Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de rol van het Gewest in de erkenning van het boeddhisme.

Indiener(s)
Ahmed Mouhssin
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 689)

 
Datum ontvangst: 30/08/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 04/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

In het Brussels regeerakkoord heeft de regering er zich toe verbonden “de wetgeving over de erediensten verder te moderniseren. Daarbij zal zij uitgaan van het algemene principe dat de erediensten gelijk zijn en ernaar streven een administratieve vereenvoudiging door te voeren, de gemeenten bijstand te verlenen, een betere kennis te verwerven over de plaatselijke geloofsgemeenschappen en de overheidsuitgaven en de geldstromen wettelijk te controleren.”

Thans worden in België zeven levensbeschouwelijke en religieuze stromingen erkend en gesubsidieerd. De boeddhistische gemeenschap wacht daarentegen nog steeds op de erkenning van het boeddhisme sinds de officiële aanvraag die op 20 maart 2006 werd ingediend. De Boeddhistische Unie van België telt een dertigtal verenigingen in België, waaronder een tiental centra in Brussel, en bijna 150.000 Belgen voelen zich nauw verbonden met het boeddhisme.

In het federale regeerakkoord van 30 september 2020 werd de volgende verbintenis aangegaan: "De regering zal de Boeddhistische Unie van België, in samenwerking met de deelstaten, erkennen als een vereniging die morele bijstand biedt als niet-confessionele levensbeschouwing." Hoewel de erkenning nog niet rond is, krijgt de Boeddhistische Unie van België een subsidie van de federale regering.

Erkenning door de Belgische staat zou het boeddhisme op voet van gelijkheid plaatsen met de andere erediensten en levensbeschouwingen: financiering krijgen voor het salaris van de leiders (lama's, monniken, enz.), boeddhistische lessen aanbieden in de scholen waar ouders daarom vragen, boeddhistische raadgevers sturen om zieken in ziekenhuizen en gevangenen in gevangenissen te bezoeken… De erkenning van de centra, die afhangt van de Gewesten, zal parallel kunnen gebeuren en het tevens mogelijk maken om renovatiesubsidies aan te vragen voor de boeddhistische centra die het thans moeten hebben van vrijwilligerswerk, giften en bijdragen.

Tijdens de erkenningsprocedure werken de deelstaten, de FOD Justitie en de Staatsveiligheid efficiënt samen binnen de Informatie- en Overlegcommissie. Artikel 5 van het Samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 2004 (...) betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten luidt immers als volgt: "Teneinde de permanente samenwerking (...) te versterken, wordt de Commissie opgericht, samengesteld uit een vertegenwoordiger van elke gewestelijke minister en van de minister van de Duitstalige Gemeenschap die de temporaliën van de erediensten onder hun bevoegdheid hebben en een vertegenwoordiger van de Minister van Justitie. De federale overheid neemt het voorzitterschap en het secretariaat waar en roept de eerste vergadering samen. De Commissie vergadert om de drie maanden.”

Er moet dringend gevolg worden gegeven aan het verzoek van de boeddhistische gemeenschap omwille van de gelijkheid met de andere erediensten en levensbeschouwingen. Deze commissie lijkt ons de ideale plaats voor een efficiënte samenwerking met  het oog op een zo spoedig mogelijke erkenning.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

  • Aangezien de commissie om de drie maanden bijeenkomt, neem ik aan dat ze in de afgelopen twee jaar acht keer heeft vergaderd. Hoe verloopt het overleg in de commissie? Welke onderwerpen hebt u op de agenda van de verschillende vergaderingen geplaatst?

  • Is de erkenning van het boeddhisme aan bod gekomen tijdens een van de vergaderingen? Zo neen, hebt u gevraagd om dat punt op de agenda van de commissie te plaatsen? Welke informatie hebt u ontvangen over de reden voor de vertraging bij de erkenning van het boeddhisme?

  • Wat is het tijdschema voor de erkenning?

  • Welk overleg hebt u gepleegd met de Boeddhistische Unie van België?

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

De Informatie- en Overlegcommissie komt inderdaad om de drie maanden bijeen.

De gesprekken tussen de gefedereerde entiteiten en de federale overheid verlopen in een rustige en constructieve sfeer.

Op de agenda van de verschillende commissies staan systematisch de follow-up van de geldende wetgeving en deze die aangepast zal worden, de programmering van de erkenning van plaatselijke gemeenschappen, actuele thema’s en de follow-up van het proces van de aanvraag tot erkenning van het boeddhisme en het hindoeïsme.

Wat de punten betreft die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de agenda van de Informatie- en Overlegcommissie geplaatst zijn, kan onder meer het voorontwerp van organieke ordonnantie houdende het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke geloofsgemeenschappen vermeld worden. Dit agendapunt had tot doel de Commissie te informeren over de geplande nieuwe wetgeving en ervoor te zorgen dat in het Overlegcomité de reikwijdte zou worden bevestigd van de regels die van toepassing zijn op de gemeenschappen die krachtens het samenwerkingsakkoord van 17 juli 2017 tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de erkende plaatselijke geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten waarvan de gebiedsomschrijving het grondgebied van meer dan één gewest bestrijkt, als interfederaal aangeduid worden.

Vermits de erkenning van een eredienst een bevoegdheid is die exclusief toebehoort aan de federale minister van Justitie, vinden de verschillende contacten met de aanvrager op dit niveau plaats. De Informatie- en Overlegcommissie treedt op als tussenschakel tussen het kabinet van de minister van Justitie en de gefedereerde entiteiten.

In dat verband kan ik u op basis van de in de Commissie ontvangen informatie meedelen dat er het afgelopen jaar vijf overlegvergaderingen plaats hebben gevonden tussen het kabinet van de minister van Justitie en de Boeddhistische Unie van België.

Daaruit is duidelijk geworden dat de Boeddhistische Unie van België een eenvoudige en gestroomlijnde structuur vooropstaat.

De door de minister van Justitie en de Boeddhistische Unie van België beoogde structuur zou moeten worden vastgelegd in een wetsontwerp dat tegen het einde van het jaar aan de partners van de federale regering voorgelegd zou moeten worden. Begin 2022 zal dan het advies van de gewesten en provincies in worden gewonnen.

Vervolgens zou het wetsontwerp in de loop van 2022 ter bespreking en stemming voorgelegd kunnen worden aan het federale parlement.