drie gewesten (besturen en kabinetten). Tijdens deze vergaderingen werd een bestek opgesteld over de kenmerken waarover de PN-meters moeten beschikken. Dit bestek is voltooid en door alle gewesten ondertekend. Het werd in september 2021 naar alle technische keuringsinstellingen gestuurd. De instellingen maken momenteel de keuze welk toestel ze zullen aankopen. De levering van deze toestellen is gepland voor het eerste kwartaal van 2022.
4. Het controlesysteem zal in de drie gewesten identiek zijn. De besturen en kabinetten zijn overeengekomen dezelfde weigeringsdrempels te hanteren.
5. De Europese Commissie heeft de controle op voertuigen via de PN-meter nog niet erkend, maar er werd zonder te bevestigen gezegd dat ze een aanbeveling zal opstellen voor het gebruik van deze methode in de toekomst. Het koninklijk besluit van 16 maart 1968 zal gewijzigd worden bij een besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waaraan momenteel de laatste hand wordt gelegd.