Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gevolgen van de laatste overstromingen in juli en de tussenkomst van het Rampenfonds.

Indiener(s)
Emmanuel De Bock
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 691)

 
Datum ontvangst: 09/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 04/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

De uitzonderlijke regenval en overstromingen van juli worden vergoed door het Rampenfonds, dat bij de laatste staatshervorming werd geregionaliseerd.

Toen deze bevoegdheid van de federale overheid naar de Gewesten werd overgedragen, werd het Rampenfonds evenwel gefinancierd om de uitkeringen te dekken. Het lijkt erop dat er geen geld meer in het fonds zit. In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

1. Hoeveel geld zat  in het fonds toen het werd overgedragen naar het Brussels Gewest?
2. Welk percentage heeft het Brussels Gewest gekregen in vergelijking met Vlaanderen en Wallonië?
3. Wat is er met het geld in het fonds gebeurd?
4. Hoeveel zal het Brussels Gewest moeten uitkeren voor de schadegevallen van juli?
5. Zal het Brussels Gewest het fonds op structurele wijze stijven, wat van goed bestuur getuigt, of is het van plan geval per geval uit te keren naargelang van de rampen die zich in de toekomst zouden voordoen?

 
 
Antwoord    Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag:

In 2015, toen deze bevoegdheid geregionaliseerd werd, bedroegen de kredieten die de federale staat hiervoor aan de drie gewesten toekende 23.785.000 euro, waarvan 1.941.000 euro naar het Brussels Gewest ging. Het Brusselse aandeel vertegenwoordigde dus 8,16% van het totale overgehevelde bedrag, terwijl de tussenkomsten van het federale rampenfonds voor schade op het Brusselse grondgebied historisch beperkt waren tot ongeveer 1%.

Dit bedrag van 1.941.000 euro werd destijds geboekt onder de algemene ontvangsten van de begroting. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het noodweer van afgelopen juli, dat aangeduid wordt als een natuurramp in de zin van de federale verzekeringswet, en de ramptoestand die door het Gewest kan worden erkend, zoals het geval was voor de overvloedige regenval van 4 juni jongstleden, krachtens de ordonnantie van 25 april 2019 betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene rampen.

In geval van een dergelijke natuurramp voorziet de federale wet in plafonds die de individuele tussenkomst van de verzekeringsmaatschappijen beperken in functie van de premies die geïnd worden in het kader van de verzekeringscontracten voor “enkelvoudige risico's” die geïntegreerd zijn in de brandverzekering van gebouwen.

Verschillende provincies in het Waalse Gewest werden bijzonder zwaar getroffen door het noodweer in juli , maar ook in de andere twee gewesten van het land was er schade. Algemeen mogen we op nationaal niveau dus een aanzienlijke overschrijding van de plafonds voor tussenkomst door de maatschappijen verwachten.

Het is om een antwoord te bieden op deze situatie dat de regering, die zich bewust is van het uitzonderlijke karakter van de door de slachtoffers geleden schade, begin september met de verzekeringssector een protocolakkoord heeft gesloten dat ervoor moet zorgen dat de slachtoffers van de overstromingen van 14 tot 16 juli 2021 met een brandverzekering voor “enkelvoudige risico’s” volledig vergoed zullen worden. Krachtens dit akkoord stemt de sector ermee in zijn wettelijke tussenkomst te verdubbelen, terwijl het Brussels Gewest zich er uitzonderlijk toe verbindt de bedragen die de plafonds voor tussenkomst overschrijden ten laste te nemen en ze aan de betrokken verzekeraars uit te keren. Dankzij dit akkoord zullen de slachtoffers overeenkomstig hun verzekeringscontract voor 100% vergoed kunnen worden. De regeringen van de drie gewesten hebben een gelijkaardig protocol ondertekend. Het ingevoerde mechanisme zal dus ten goede komen aan alle slachtoffers in heel het land. En elk gewest zal bijdragen aan de totale vergoedingen in verhouding tot de schade die op zijn grondgebied geleden werd.

Hoeveel deze schade voor het grondgebied van ons gewest bedraagt, valt op dit ogenblik niet nauwkeurig te berekenen. Het bedrag zal afhangen van de evolutie en het resultaat van de schadedossiers die op ons grondgebied ingediend werden en momenteel door de maatschappijen behandeld worden. Een eerste concrete raming op deze basis wordt in de loop van november van de verzekeringsmaatschappijen verwacht. We beschikken evenwel over een eerste raming op statistische basis. Volgens deze raming zou de schade voor het Brussels Gewest voor wat de “enkelvoudige risico's” betreft ongeveer 11 miljoen euro bedragen. Overeenkomstig het protocolakkoord zou dit een geraamde gewestelijke tussenkomst van 6,7 miljoen euro impliceren.

De regering zal in het licht van de mogelijke ontwikkelingen van de federale wetgeving ter zake nagaan of het aangewezen is als zodanig een rampenfonds te creëren - en of dit tussen moet komen wanneer de plafonds voor tussenkomst van de verzekeringsmaatschappijen ten gevolge van een natuurramp overschreden worden.