Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het handelsbeleid van ons Gewest ten aanzien van Afghanistan

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 524)

 
Datum ontvangst: 17/09/2021 Datum publicatie: 26/10/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 18/10/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Iedereen die het nieuws volgt, zal de machtsovername door de Taliban in Afghanistan hebben opgemerkt. Zonder mij al te zeer te willen mengen in de internationale politiek van ons gewestelijk halfrond, beperk ik mij ertoe u een vraag te stellen over het handelsbeleid van het Brussels Gewest ten aanzien van Afghanistan.
  • Welk handelsbeleid voert het Brussels Gewest met Afghanistan?

    • Kunt u ons in dit verband de in- en uitvoercijfers mededelen?

    • Wat zijn de voornaamste verhandelde producten, zowel op het vlak  van invoer als van uitvoer?

  • Bestaan er bilaterale akkoorden tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Afghanistan of een van zijn gewesten? Waarover gaan ze?

  • Is het waarschijnlijk dat uw handelsbeleid zal veranderen met het oog op de verandering van het politieke regime? Op welke vraagstukken en mogelijkheden is uw huidige beleid gebaseerd, maar ook uw eventueel nieuw beleid?

  • Welke rol speelt de eerbiediging van de mensenrechten in uw handelsbeleid ten aanzien van Afghanistan, maar ook ten aanzien van het Midden-Oosten in het algemeen?

 
 
Antwoord    Afghanistan is geen doelmarkt van het handelsbeleid van het BHG. Niet voor de bevordering van de Brusselse export en evenmin voor het aantrekken van Afghaanse investeringen naar het BHG. Bijgevolg organiseert hub.brussels geen handelsinitiatieven in Afghanistan en beschikt het Brussels Gewest er niet over een economisch en handelsvertegenwoordigings-kantoor.

Uitwisseling van goederen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Afghanistan




Het BHG vertegenwoordigt 19,78 van de export van Belgische goederen naar Afghanistan in 2020, Vlaanderen 57,36% en Wallonië 22,86%.
In 2020 is Afghanistan de 51ste klant van het BHG (5,2 miljoen euro; 0,07% van de Brusselse export). De export naar Afghanistan is in 2020 met 23% gedaald, van 6,8 naar 5,2 miljoen euro. Deze daling is te wijten aan de producten “geprefabriceerde constructies”(nulwaarde in 2020 tegenover 2,5 miljoen euro in 2019).
Op sectorniveau onderscheidden de volgende goederen zich in 2020 voor de export: ‘Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde, voor de chirurgie, voor de tandheelkunde of voor de veeartsenijkunde (met inbegrip van scintigrafische en andere elektromedische apparaten en toestellen, alsmede apparaten en toestellen voor onderzoek van het gezichtsvermogen)’ met een aandeel van 35% van de totale Brusselse export naar Afghanistan en voor een waarde van 1,8 miljoen euro.
Afghanistan is de 157ste leverancier van het BHG. In 2020 bleef de waarde van de import onbeduidend, zelfs met een stijging van 38% ten opzichte van het jaar voordien (waarde van 803 euro tegenover 582 euro in 2019).
Wat de belangrijkste importsectoren betreft, bestaat de eerste categorie goederen uit “machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan”, ten bedrage van 509 euro (totale aandeel van de Afghaanse import naar het BHG: 63,34%). Met een aandeel van 36,66%, ofwel 294 euro, vervolledigen de textielstoffen (en textielwaren) de import van 2020.
Zo is er de afgelopen drie jaar door de duidelijk lagere import dan export een duidelijk overschot in de Brusselse handelsbalans met Afghanistan.
Wat de dienstenexport betreft, was Afghanistan in 2020 het 119de land waarnaar België de meeste diensten heeft uitgevoerd. Deze export kwam neer op 9 miljoen euro.



We hebben geen akkoord met Afghanistan of een van zijn regio's.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluit zich aan bij het Belgische en Europese beleid dat ijvert voor vrede en stabiliteit in Afghanistan. De conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie op 15 september 2021 benadrukten enkele punten die als richtprincipes kunnen dienen voor de toekomstige betrekkingen, zoals "het bevorderen, beschermen en respecteren van alle mensenrechten, in het bijzonder het genot van alle rechten door vrouwen en meisjes, alsook door kinderen en personen die tot minderheden behoren, en de rechtsstaat, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van media respecteren, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de verdedigers van mensenrechten". De Brusselse Hoofdstedelijke Regering steunt deze aanpak.

Er wordt geen wijziging voorzien van het Brusselse handelsbeleid tegenover Afghanistan, dat nooit een belangrijke markt is geweest voor het BHG. Er wordt nog altijd niet voorzien om er handelsinitiatieven te organiseren of er een economisch en handelsvertegenwoordigings-kantoor te openen.

Het respect voor de mensenrechten in het Brusselse handelsbeleid is een algemeen principe en verschilt niet per land of regio.
Internationale handel moet worden gezien als een hefboom voor economische samenwerking die uitwisselingen, dialogen en partnerschappen mogelijk maakt tussen de burgerbevolking, namelijk de ondernemers en onderneemsters. Handelsacties, zoals die van hub.brussels, in landen met een geïsoleerde bevolking als gevolg van een autoritair politiek stelsel vormen een hefboom om contact te leggen en om de bevolking te emanciperen en zich te openen naar de rest van de wereld.
Hub.brussels past bij die acties een aantal basisprincipes toe om een maximale naleving van de mensenrechten te verzekeren, bijvoorbeeld:
De locatie van de economische en handelskantoren wordt regelmatig opnieuw geëvalueerd via een beslissingshulpmiddel dat kwantitatieve indicatoren bevat, waaronder de RESPECO-rangschikking (rangschikking van landen op basis van hun openstelling voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen).
Tijdens de identificatie van contacten ter plaatse verzekeren de economische en handelsattachés zich van het “goede bestuur” van de contacten. Zo willen ze vermijden dat de Brusselse ondernemingen banden aangaan met “controversiële” contacten en brengen ze die ondernemingen daarentegen in contact met actoren die een positieve invloed hebben op de sociaaleconomische ontwikkeling van het land.
Tijdens de economische missies, vooral maar niet uitsluitend die met een officiële vertegenwoordiging, wordt regelmatig een luik over de bevordering van de mensenrechten georganiseerd (vb. vergadering met vrouwelijke ondernemers, bezoek microkredietprojecten, fairtradeboerderijen, bezoek sociale werkplaatsen...).
Dankzij een samenwerking van hub.brussels met Brussels International, ENABEL en/of ontwikkelingsbanken worden onderdelen van de ontwikkelingssamenwerking in het programma van sommige economische missies opgenomen.
Het is niettemin essentieel om politieke en diplomatieke acties te blijven handhaven via de FOD Buitenlandse Zaken (met wie de handelsagentschappen van de drie gewesten permanent contact onderhouden) en de beleidsverantwoordelijken, ook al blijft dat op het Brusselse niveau bij symbolische acties door de bevoegdheden die het Gewest heeft.