Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de erkenning van de Brusselse woningcontroleurs bij de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI).

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 706)

 
Datum ontvangst: 08/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 03/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Iedereen heeft het recht op een behoorlijke huisvesting. Alle woningen in Brussel die niet aan de minimale kwaliteitsnormen voor basiscomfort, veiligheid en gezondheid voldoen, kunnen via een administratieve procedure ongeschikt of onbewoonbaar verklaard worden. Volgens de website huisvesting.brussels moet de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI) erop toezien dat het recht op een behoorlijke huisvesting gegarandeerd wordt voor alle huurders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De DGHI heeft als opdracht te controleren of de criteria inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting (zoals bepaald in de artikelen 4 t.e.m. 17 van de Brusselse Huisvestingscode) worden nageleefd alsook conformiteitscontroleattesten af te leveren. Deze conformiteitscontroleattesten worden afgeleverd op verzoek van de verhuurder wanneer die de nodige werkzaamheden heeft uitgevoerd aan een woning waarvoor een verhuurverbod werd opgelegd door de DGHI omdat voormelde kwaliteitsnormen niet werden nageleefd.

In het regeerakkoord wordt bepaald dat de regering de middelen waarover de DGHI kan beschikken, zal verdriedubbelen om in overleg met de gemeenten de strijd tegen ongezonde woningen en huisjesmelkerij te versterken. Daartoe zal de Regering de modaliteiten vastleggen van een conformiteitsattest waarmee, door de eigenaars, op vrijwillige basis kan worden vastgesteld of de woning voldoet aan de Huisvestingscode.

De woningcontroleurs spelen aldus een cruciale rol in deze procedure. In Vlaanderen vinden er jaarlijks meer dan 30.000 woningcontroles plaats, waarbij de focus op de huurmarkt ligt. Er bestaan daarbij gedetailleerde richtlijnen voor de woningcontroleurs en er wordt ook voorzien in ondersteuning en begeleiding door het agentschap Wonen-Vlaanderen. De Vlaamse Regering besliste recent dat elke woningcontroleur ten laatste in 2025 ook over een erkenning moet beschikken. Daarvoor heeft ze drie voorwaarden vastgesteld: de woningcontroleur moet zijn competenties bewijzen in een test of een opleiding met succes doorlopen, hij moet werken voor een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband of een geaccrediteerde keuringsinstelling en hij moet een aantal gebruiksvoorwaarden naleven. Via deze erkenning wilt men door een grotere uniformiteit de kwaliteit en de eenvormigheid van de woningcontroles verbeteren.

  1. Hoeveel woningcontroleurs zijn actief bij de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI)? Hoeveel Franstaligen en hoeveel Nederlandstaligen?

  2. Hoeveel woningcontroles werden er in 2019 en 2020 uitgevoerd door de woningcontroleurs van de DGHI?

  3. Op basis van welke richtlijnen ageren de woningcontroleurs? Wordt er zoals in Vlaanderen ook voorzien in ondersteuning en begeleiding door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel?

  4. Op welke basis wordt de competentie van de woningcontroleurs beoordeeld? Is er sprake van een verplichte test of opleiding?


 

 

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Op dit moment zijn er in totaal 11 woningcontroleurs bij de directie gewestelijke huisvestingsinspectie (DGHI) en 3 architecten die de begeleiding van de teams op zich nemen. Er zijn 9 Franstalige en 2 Nederlandstalige woningcontroleurs.

Na de goedkeuring van het Noodplan voor Huisvesting werd het personeelskader van de DGHI uitgebreid met 14 vte’s die zich bezighouden met de strijd tegen ongezonde woningen, en met een maatschappelijk werker die instaat voor de herhuisvesting van gezinnen die een woning moeten verlaten als gevolg van een verhuurverbod.

De stand van zaken van de procedures voor de andere nog in te vullen posten die voorzien zijn in het Noodplan voor Huisvesting is de volgende:


- In juli werd een post van Franstalige adjunct ingevuld en de medewerker zal in oktober in dienst treden;
- In juli is een vacature geopend voor een Franstalige attaché voor de functie van contractueel architect voor de strijd tegen ongezonde woningen;
- In juli is een vacature voor een Nederlandstalige attaché voor de functie van contractueel architect geopend. Wegens gebrek aan kandidaten zal er in oktober opnieuw een oproep gepubliceerd worden;
- In september zijn vier vacatures voor Franstalige en twee vacatures voor Nederlandstalige inspecteurs geopend. De sollicitatiegesprekken zullen in november plaatsvinden;
- In 2022 zal er een vacature voor Franstalige hoofdinspecteur geopend worden;
- In september werden er twee vacatures voor Nederlandstalige adjunct geopend. De sollicitatiegesprekken zullen eind oktober plaatsvinden;
- In oktober zal er opnieuw een vacature voor een Franstalige adjunct worden gepubliceerd.
In 2019 werden er 1147 woningonderzoeken uitgevoerd. In 2020 waren dat er 721, als gevolg van de beperkingen door de opeenvolgende lockdowns. De eerste 9 maanden van 2021 werden er 922 onderzoeken uitgevoerd.


De Gewestelijke Huisvestingsinspectie maakt integraal deel uit van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, binnen het bestuur Brussel Huisvesting, Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie. De controles worden uitgevoerd op basis van de artikelen 4 t.e.m. 14 van de Brusselse Huisvestingscode.

Bij de aanwerving van nieuwe woningcontroleurs wordt nagekeken of het diploma nauw aansluit bij de vereiste technische competenties, of de persoon ook over de persoonsgebonden competenties beschikt en hij noemenswaardige ervaring in de bouwwereld heeft.


Elke nieuwe controleur loopt eerst een soort van stageperiode door waarbij de nieuwkomer gedurende verschillende maanden meegaat met ervaren controleurs om het vak aan te leren. Hij staat ook onder directe begeleiding van de architect-coördinator.


Er wordt ook gezorgd dat er op geregelde tijdstippen (bijvoorbeeld driejaarlijks), of wanneer nodig geacht, alle controleurs bijkomende opleidingen krijgen in elektriciteit- en gasinstallaties, bouwpathologie, e.a.



Er worden ook regelmatig inspecteursvergaderingen gehouden waarin de bouwtechnische problemen gezamenlijk aangekaart worden.

Tot slot zijn er ook de verplichte evaluatiegesprekken die door de teamcoördinatoren uitgevoerd worden met tussentijdse evaluaties/bijsturingen waar nodig geacht.